ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ5985
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over permanente bewoning van recreatiewoningen in Epe
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zutphen, gedateerd 25 mei 2011, wordt de gemeente Epe in de gelegenheid gesteld om een gebrek in de motivering van een eerder besluit te herstellen. De zaak betreft de permanente bewoning van recreatiewoningen door eisers, die sinds 13 november 2000 op het perceel wonen. De rechtbank constateert dat de gemeente pas negen jaar na de aanvang van de illegale bewoning handhavend is opgetreden, wat in strijd is met de redelijke termijn die de gemeente had moeten hanteren. De rechtbank verwijst naar de relevante wetgeving, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), en stelt dat de gemeente extra goed moet motiveren waarom geen ontheffing kan worden verleend, gezien de lange periode van gedogen.
De rechtbank benadrukt dat de onrechtmatige bewoning vóór 31 oktober 2003 is begonnen en dat de gemeente niet binnen een redelijke termijn heeft opgetreden. Dit leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is. De rechtbank geeft de gemeente de kans om het gebrek in de motivering te herstellen of een ander besluit te nemen dat in lijn is met de wetgeving. De uitspraak is gedaan in het kader van een hoger beroep, waarbij de rechtbank de gemeente oproept om binnen zes weken na de uitspraak te reageren op de gebreken in het besluit.