ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ5983
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake permanente bewoning van recreatiewoningen door de gemeente Epe
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van Epe, en het college van burgemeester en wethouders van Epe. De zaak betreft de permanente bewoning van een recreatiewoning, waarvoor eiseres door de gemeente was aangesproken. De gemeente had eiseres gelast om de permanente bewoning van de recreatiewoning aan een specifiek adres te beëindigen, onder dreiging van een dwangsom. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de claim dat eiseres de recreatiewoning permanent bewoont. De gemeente baseerde zich voornamelijk op de inschrijving van eiseres in de gemeentelijke basisadministratie (GBA), maar de rechtbank oordeelde dat deze inschrijving alleen niet voldoende is om aan te tonen dat er sprake is van permanente bewoning. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd benadrukt dat het aan de gemeente is om feiten vast te stellen die een vermoeden van overtreding van de planvoorschriften ondersteunen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit van de gemeente en herstelde de situatie door het besluit van 16 december 2009 te herroepen. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij handhaving van bestemmingsplannen en de rechten van burgers in dergelijke procedures.