ECLI:NL:RBZUT:2010:BN8616

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
29 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/1068 BESLU en 09/1171 BESLU
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersbesluiten herinrichting Putterweg-Harderwijkersweg te Ermelo

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 29 september 2010 uitspraak gedaan over de verkeersbesluiten in verband met de herinrichting van de Putterweg-Harderwijkersweg te Ermelo. De eisers, bewoners van de afgesloten lanen, hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verkeersmaatregelen onvoldoende zijn onderbouwd en niet noodzakelijk zijn voor de verkeersveiligheid. De rechtbank heeft de beroepen tegen het besluit van 26 mei 2009 niet-ontvankelijk verklaard, maar de beroepen tegen het besluit van 1 oktober 2009 gegrond verklaard. Het bestreden besluit is vernietigd en verweerder is opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder niet voldoende heeft gemotiveerd dat de verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn en dat de belangen van de eisers onvoldoende zijn afgewogen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de bereikbaarheid van de huisartsenpraktijken niet adequaat is gewaarborgd en dat de motivering van het besluit niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft de proceskosten niet toegewezen, omdat niet is gebleken van beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Reg.nrs.: 09/1068 BESLU en 09/1171 BESLU
Uitspraak in de gedingen tussen:
[eisers]
te Ermelo,
eisers,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 mei 2009 heeft verweerder een aantal verkeersbesluiten in verband met de herinrichting van de Putterweg-Harderwijkerweg te Ermelo bekendgemaakt.
Tegen dit besluit hebben eisers beroep ingesteld. Onder intrekking van het besluit van 26 mei 2009, heeft verweerder op 1 oktober 2009 een nieuw besluit genomen. Eisers hebben aangegeven dat met het nieuwe besluit niet is tegemoet gekomen aan hun bezwaren. Verweerder heeft een verweerschrift en de op het besluit betrekking hebbende stukken ingezonden.
De beroepen zijn gevoegd behandeld ter zitting van de rechtbank op 14 juni 2010. Namens eisers zijn verschenen [namens eisers] en
T. Hakvoort. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R.A. Oosterveer en
F. Kortrijk.
2. Overwegingen.
2.1. Bij besluit van 1 oktober 2009 heeft verweerder het besluit van 26 mei 2009 ingetrokken en een nieuw besluit genomen. Verweerder is daarbij niet tegemoetgekomen aan eisers, zodat hun beroepen ingevolge het bepaalde in de artikelen 6:18 en 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geacht worden mede gericht te zijn tegen het nieuwe besluit. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat eisers nog procesbelang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroepen tegen het besluit van 26 mei 2009. De beroepen zijn in zoverre niet-ontvankelijk.
2.1 Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels strekken tot:
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.
Ingevolge artikel 15, tweede lid, geschieden maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.
Ingevolge artikel 18, eerste lid, aanhef en onder d, worden, voor zover thans van belang, verkeersbesluiten, voor zover zij betreffen het verkeer op andere wegen dan die welke staan onder het beheer van het Rijk, een provincie of een waterschap, genomen door het college van burgemeester en wethouders.
Ingevolge artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer vermeldt de motivering van het verkeersbesluit in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
2.3 Verweerder heeft, in verband met de herinrichting van de N303 Harderwijkerweg-Putterweg vanaf de rotonde Jacob Catslaan/Nassaulaan tot aan de rotonde Ericalaan/Hamburgerweg, de Harderwijkerweg-Putterweg als gebiedsontsluitingsweg aangewezen. Als gevolg hiervan zijn de Vondellaan (2x), de Da Costalaan,
de P.C. Hooftlaan en de Koninginnelaan gesloten voor gemotoriseerd verkeer. Verweerder is hiertoe overgegaan om de doorstroming en veiligheid van de doorgaande weg Harderwijkerweg-Putterweg te bevorderen. De afsluiting is een uitwerking van het door de gemeenteraad van Ermelo op 7 december 2006 vastgestelde Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan Ermelo (hierna: het vervoersplan). Door het afsluiten van de betreffende wegen voor gemotoriseerd verkeer wordt de aansluiting op de Harderwijkerweg beperkt waardoor de veiligheid van deze weg zal toenemen, hetgeen ook geldt voor het fietsverkeer dat rijdt op het naastgelegen fietspad, aldus verweerder.
2.4 Namens eisers, allen woonachtig aan een van de afgesloten lanen dan wel aan de Harderwijkerweg, is - kort samengevat - aangevoerd dat het verkeersbesluit onrechtmatig is omdat er geen zorgvuldige belangenafweging aan ten grondslag ligt. De overgrote meerderheid van de bewoners in het betreffende gebied is tegen de afsluiting en is niet op democratische wijze bij de besluitvorming betrokken. Met de belangen van de bewoners is geen rekening gehouden terwijl geenszins is onderbouwd dat de thans getroffen maatregelen uit het oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk zijn. De afsluiting van de onder 2.3 genoemde wegen is ook niet opgenomen in het vervoersplan. Daarnaast is namens de eisers die een huisartsenpraktijk hebben aan een van de betrokken lanen, aangegeven dat zij door de verkeersmaatregelen ernstig worden belemmerd in de uitoefening van hun praktijk. In dit verband hebben zij tevens verwezen naar het Chinese restaurant Dragon, gelegen aan de P.C. Hooftlaan, waar inzinkbare paaltjes zijn aangebracht waardoor het restaurant gedurende de openingstijden vanaf de Harderwijkerweg met gemotoriseerd vervoer wel bereikbaar is. Voor de huisartsen geldt een veel omslachtiger procedure. Ook hebben de bewoners aan de Harderwijkerweg die niet wonen in het thans in geding zijnde gedeelte van de weg hun recht op uitweg behouden. Ten slotte is de uitvoering van de verkeersmaatregelen strijdig met het thans bestreden besluit.
2.5 De rechtbank stelt voorop dat verweerder bij het nemen van een verkeersbesluit een ruime beoordelingsmarge toekomt. Het is aan verweerder om alle verschillende bij het nemen van een dergelijk besluit betrokken belangen tegen elkaar af te wegen. De rechter zal zich bij de beoordeling van een dergelijk besluit terughoudend moeten opstellen en dienen te toetsen of het besluit niet strijdig is met wettelijke voorschriften, dan wel sprake is van zodanige onevenwichtigheid in de afweging van de betrokken belangen, dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot dat besluit heeft kunnen komen.
2.5.1 Voor zover de beroepen van eisers zich richten tegen een onjuiste uitvoering van de betreffende verkeersmaatregelen overweegt de rechtbank dat deze grond niet ziet op het bestreden besluit zelf en niet kan leiden tot het oordeel dat het verkeersbesluit niet genomen had mogen worden. Eisers kunnen verweerder verzoeken handhavend op te treden. Deze beroepsgrond faalt derhalve.
2.5.2 Met betrekking tot de belangenafweging heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende gemotiveerd dat het belang van de verkeersveiligheid met het thans bestreden besluit wordt gediend en dat dit belang zwaarder dient te wegen dan de belangen van eisers, zoals vermeld in artikel 2, eerste lid, onder b tot en met d, van de Wegenverkeerswet 1994. Daartoe overweegt zij als volgt.
Zoals vermeld onder 5.1 van het vervoersplan, heeft een gebiedsontsluitingsweg in beginsel het kenmerk van zo weinig mogelijk (erf)aansluitingen. Wel dient, zo staat verder vermeld, bij de inrichting van de verblijfsgebieden nadrukkelijk rekening te worden gehouden met de hulpdiensten. Zo dienen de brandweer en ambulance de woningen binnen de wettelijk gestelde normen te kunnen bereiken. Voorts constateert de rechtbank dat in het vervoersplan geen aandacht is besteed aan de wegen die thans zijn afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, noch in verband met het “afwaarderen” van de verblijfswegen van 50 km/uur naar 30 km/uur, noch in verband met het verbeteren van de verkeersveiligheid. De wegen staan niet vermeld onder de zogenoemde black spots, wegvakken en kruispunten die moeten worden aangepakt om de subjectieve en objectieve veiligheid te verbeteren.
Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende onderbouwd dat de bestreden verkeersmaatregelen nodig zijn in verband met de verkeersveiligheid.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder tevens onvoldoende gemotiveerd op grond waarvan de bereikbaarheid van het Chinese restaurant vanaf de Harderwijkerweg gedurende een groot gedeelte van de dag is gewaarborgd terwijl voor de bereikbaarheid van de huisartsenpraktijken slechts een zeer beperkte mogelijkheid bestaat. Evenmin heeft verweerder onderbouwd dat deze selectieve mogelijkheid om toch vanaf de Harderwijkerweg naar de verblijfswegen af te slaan of om vanaf de verblijfswegen de Harderwijkerweg op te rijden, geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Evenmin heeft verweerder gemotiveerd op grond waarvan op het onderhavige gedeelte alle toegangswegen zijn afgesloten, terwijl - zoals eisers ter zitting onbetwist hebben gesteld - op het gedeelte van de Harderwijkerweg na de rotonde Jacob Catslaan geen afsluitingen hebben plaatsgevonden en alle particuliere uitritten op de Harderwijkerweg zijn gehandhaafd. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende onderzoek gedaan naar de belangen van eisers en onvoldoende gemotiveerd op welke wijze deze belangen zijn afgewogen tegen het belang van de verkeersveiligheid.
2.6 Gelet op het voorgaande berust het bestreden besluit naar het oordeel van de rechtbank op een onevenwichtige belangenafweging en een ondeugdelijke motivering, zodat het wegens strijd met het bepaalde in de artikelen 3:4 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet in stand kan blijven. De beroepen dienen gegrond te worden verklaard.
Eisers hebben verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Onder verwijzing naar het Besluit proceskostenveroordeling bestuursrecht overweegt de rechtbank dat niet is gebleken dat sprake is geweest van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Eiser [naam] heeft weliswaar het beroepschrift ingediend en is ter zitting verschenen, maar niet is gebleken dat hij dit beroepsmatig heeft gedaan.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart de beroepen tegen het besluit van 26 mei 2009 niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen tegen het besluit van 1 oktober 2009 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht van (2 maal) € 150,00 aan eisers vergoedt.
Aldus gegeven door mr. Tj. Gerbranda, voorzitter en mrs. D.S. de Vries en J.W.A. Fleuren, leden, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.