ECLI:NL:RBZUT:2010:BN4848
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Boerwinkel
- Kleinrensink
- Van der Mei
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in een strafzaak met medeverdachte
Op 24 augustus 2010 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen verdachte A, met parketnummer 06/460423-09. Dit tussenvonnis volgde op het onderzoek dat plaatsvond tijdens de terechtzitting op 10 augustus 2010. De raadsman van verdachte A, mr. Morra, heeft tijdens deze zitting aangevoerd dat medeverdachte B in zijn verklaring ter terechtzitting meer ontlastend heeft verklaard dan in zijn eerdere verklaring voor de rechter-commissaris. De raadsman verzocht de rechtbank om het proces-verbaal van de terechtzitting van medeverdachte B toe te voegen aan het dossier van verdachte A. De officier van justitie steunde dit verzoek. De rechtbank heeft besloten om het verzoek toe te wijzen en het proces-verbaal van medeverdachte B te voegen in het dossier van verdachte A.
De rechtbank heeft verder overwogen dat, gelet op de uitspraak van de Hoge Raad van 1 februari 1994, een zorgvuldige afweging van de bewijsmiddelen vereist dat medeverdachte B alsnog als getuige ter terechtzitting wordt gehoord. Daarom heeft de rechtbank het onderzoek heropend en de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd geschorst. De rechtbank heeft ook bevolen dat zowel verdachte A als getuige B op een nader te bepalen zitting moeten worden opgeroepen. Tevens is bepaald dat de zaken van verdachte A en medeverdachte B gelijktijdig behandeld moeten worden, gezien de onderlinge samenhang.
De beslissing van de rechtbank is genomen door de rechters M. Boerwinkel (voorzitter), Kleinrensink en Van der Mei, en is uitgesproken in het openbaar. De griffier, mr. Demmers, was aanwezig maar kon het vonnis niet mede ondertekenen.