ECLI:NL:RBZUT:2010:BM9987

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
30 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/1011
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vrijstellingsbesluit voor woningbouw aan het Heidepad in Eerbeek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 30 juni 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de vrijstelling van het bestemmingsplan voor de realisatie van woningbouw aan het Heidepad in Eerbeek. De rechtbank heeft de beroepen van eisers, die zich verzetten tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Brummen om vrijstelling te verlenen op grond van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), grotendeels ongegrond verklaard. Echter, voor de specifieke situatie van het bouwrijp maken van gronden voor de realisatie van twee vrijstaande woningen aan het Heidepad heeft de rechtbank het vrijstellingsbesluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de ruimtelijke onderbouwing voor deze woningen niet voldoende was, aangezien het bestemmingsplan “Lombok Noord 1990” een groene zone aan weerszijden van het Heidepad voorschrijft en de benodigde specifieke ruimtelijke onderbouwing ontbrak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers, die bijgestaan werden door een advocaat, terecht bezwaar maakten tegen het ontbreken van een goede ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van de woningen. De rechtbank heeft de proceskosten van eisers toegewezen en het college van burgemeester en wethouders veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van een goede ruimtelijke onderbouwing bij het verlenen van vrijstellingen van bestemmingsplannen, vooral in gebieden waar specifieke bestemmingen zijn vastgesteld.

De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eisers ongelijk hebben gekregen op andere punten en dat zij hoger beroep kunnen instellen als zij de uitspraak op die punten willen aanvechten.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Reg.nr.: 09/1011
Uitspraak in het geding tussen:
[eisers]
te Eerbeek,
eisers,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen
verweerder,
Rotij Grondontwikkeling Oost BV
derde-partij.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 mei 2009 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder aan de derde-partij vrijstelling verleend ten behoeve van de realisatie van de eerste fase woningbouw en de aanleg van infrastructuur op de uitbreidingslocatie Lombok Zuid te Eerbeek (hierna: de uitbreidingslocatie).
Eisers hebben beroep ingesteld. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden.
Het beroep is behandeld ter zitting van 13 april 2010, waar eisers zijn verschenen, bijgestaan door mr. S. Oord, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Amsterdam. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door O.G. Sprikkelman en R. Grob. Namens de derde-partij zijn [namen] verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De uitbreidingslocatie ligt tussen de bestaande woonwijk Lombok Noord, de Ringlaan, de Weverweg en de Lombokweg. De eerste fase omvat de bouw van 113 woningen en de realisatie van bijbehorende voorzieningen als wegen, paden, groen- en speelvoorzieningen. De eerste fase woningbouw grenst direct aan de bestaande wijk Lombok Noord. Het merendeel van de gronden heeft ingevolge het bestemmingsplan “Buitengebied
1982” een agrarische bestemming. De realisatie van het project is in strijd met dit bestemmingsplan en met het bestemmingsplan “Lombok 1990”. Ter opheffing van deze strijdigheid heeft verweerder vrijstelling verleend met toepassing van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
2.2. Ingevolge deze bepaling kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in door gedeputeerde staten aangegeven categorieën van gevallen.
Het bepaalde in artikel 19, eerste lid, van de WRO met betrekking tot een goede ruimtelijke
onderbouwing is van overeenkomstige toepassing.
2.3. Voorontwerp-plannen, structuurplannen/-visies en algemene (sectorale) ruimtelijke beleidsnotities, voorzien van een positief advies van de provinciale diensten en de VROM-inspectie, zijn door gedeputeerde staten van Gelderland, laatstelijk in hun brief van 15 november 2005 (kenmerk 2005-010942), aangegeven als een categorie van gevallen als hiervoor bedoeld onder 2.2. Bij brieven van respectievelijk 21 juli 2006 en 22 januari 2007 hebben de provinciale diensten en de VROM-inspectie meegedeeld dat de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie “Ligt op groen!”, vastgesteld op 28 september 2006 door de raad van de gemeente Brummen, voor wat betreft de uitbreidingslocatie een basis kan vormen voor het verlenen van vrijstelling op grond van artikel 19, tweede lid, van de WRO. Aldus is er sprake van een categorie van gevallen als bedoeld in 2.2.
2.4. Het beroep van eisers richt zich tegen het bouwrijp maken van een groenstrook aan het Heidepad, gelegen in het zuidelijk deel van het bestemmingsplan “Lombok 1990” ten behoeve van de bouw van twee vrijstaande woningen en de bouw van die woningen. Ter zitting heeft verweerder meegedeeld dat nog geen aanvraag om bouwvergunning is ingediend voor het oprichten van de betreffende woningen. Voor het bouwrijp maken van gronden is geen bouwvergunning vereist. De in artikel 49, vijfde lid, van de Woningwet voorgeschreven concentratie van rechtsbescherming is in zoverre hier niet van toepassing. Voor zover het beroep is gericht tegen het bouwrijp maken van gronden, is het dan ook ontvankelijk en kan het inhoudelijk worden beoordeeld.
2.5. Het ontwerpbesluit heeft met het door Amer adviseurs opgestelde ontwerp voor de ruimtelijke onderbouwing Lombok Zuid fase 1 van 8 augustus 2008 met ingang van 18 december 2008 voor de duur van zes weken ter inzage gelegen. Aan het bestreden besluit is de definitieve ruimtelijke onderbouwing van 6 januari 2009 ten grondslag gelegd. Verweerder heeft ter zitting meegedeeld dat de twee vrijstaande woningen al waren opgenomen in het stedenbouwkundig plan van Royal Haskoning op p. 4 van de ontwerp ruimtelijke onderbouwing. Naar het oordeel van de rechtbank wordt dit bevestigd door het gegeven dat in de met betrekking tot het ontwerpbesluit naar voren gebrachte zienswijzen van eisers al melding is gemaakt van de betreffende twee woningen als onderdeel van het uitbreidingsplan Lombok Zuid, eerste fase. Anders dan eisers betogen, kan daarom niet worden geoordeeld dat de twee woningen geen deel uitmaakten van het stedenbouwkundig plan zoals dat met het ontwerpbesluit ter inzage was gelegd. Van schending van de in artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde eis van terinzagelegging van het ontwerpbesluit met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, is de rechtbank dan ook niet gebleken.
2.6. Voor zover eisers betogen dat de ruimtelijke onderbouwing geen betrekking heeft op het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan “Lombok Noord 1990” voor de in
geding zijnde twee vrijstaande woningen, wordt het volgende overwogen. Het
bestemmingsplan “Lombok Noord 1990” gaat uit van een groene zone aan weerszijden van het Heidepad, welke groene zone ook daadwerkelijk, zij het niet volledig, is verwezenlijkt. In de gegeven situatie behoeft het realiseren van (extra) woningen zoals de in geding zijnde twee vrijstaande woningen in de betreffende groene zone een specifieke, daarop toegespitste ruimtelijke onderbouwing. Een zodanige ruimtelijke onderbouwing is niet gegeven in de definitieve ruimtelijke onderbouwing van 6 januari 2009 en evenmin in de bij het bestreden besluit behorende zienswijzennota. De door verweerder met verwijzing naar het Kwalitatief Woningbouwprogramma 2 (KWP 2) gestelde algemene urgentie van woningbouw in Eerbeek, maakt dit niet anders. Het betoog van eisers slaagt.
2.7. Voor zover eisers betogen dat het bestreden besluit niet voorziet in ontsluiting voor bereikbaarheid per auto van de twee vrijstaande woningen en dat het beoogde gebruik als woningen met garage daarom niet mogelijk is, wordt het volgende overwogen. Verweerder heeft ter zitting meegedeeld dat het bestreden besluit niet voorziet in het doortrekken en openstellen voor auto’s van een gedeelte van de voetpaden van de Imker en de Honingraat. Anders dan eisers menen voorziet de vrijstelling evenwel niet specifiek in woningen met garage. Verwezen wordt in dit verband naar de bij de ruimtelijke onderbouwing van het bestreden besluit gevoegde projectkaart van Amer adviseurs. Woningen zonder garage zijn wel mogelijk. Het betoog van eisers faalt derhalve.
2.8. De conclusie moet, gelet op wat hiervoor onder 2.6. is overwogen, zijn dat het in geding zijnde project, voor zover betrekking hebbend op het bouwrijp maken van gronden voor realisering van de twee vrijstaande woningen aan het bestaande, binnen de begrenzing van het bestemmingsplan “Lombok Noord 1990” gelegen, Heidepad, niet is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Verweerder was derhalve in zoverre niet bevoegd tot het verlenen van de bestreden vrijstelling.
2.9. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit moet worden vernietigd, voor zover het betrekking heeft op het bouwrijp maken van gronden voor realisering van de twee vrijstaande woningen aan het bestaande, binnen de begrenzing van het bestemmingsplan “Lombok Noord 1990” gelegen, Heidepad.
2.10. Er is aanleiding voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten van eisers.
Ter zake van verleende rechtsbijstand worden 2 punten met een wegingsfactor 1 toegekend.
2.11. Ter voorlichting van partijen wordt nog het volgende opgemerkt. In overwegingen 2.5. en 2.7. zijn beroepsgronden van eisers uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen. Eisers hebben hier dus ongelijk gekregen. Als zij willen voorkomen dat de uitspraak op deze punten komt vast te staan, moeten zij tegen deze overwegingen van de uitspraak hoger beroep instellen.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover het betrekking heeft op het bouwrijp maken van gronden voor realisering van de twee vrijstaande woningen aan het bestaande, binnen de begrenzing van het bestemmingsplan “Lombok Noord 1990” gelegen Heidepad;
- gelast verweerder aan eisers het betaalde griffierecht van € 150,- te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 644,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. van Duyvendijk, voorzitter, en mrs. A.L.M. Steinebach-de Wit en W.J.B. Claassen-Dales, leden. De beslissing is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2010.