ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ5438
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P. van Baaren
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het Verdrag tussen Nederland en Zwitserland op forensenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 12 augustus 2009 uitspraak gedaan in een geschil over een aanslag forensenbelasting voor het jaar 2004, opgelegd aan eiseres, die in Zwitserland woont. De aanslag, ter hoogte van € 1.408,71, was gebaseerd op de 'Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting gemeente Epe 2002', die op 1 januari 2002 in werking is getreden. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door de heffingsambtenaar. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij haar echtgenoot als gemachtigde optrad.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslag betrekking heeft op een woning in Emst, die eiseres meer dan 90 dagen in het belastingjaar 2004 als gemeubileerde woning beschikbaar heeft gehouden. Eiseres betoogde dat de aanslag in strijd was met het Verdrag tussen Nederland en Zwitserland van 12 november 1951, dat dubbele belasting op het gebied van inkomen en vermogen moet voorkomen. Volgens eiseres zou de forensenbelasting als vermogensbelasting moeten worden aangemerkt, waardoor deze onder de Zwitserse belastingheffing zou vallen.
De rechtbank heeft dit standpunt van eiseres verworpen. Zij oordeelde dat de forensenbelasting niet onder de reikwijdte van het Verdrag valt, omdat deze belasting wordt geheven van natuurlijke personen die een gemeubileerde woning beschikbaar houden, zonder dat deze woning tot hun vermogen behoort. De rechtbank concludeerde dat de aanslag terecht was opgelegd en dat de gemeenteraad bevoegd was om de hoogte van de belasting vast te stellen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in proceskosten.