ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4062
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P. van Baaren
- Rechtspraak.nl
Aanslag onroerende zaakbelasting voor een recreatiewoning en volgtijdig gebruik
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 19 september 2007, staat de aanslag onroerende zaakbelasting 2006 voor een woning in geschil. Eiser, die mede-eigenaar is van de woning, betwist de door de heffingsambtenaar van de gemeente Nunspeet opgelegde aanslag, omdat hij van mening is dat de woning niet anders dan een woonfunctie mag hebben. De woning heeft in 2005 een periode van kamerverhuur gekend, maar deze is op 15 december 2005 beëindigd. Sindsdien heeft de woning leeggestaan tot begin 2006, waarna er in totaal vijf mensen in de woning zijn komen wonen, zonder dat er sprake was van volgtijdig gebruik. De heffingsambtenaar heeft eiser aangemerkt als gebruiker van de onroerende zaak, omdat hij meent dat er sprake is van volgtijdig gebruik zoals bedoeld in artikel 220b van de Gemeentewet.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat er in 2006 sprake was van volgtijdig gebruik. De GBA-gegevens, die de bewonerssamenstelling in aantal en tijd zouden kunnen verduidelijken, zijn niet verstrekt. Eiser heeft de stelling van de heffingsambtenaar weersproken, waardoor van de heffingsambtenaar een zwaarder bewijs verlangd mag worden dan enkel de mededeling dat er meerdere huishoudens in de woning verbleven.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt de aanslag en de uitspraak op bezwaar, en bepaalt dat de gemeente Nunspeet het door eiser betaalde griffierecht van € 38,-- vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. R.P. van Baaren, in tegenwoordigheid van de griffier.