ECLI:NL:RBZUT:2007:BA7405
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- K. van Duyvendijk
- L.J. Bosch
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot verlening van vrijstelling voor bedrijventerrein Lindebrook
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 13 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de aanleg van een bedrijventerrein te Lichtenvoorde. De eisers, bestaande uit [eiser A] en 54 anderen, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost-Gelre, dat op 14 februari 2006 vrijstelling verleende van het geldende bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene verklaring van geen bezwaar, die was afgegeven op basis van een sectorale ruimtelijke beleidsnotitie, betrekking had op een voorontwerp-bestemmingsplan. Dit leidde tot de conclusie dat de geldigheidstermijn van de verklaring slechts 1 jaar was in plaats van 5 jaar, zoals door verweerder werd gesteld. Hierdoor was het bestreden besluit onbevoegd genomen, omdat de termijn voor het verlenen van vrijstelling al was verstreken op het moment van de beslissing.
De rechtbank heeft het beroep van de onder 2.2 genoemde eisers niet-ontvankelijk verklaard, terwijl het beroep van de overige eisers gegrond werd verklaard. Het bestreden besluit werd vernietigd en de gemeente werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de eisers. De uitspraak benadrukt het belang van de geldigheidstermijnen van verklaringen van geen bezwaar in het kader van ruimtelijke ordening en de noodzaak voor een goede ruimtelijke onderbouwing van projecten.