ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3642
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in vrijwaring met betrekking tot doorhaling van de hoofdzaak en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 september 2005 uitspraak gedaan in een vrijwaringsprocedure. De eiser, wonende te Zeewolde, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, wonende te Ermelo, in het kader van een doorhaling van de hoofdzaak. De hoofdzaak was doorgehaald, maar de eiser stelde dat dit geen definitieve afdoening betekende, omdat er geen minnelijke regeling was getroffen tussen de partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat doorhaling een administratieve handeling is en dat de procedure niet eindigt door alleen deze handeling. De eiser heeft belang bij het doorzetten van de vrijwaringsprocedure, terwijl de gedaagde belang heeft bij een eindvonnis om zijn kosten vergoed te krijgen.
De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure in detail besproken, inclusief eerdere vonnissen en akten van beide partijen. De eiser heeft zijn vordering in vrijwaring gehandhaafd, terwijl de gedaagde verweer heeft gevoerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de onzekerheid over de doorhaling en de mogelijkheid van verdere procedurele stappen voor rekening van de eiser komt. De gedaagde heeft recht op vergoeding van zijn proceskosten, en de rechtbank heeft partijen aangeraden om in onderling overleg tot een regeling te komen. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, zal de zaak opnieuw op de rol worden geplaatst voor verdere beslissingen.