ECLI:NL:RBZLY:2012:BY5405
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Raadkamer
- F. van der Maden
- H.L. Buijsman
- A.M. van der Pal
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot beëindiging van de strafzaak tegen de zoon van het vermoorde echtpaar Vis in de Vollenhovense moordzaak
Op 6 december 2012 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een zaak waarin de zoon van het vermoorde echtpaar Vis als verdachte werd aangemerkt in de Vollenhovense moordzaak. De verdachte had een verzoek ingediend om niet langer als verdachte te worden aangemerkt. De raadkamer van de rechtbank oordeelde dat het Openbaar Ministerie (OM) nog drie maanden de tijd krijgt om nader onderzoek te verrichten. Dit besluit volgde op een eerdere zitting op 5 december 2012, waar zowel de verdachte als het OM hun zienswijze gaven.
De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, stelde dat het verzoek van de verdachte primair afgewezen moest worden, omdat er nog geen uitsluiting van de verdachte mogelijk was. Er waren nog diverse onderzoeken gaande, waaronder een review van het DNA-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en aanvullend onderzoek op een t-shirt van het slachtoffer. De verdediging, vertegenwoordigd door dhr. mr. A.A. Bos, betoogde dat het OM niet aannemelijk had gemaakt dat verdere vervolging zou plaatsvinden, gezien de lange duur van de procedure en het gebrek aan concrete bewijzen.
De rechtbank concludeerde dat de verdenking van betrokkenheid bij een ernstig misdrijf nog steeds aanwezig was en dat het onderzoek naar de verdachte nog steeds van cruciaal belang was voor de voortgang van de zaak. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn voor het strafrechtelijk onderzoek en besloot de beslissing op het verzoek tot beëindiging van de strafzaak aan te houden voor een periode van drie maanden.