ECLI:NL:RBZLY:2012:BY5405

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
6 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/630280-09; RK 11/1277
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot beëindiging van de strafzaak tegen de zoon van het vermoorde echtpaar Vis in de Vollenhovense moordzaak

Op 6 december 2012 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een zaak waarin de zoon van het vermoorde echtpaar Vis als verdachte werd aangemerkt in de Vollenhovense moordzaak. De verdachte had een verzoek ingediend om niet langer als verdachte te worden aangemerkt. De raadkamer van de rechtbank oordeelde dat het Openbaar Ministerie (OM) nog drie maanden de tijd krijgt om nader onderzoek te verrichten. Dit besluit volgde op een eerdere zitting op 5 december 2012, waar zowel de verdachte als het OM hun zienswijze gaven.

De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, stelde dat het verzoek van de verdachte primair afgewezen moest worden, omdat er nog geen uitsluiting van de verdachte mogelijk was. Er waren nog diverse onderzoeken gaande, waaronder een review van het DNA-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en aanvullend onderzoek op een t-shirt van het slachtoffer. De verdediging, vertegenwoordigd door dhr. mr. A.A. Bos, betoogde dat het OM niet aannemelijk had gemaakt dat verdere vervolging zou plaatsvinden, gezien de lange duur van de procedure en het gebrek aan concrete bewijzen.

De rechtbank concludeerde dat de verdenking van betrokkenheid bij een ernstig misdrijf nog steeds aanwezig was en dat het onderzoek naar de verdachte nog steeds van cruciaal belang was voor de voortgang van de zaak. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn voor het strafrechtelijk onderzoek en besloot de beslissing op het verzoek tot beëindiging van de strafzaak aan te houden voor een periode van drie maanden.

Uitspraak

tussen beschikking
RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige raadkamer; onderzoek achter gesloten deuren
zittingsplaats en -datum: Zwolle, woensdag 5 december 2012
uitspraakdatum: donderdag 6 december 2012
parket- en rekestnummer(s): 07/630280-09; RK 11/1277
soort: verzoek artikel 36 Wetboek van Strafvordering
voorzitter: mr. F. van der Maden
rechters: mr. H.l. Buijsman en mr. A.M. van der Pal
officier van justitie: mr. C.C.S. Bordenga-Koppes
griffier: P.A. Feenstra
naam, voornamen verdachte: [verdachte]
geboorteplaats, -datum: [plaats, 1975]
adres GBA: zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande
feitelijke verblijfplaats: in deze zaak woonplaats kiezend ten kantore van zijn raadsman
raadsman/-vrouw: dhr.mr. A.A. Bos, advocaat te Zwolle
Tussenbeslissing op het verzoek beëindiging strafzaak, ingediend op 16 september 2011. Op
de hierboven genoemde zittingsdatum hebben verzoeker en openbaar ministerie wederom
hun zienswijze gegeven.
conclusie offÎcier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het verzoek primair dient te worden afgewezen,
omdat verzoeker nog niet als verdachte kan worden uitgesloten. De Independent Forensic
Services (IFS) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zullen naar aanleiding van het
rapport van IFS d.d. 4 oktober 2012 nadere onderzoeksvragen worden gesteld. Ook komt er
een review van het NFI op al het gedane DNA-onderzoek door NFI en IFS en is opdracht
gegeven voor het doen van aanvullend onderzoek op een t-shirt van het slachtoffer [slachtoffer].
Verder dient er nog tactisch nader onderzoek plaatsvinden. Subsidiair verzoekt zij - in
verband met voornoemde onderzoeken - aanhouding van de beslissing voor 3 maanden.
standpunt verzoeker
De verdediging heeft, kort samengevat, gesteld dat het openbaar ministerie met de
opsomming van opsporingshandelingen niet heeft aannemelijk heeft gemaakt dat verdere
vervolging plaats gaat vinden. De vervolging duurt al32 maanden en concrete bewijzen
tegen verzoeker liggen er niet. Het voorgestelde onderzoek kan ook plaatsvinden indien de
zaak tegen verzoeker geëindigd wordt verklaard.
motivering
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of vervolging van verdachte in deze
strafzaak thans nog wordt voortgezet door het openbaar ministerie. De verdenking betreft
betrokkenheid bij een zeer ernstig misdrijf. Het tot op heden uitgevoerde onderzoek heeft
verzoeker niet uitgesloten als verdachte. De officier van justitie heeft voldoende aannemelijk
gemaakt dat momenteel nog zinvol onderzoek wordt gedaan naar de betrokkenheid van
verzoeker bij het strafbare feit en dat daarbij zijn status als verdachte van cruciaal belang is,
met name voor het uitvoeren van het forensisch technisch onderzoek. De rechtbank is
daarnaast van oordeel dat er thans geen sprake is van een situatie dat de redelijke termijn
waarin een strafrechtelijk onderzoek dient te worden afgerond is overschreden. De beslissing
op het verzoek zal daarom weer worden aangehouden.
beslissing
Schorst de beslissing op het verzoek ex artikel 36 Wetboek van Strafvordering voor de duur
van 3 maanden.
Mrs. Buijsman en Van der Pal zijn buiten staat mede te ondertekenen.