ECLI:NL:RBZLY:2012:BX4329
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- W.P.M. Elderman
- M.D. Moeke
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening bij aanvraag uitkering na intrekking op basis van gewijzigde situatie
In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig te Almere, een voorlopige voorziening aangevraagd na de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Almere. De afwijzing vond plaats op 8 mei 2012, waarbij verweerder stelde dat verzoekster niet voldeed aan de vereisten voor bijstandsverlening, omdat zij volgens hen een gezamenlijke huishouding voerde. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij tijdens de bezwaarprocedure bijstand kon ontvangen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 juli 2012 behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. G.J. de Kaste, en verweerder door P.E.C. Botman. Tijdens de zitting is het onderzoek geschorst om verzoekster de gelegenheid te geven nadere informatie te overleggen. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten zonder nadere zitting.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster met de overgelegde verklaringen van objectieve bronnen, waaronder een casemanager van Bureau Jeugdzorg en een gezinshulpverlener, voldoende had aangetoond dat er een wijziging in haar situatie was. Deze verklaringen gaven aan dat verzoekster alleen met haar kinderen woont, wat in tegenstelling staat tot de eerdere anonieme verklaringen die bij het buurtonderzoek waren afgelegd. Op basis van deze nieuwe informatie heeft de voorzieningenrechter besloten dat het bestreden besluit van verweerder in bezwaar geen stand kan houden en heeft zij de voorlopige voorziening toegewezen. Verweerder werd opgedragen om aan verzoekster bij wijze van voorschot een bijstandsuitkering te verstrekken ter hoogte van de geldende norm, ingaande op de datum van indiening van het verzoek, 25 juni 2012.
De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat verzoekster pas in de voorlopige voorzieningenprocedure gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om aan te tonen dat er sprake was van een wijziging in haar situatie. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.M. Elderman, voorzieningenrechter, en mr. M.D. Moeke als griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2012.