RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Parketnummers: 07.994520 + 15.667183-08 (vtvv) (P)
Vonnis van de meervoudige economische kamer d.d. 29 maart 2011
[verdachte],
[geboortedatum]
[adres]
HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 29 maart 2011. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 15 maart 2012. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.C.A. Plantenga en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.
De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, opzettelijk, (totaal) ongeveer 2750 kilogram professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, waaronder
-knalvuurwerk te weten 12.000, althans één of meer vlinder(s) en/of
-knalvuurwerk te weten 1050, althans één of meer banger(s) Atomic en/of
-vuurpijlen te weten 934, althans één of meer signaalraket(ten) zink-902 en/of
-vuurpijlen te weten 203, althans één of meer signaalraket(ten) zink-901 en/of
-knalvuurwerk te weten 3, althans één of meer Napolitaanse bom(men) en/of
-knalvuurwerk te weten 54, althans één of meer banger(s) Cobra6 en/of
-knalstrengen te weten 14, althans één of meer Chinese rol(len) T809 en/of
-mortierbom(men) te weten 38, althans één of meer titanio salute 3" en/of 16 althans één of meer DS04 en/of 38 titanio salute 4" en/of 92 4"salute en/of
-knalvuurwerk te weten 36.000 althans één of meer nitraat/nitraten Colour Salute BO003 en/of
-combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen te weten 10 althans één of meer verschillende flowerbed(s),
voorhanden heeft gehad in een schuur aan de [adres];
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit juncto artikel 2 Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk juncto bijlage II Ract)
hij op of omstreeks 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis (totaal) ongeveer 2750 kilogram professioneel vuurwerk, waaronder:
-knalvuurwerk te weten 12.000, althans één of meer vlinder(s) en/of
-knalvuurwerk te weten 1050, althans één of meer banger(s) Atomic en/of
-vuurpijlen te weten 934, althans één of meer signaalraket(ten) zink-902 en/of
-vuurpijlen te weten 203, althans één of meer signaalraket(ten) zink-901 en/of
-knalvuurwerk te weten 3, althans één of meer Napolitaanse bom(men)en/of
-knalvuurwerk te weten 54, althans één of meer banger(s) Cobra6 en/of
-knalstrengen te weten 14, althans één of meer Chinese rol(len) T809 en/of
-mortierbom(men) te weten 38, althans één of meer titanio salute 3” en/of 16, althans één of meer DS04 en/of 38 titanio salute 4”en/of 92 4”salute en/of
-knalvuurwerk te weten 36.000, althans één of meer nitraat/nitraten Colour Salute BO003 en/of
-combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen te weten 10, althans één of meer verschillende flowerbed(s),
voorhanden heeft gehad in een schuur aan de [adres];
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 3 Vuurwerkbesluit juncto artikel 2 Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk juncto bijlage II Ract)
althans, indien het vorenstaande onder 1. niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk (2750 kilogram) vuurwerk, waaronder (een) mortierbom(men) en/of (een) Chinese rol(len) en/of (een) signaalraket(ten) en/of (een) flowerbed(s) en/of (een) banger(s), voorhanden heeft gehad in een schuur aan de [adres], althans buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4. Vuurwerkbesluit en/of artikel 2.2.2, 3.2.1. en/of 3A.2.1. Vuurwerkbesluit waarvoor een omgevingsvergunning is verleend die betrekking heeft op de opslag van vuurwerk en/of artikel 2.2.1. Vuurwerkbesluit, waarvoor een melding is gedaan krachtens artikel 2.2.4. Vuurwerkbesluit;
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.4 Vuurwerkbesluit)
2.
hij op of omstreeks 04 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk (totaal) ongeveer 116 kilogram professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, waaronder
- mortierbom(men) te weten 48, althans één of meer DS03 en/of
- combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen te weten 2 althans één of meer verschillende flowerbed(s) '37' en/of
- vuurpijlen te weten 100, althans één of meer signaalraket(ten) zink-2006 en/of
- knalvuurwerk te weten 200, althans één of meer vlinder(s) en/of
- knalvuurwerk te weten 30, althans één of meer banger(s) Cobra6 en/of
- knalvuurwerk te weten 1000, althans één of meer banger(s) FP3 en/of
- vuurpijlen te weten 203, althans één of meer signaalraket(ten) zink-091,
voorhanden heeft gehad in een Mercedes met kenteken [nummer];
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit juncto artikel 2 Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk juncto bijlage II Ract)
hij op of omstreeks 04 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis (totaal) ongeveer 116 kilogram professioneel vuurwerk, waaronder:
-mortierbom(men) te weten 48, althans één of meer DS03 en/of
-combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen te weten 2 althans één of meer verschillende flowerbed(s) '37' en/of
-vuurpijlen te weten 100, althans één of meer signaalraket(ten) zink-2006 en/of
-knalvuurwerk te weten 200, althans één of meer vlinder(s) en/of
-knalvuurwerk te weten 30, althans één of meer banger(s) Cobra6 en/of
-knalvuurwerk te weten 1000, althans één of meer banger(s) FP3 en/of
-vuurpijlen te weten, althans één of meer signaalraket(ten) zink-091,
voorhanden heeft gehad in een Mercedes met kenteken [nummer];
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.3 lid 1 Vuurwerkbesluit juncto artikel 2 Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk juncto bijlage II Ract)
3.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 08 november 2010 in Nederland, opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik waaronder: -mortierbom(men) te weten en/of
-knalvuurwerk te weten banger(s) Cobra6 en/of Fenix FP3 en/of
-knalvuurwerk te weten strijker(s) K208 en/of FP8 en/of '1309' en/of
-vuurpijl(en) te weten signaalraket(ten) Super, zink-901, zink-901 en/of zink-2006,
op of omstreeks 27 januari 2010 te [adres] aan [betrokkene] ([geboortedatum]) en/of op of omstreeks 06 november 2010 in de omgeving van Deventer aan [bet[betrokkene]] en/of
op of omstreeks 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst aan [betrok[betrokkene],
althans aan anderen en/of een ander ter beschikking heeft gesteld;
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit juncto artikel 2 Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk juncto bijlage II Ract)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 08 november 2010 in Nederland, opzettelijk, professioneel vuurwerk, waaronder
- mortierbom(men) te weten en/of
- knalvuurwerk te weten banger(s) Cobra6 en/of Fenix FP3 en/of
- knalvuurwerk te weten strijker(s) K208 en/of FP8 en/of '1309' en/of
- vuurpijl(en) te weten signaalraket(ten) Super, zink-901, zink-901 en/of zink-2006,
op of omstreeks 27 januari 2010 te [adres] aan [betrokkene] (geboren [geboortedatum]) en/of
op of omstreeks 6 november 2010 in de omgeving van Deventer aan [bet[betrokkene]] en/of
op of omstreeks 8 november 2010 te [adres], gemeente Voorst aan [betrok[betrokkene], althans aan (een) ander(en) dan (een) perso(o)n(en) met gespecialiseerde kennis ter beschikking heeft gesteld;
(strafbaarstelling: artikel 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 2 Vuurwerkbesluit juncto artikel 2 Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk juncto bijlage II Ract)
4.
hij op of omstreeks 27 januari 2010 te [adres], althans in Nederland, opzettelijk,
a. een gaspistool, merk Walther, type P99, zijnde een wapen van categorie III onder 1, althans een wapen van de categorie II en/of III en/of
b. 100, althans één of meer 9 mm patronen, althans munitie van de categorie II en/of III heeft overgedragen aan [betrokkene] (geboren [geboortedatum]);
(strafbaarstelling artikel 31 Wet Wapen en munitie)
5.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) (in ieder geval 21.000 euro), althans enig(e) geldbedrag(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, terwijl hij en/of zijn mededaders(s) wist(en) dat voornoemde voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, te weten het voorhanden hebben en/of afleveren van vuurwerk dat niet voldeed aan de eisen van het Vuurwerkbesluit;
(strafbaarstelling: artikel 420bis onder b Strafrecht)
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Ten gevolge van een kennelijke vergissing staat in de tenlastelegging onder l vuurpijlen, te weten signaalraketten zink-091 in plaats van signaalraketten zink-901. De rechtbank herstelt deze vergissing. De rechtbank komt tot deze conclusie gelet op het inbeslaggenomen en onderzochte vuurwerk op 08 november 2010. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting wordt de verdachte door deze aanpassing in de verdediging niet geschaad.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Inleiding
Bij de beoordeling van deze zaak stelt de rechtbank op basis van het voorliggende procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting het navolgende vast.
Ten aanzien van de ten laste gelegde feiten
In mei 2010 wordt in het kader van een vuurwerkonderzoek enige informatie verkregen over een man uit Almere die in vuurwerk zou handelen. De politie achterhaalt dat dit mogelijk [betrok[betrokkene] is en start het onderzoek 14Niger. [betrok[betrokkene] wordt als verdachte aangemerkt en stelselmatig geobserveerd. Tevens wordt zijn mobiele telefoon getapt. Hieruit blijkt onder meer het navolgende.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde en de onder 3. ten laste gelegde levering aan [betrok[betrokkene]
Uit getapte gesprekken van 04, 06 en 07 november 2011 blijkt dat de later aangehouden [betrokkene] contact heeft met een persoon die aangeeft nog veel vuurwerk te hebben en daarvan afwilde. Deze persoon wordt door de politie geïdentificeerd als [verdachte].
Tijdens een observatie op 08 november 2010 wordt [betrokkene] opgehaald door [getuige]. [betrokkene] en [b[getuige] rijden naar een carpoolplaats langs de snelweg in Vaassen. Aldaar stapt een derde persoon in en rijden zij naar een loods in [adres]. Er wordt ongeveer 650 kilo vuurwerk in een aanhanger geladen. [betrokkene] wordt aangehouden en verklaart dat het vuurwerk geleverd is door ene [verdachte] uit [woonplaats].
[getuige] legt een getuigenverklaring af. In de loods in [adres] wordt 2750 kilo vuurwerk aangetroffen. Nader onderzoek wijst uit dat het om professioneel vuurwerk gaat.
[verdachte] wordt na de levering aangehouden als verdachte. Bij hem wordt € 10.000, - aangetroffen. Ter terechtzitting van 15 maart 2012 heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
Op 04 november 2010 wordt een stopteken gegeven aan een donkerkleurige Mercedes gekentekend [nummer]. De bestuurder, [verdachte], wordt om zijn rijbewijs gevraagd. Op het moment dat een verbalisant met een maglight in de auto schijnt, ziet hij enkele dozen met oranjekleurige stickers erop. Tijdens de controle van het rijbewijs blijkt [verdachte] in het herkenningssysteem voor te komen en gevarenklasse 4 (vuurwapengevaarlijk) te hebben. Met toestemming van [verdachte] wordt in de kofferbak gekeken. In de kofferbak wordt vuurwerk aangetroffen. [verdachte] wordt hierop aangehouden. De auto met daarin het vuurwerk – en na later blijkt € 11.013,10 – wordt inbeslaggenomen.
Het inbeslaggenomen vuurwerk, met een gewicht van 116 kilo wordt onderzocht. Nader onderzoek wijst uit dat het gaat om professioneel vuurwerk.
Ter terechtzitting van 15 maart 2012 heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd.
Ten aanzien van de onder 3. ten laste gelegde levering aan [bet[bet[betrokkene]]
Naar aanleiding van een getapt gesprek tussen [betrokkene] en [verdachte] waarin wordt aangegeven dat [betrokkene] “een gozer uit Almere” moet bellen omdat hij zo alle blokken komt ophalen wordt er onderzoek gedaan naar de historische gegevens van de telefoon van [verdachte]. Hieruit blijkt dat er op 06 november 2010 meerdere malen contact is geweest tussen [verdachte] en de gebruiker van telefoonnummer [nummer], zijnde [bet[bet[betrokkene]].
De woning van [bet[bet[betrokkene]] wordt geobserveerd en vervolgens met een machtiging binnentreden binnengegaan. In de woning en in de schuur wordt vuurwerk aangetroffen. In de auto van [bet[bet[betrokkene]] wordt ook vuurwerk aangetroffen.
Het vuurwerk wordt inbeslaggenomen en onderzocht. Tijdens dit onderzoek blijkt dat het gaat om professioneel vuurwerk.
Ten aanzien van de onder 3. ten laste gelegde levering aan [betrokkene] en het onder 4. ten laste gelegde
Op 08 december 2009 doet de directeur van een basisschool in [adres] bij de politie een melding dat [betrokkene] op school vuurwerk uitdeelt. Op 05 maart 2010 komt [betrokkene] bij de politie met een doos vuurwerk dat van zijn zoon is. Het vuurwerk wordt onderzocht en blijkt niet te voldoen aan het Vuurwerkbesluit.
Naar aanleiding van een melding dat er geschoten wordt in het park in [adres] wordt op 07 maart 2010 de 13-jarige [betrokkene] aangehouden. Hij verklaart dat hij via de si[adres] contact is gekomen met ene “[betrokkene]”. Deze “[betrokkene]” heeft aan hem op 27 januari 2010 in [adres] nitraten en een pistool geleverd. “[betrokkene]” reed in een zwarte Mercedes. [betrokkene] geeft vervolgens een signalement, het telefoonnummer en het e-mailadres van “[betrokkene]”.
Uit de historische gegevens blijkt dat het telefoonnummer [nummer] bijna dagelijks wordt opgevangen door een telefoonpaal aan de [adres] in [woonplaats]. Tevens blijkt dat
voornoemd telefoonnummer in een advertentie voor de verkoop van sigaretten op “[adres]” wordt genoemd.
Het onder [betrokkene] inbeslaggenomen pistool en de inbeslaggenomen munitie worden onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat het een gaspistool, merk Walther, type P99, een categorie III vuurwapen is. De inbeslagenomen patronen zijn 9mm patronen.
Op 08 december 2010 heeft verdachte tijdens zijn detentie een verklaring afgelegd.
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend vuurwerk en een pistool aan [betrokkene] geleverd te hebben.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair en 4. en 5. ten laste gelegde wordt veroordeeld.
Zij heeft daartoe - zoals vervat in een op schrift gesteld requisitoir - voor het onder 1. ten laste gelegde onder meer verwezen naar de bekennende verklaring van verdachte, de hiervoor genoemde tapgesprekken, het proces-verbaal van observatie en aanhouding, de afspraak op 08 november 2010 om het vuurwerk op te halen en het door het NFI onderzochte vuurwerk.
Voor het onder 2. ten laste gelegde heeft de officier van justitie voor een bewezenverklaring gewezen op het proces-verbaal van bevindingen, het inbeslaggenomen vuurwerk, het daarnaar door het NFI verrichte onderzoek en de bekennende verklaring van verdachte.
Voor het onder 3. ten laste gelegde heeft de officier van justitie voor een bewezenverklaring van de leveringen aan [bet[bet[betrokkene]] en [betrokkene] verwezen naar de tapgesprekken, de verklaring van [betrokkene], het in beslaggenomen en onderzochte vuurwerk en de bekennende verklaring van verdachte.
Met betrekking tot de bewezenverklaring van de levering van vuurwerk en het gaspistool aan [betrokkene] heeft de officier van justitie gewezen op de verklaring van [betrokkene], de verklaring van verdachte afgelegd in de penitentiaire inrichting op 08 december 2010, het onderzochte gaspistool en het onderzochte vuurwerk.
Voorts heeft zij met betrekking tot het ten laste gelegde witwassen opgemerkt dat verdachte handelt in illegaal vuurwerk en dat de opbrengst van de verkoop onder het witwassen valt. De verklaring van verdachte dat het aangetroffen geld aan een ander toebehoort, is niet aannemelijk geworden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde, de onder 3. ten laste gelegde leveringen aan [betrokkene] en [betrokkene] en het onder 5. ten laste gelegde gerefereerd.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat er sprake was van een onrechtmatige controle. Verbalisanten hebben verdachte een stopteken gegeven omdat ambtshalve bekend was dat er veel inbraken gepleegd werden in die buurt. Een controle op grond van voornoemde ambtshalve reden houdt een strafvorderlijke controle in. Deze controle was echter onrechtmatig omdat er geen redelijk vermoeden van schuld was dat verdachte betrokken was bij het plegen van een strafbaar feit. Nu de controle onrechtmatig verricht is, dient het in de auto aangetroffen vuurwerk primair ingevolge het bepaalde in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering uitgesloten te worden van het bewijs.
Ten aanzien van de onder 3. ten laste gelegde levering aan [betrokkene] en het onder 4. ten laste gelegde heeft de raadsman eveneens betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat slechts [betrokkene] verklaart over de levering van vuurwerk en een gaspistool door ene “[betrokkene]”. Deze enkele verklaring is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen nu de verklaring van verdachte afgelegd op 08 december 2010 niet bruikbaar is voor het bewijs. Verdachte heeft deze bekennende verklaring afgelegd omdat hij dan vrijgelaten zou worden. De verklaring van verdachte is bovendien niet ondertekend.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van de stukken van het onderliggende strafdossier en van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gebracht.
Algemene overwegingen
Alvorens in te gaan op het ten laste gelegde overweegt de rechtbank het navolgende.
Regelgeving
Vuurwerk
Ingevolge artikel 1A.1.3, derde lid van het Vuurwerkbesluit is het vuurwerk dat in de handel wordt gebracht onder te verdelen in vier categorieën.
Categorie 1: vuurwerk dat zeer weinig gevaar en een te verwaarlozen geluidsniveau oplevert en bestemd is voor gebruik in een besloten ruimte, inclusief vuurwerk dat bestemd is voor gebruik binnenshuis;
Categorie 2: vuurwerk dat weinig gevaar en een laag geluidsniveau oplevert en bestemd is voor gebruik buitenshuis in een afgebakende plaats;
Categorie 3: vuurwerk dat middelmatig gevaar oplevert en bestemd is voor gebruik buitenshuis in een grote open ruimte, en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid;
Categorie 4: vuurwerk dat veel gevaar oplevert en uitsluitend bestemd is voor gebruik door personen met gespecialiseerde kennis, en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid.
Consumentenvuurwerk
In de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 (RNEV) en artikel 2 van de Regeling Aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (RACT) staat nader beschreven wat consumentenvuurwerk is. Consumentenvuurwerk wordt gedefinieerd als vuurwerk dat in de categorie 1, 2 of 3 is ingedeeld en dat bij of krachtens het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Professioneel vuurwerk
In artikel 1.1.1. van het Vuurwerkbesluit is professioneel vuurwerk gedefinieerd als vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 4 alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 2 of 3 en dat niet bij of krachtens het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Opzet
De rechtbank overweegt dat er gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Wet op de economische delicten sprake is van een misdrijf indien het delict opzettelijk is begaan. Bij de invulling van de opzet dient er uitgegaan te worden van kleurloos opzet. De opzet hoeft zodoende niet gericht te zijn op het niet naleven van de van toepassing zijnde wettelijke verplichtingen.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
Professioneel vuurwerk
De rechtbank overweegt dat het vuurwerk dat op 08 november 2010 in beslag is genomen blijkens nader onderzoek bestempeld moet worden als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. Op basis van de verklaring van verdachte en de uiterlijke kenmerken van het vuurwerk kan immers geconcludeerd worden dat het vuurwerk niet geschikt is voor particulier gebruik. Het aangetroffen vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk en voldoet niet aan de eisen genoemd in artikel 3.1.1. Vuurwerkbesluit.
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake was van 12.000 vlinders, 1239 signaalraketten (934 zink-902 en 305 zink-901), 3 Napolitaanse bommen, 14 Chinese rollen, 1104 bangers (1050 Atomic en 54 Cobra6), 184 mortierbommen en combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen.
Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling bekend dat hij vuurwerk afkomstig uit de loods heeft ingeladen en aangegeven dat hij wist dat het om illegaal vuurwerk ging dat verkocht werd. Verdachte heeft tevens verklaard dat hij de beschikking over de loods had.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de beschikking over de loods en daarmee handelingsbevoegdheid ten aanzien van het illegale vuurwerk had.
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte, tezamen met het proces-verbaal van onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk en de verklaring van [betrokkene] en getuige [b[getuige], acht de rechtbank het onder 1. primair, eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank volstaat met een opgave van voornoemde bewijsmiddelen, gelet op hetgeen in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is bepaald.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
Controle
De verdediging heeft het verweer gevoerd dat het stopteken dat aan verdachte is gegeven onrechtmatig was gelet op het ontbreken van redelijk vermoeden van schuld. Het inbeslaggenomen vuurwerk dient als gevolg van deze onrechtmatigheid uitgesloten te worden van het bewijs.
Naar het oordeel van de rechtbank brengt de enkele omstandigheid dat de bevoegdheid zou ontbreken om de in zijn auto rijdende verdachte staande te houden, nog niet mee dat de resultaten van het daarna met toestemming van de verdachte in diens auto verrichte onderzoek niet tot het bewijs zouden mogen worden gebezigd.
De rechtbank verwijst daarvoor naar het arrest van de Hoge Raad van 07 juli 2009 (de bestorming van het ADO-home door Ajax-supporters), LJN BH9025.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de verdediging.
Professioneel vuurwerk
De rechtbank overweegt dat het vuurwerk dat op 04 november 2010 in beslag is genomen blijkens nader onderzoek bestempeld moet worden als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. Op basis van de verklaring van verdachte en de uiterlijke kenmerken van het vuurwerk kan immers geconcludeerd worden dat het vuurwerk niet geschikt is voor particulier gebruik. Het aangetroffen vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk en voldoet niet aan de eisen genoemd in artikel 3.1.1. Vuurwerkbesluit.
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake was van 48 mortierbommen (DS03), 100 signaalraketten (zink-2006), 200 vlinders, 1030 bangers (30 Cobra6 en 1000 FP3) en combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen.
Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling bekend dat hij illegaal vuurwerk in zijn Mercedes had toen hij in [adres] aangehouden werd.
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte en het proces-verbaal van onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk, acht de rechtbank het onder 2. primair, eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank volstaat met een opgave van voornoemde bewijsmiddelen, gelet op hetgeen in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is bepaald.
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
- levering aan [betrokkene] [betrokkene];
-levering aan [betrokkene];
Professioneel vuurwerk
De rechtbank overweegt dat blijkens de processen-verbaal van onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk dat op 06 november 2010 is aangetroffen in de woning, schuur en auto van [betrokkene] en het vuurwerk dat op 08 november 2010 aangetroffen is in de aanhangwagen bij [betrokkene] dit vuurwerk bestempeld moet worden als professioneel vuurwerk en niet voldoet aan de eisen van artikel 3.1.1. van het Vuurwerkbesluit.
Daarnaast verwijst de rechtbank naar het feit dat geen van de afnemers genoemd in de tenlastelegging personen zijn met gespecialiseerde kennis zoals bedoeld in artikel 1.1.2a van het Vuurwerkbesluit.
Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling bekend vuurwerk geleverd te hebben aan [betrokkene]. Met betrekking tot de levering aan [betrokkene] heeft verdachte verklaard dat hij de naam niet herkent maar dat het mogelijk is dat hij aan hem geleverd heeft.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hiervoor genoemde verklaring van verdachte, het tapgesprek tussen verdachte en [betrokkene] op 04 november 2010, het getapte gesprek tussen verdachte en [betrokkene] en de processen-verbaal van onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte illegaal vuurwerk, zijnde mortierbommen, bangers, strijkers en signaalraketten aan [betrokkene] en [betrokkene] heeft geleverd.
De rechtbank volstaat met een opgave van voornoemde bewijsmiddelen, gelet op hetgeen in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is bepaald.
De rechtbank acht de onder 3. primair, eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde leveringen aan [betrokkene] en [betrokkene] wettig en overtuigend bewezen.
- levering van vuurwerk aan [betrokkene];
- levering van het onder 4. ten laste gelegde gaspistool en munitie aan [betrokkene];
De verdediging heeft ten aanzien van de ten laste gelegde levering van vuurwerk aan de minderjarige [betrokkene] onder meer betoogd dat de verklaring die verdachte op 08 december 2010 heeft afgelegd niet gebruikt kan worden voor het bewijs omdat verdachte deze niet ondertekend heeft en hij slechts een bekennende verklaring heeft afgelegd omdat hij dan vrijgelaten zou worden.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde verklaring van verdachte wel gebezigd kan worden voor het bewijs. De verklaring van verdachte is opgenomen in een proces-verbaal dat op ambtseed is opgemaakt. Daarnaast is het de rechtbank niet gebleken dat het verhoor van verdachte ongeoorloofd dan wel in strijd met het pressieverbod zoals dit is neergelegd in artikel 29, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft plaatsgevonden. Evenmin is naar het oordeel van de rechtbank gebleken van een ernstige schending van beginselen van een goede procesorde, waarbij doelbewust tekort is gedaan aan het recht van de verdachte op een behoorlijke behandeling van zijn zaak.
Professioneel vuurwerk
De rechtbank overweegt dat blijkens het proces-verbaal van onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk dit bestempeld moet worden als professioneel vuurwerk en niet voldoet aan de eisen van artikel 3.1.1. van het Vuurwerkbesluit.
Daarnaast verwijst de rechtbank naar het feit dat [betrokkene] niet een persoon is met gespecialiseerde kennis zoals bedoeld in artikel 1.1.2a van het Vuurwerkbesluit.
Gaspistool en munitie
De rechtbank overweegt dat blijkens het proces-verbaal van onderzoek naar het inbeslaggenomen pistool en de munitie het voorhanden hebben van deze voorwerpen in strijd is met artikel 26 van de Wet wapens en munitie. Onderzoek heeft uitgewezen dat het om een categorie III vuurwapen gaat en 9mm patronen vallend in de categorie II dan wel III.
De rechtbank is van oordeel dat de ten laste gelegde levering van vuurwerk en gaspistool en munitie aan [betrokkene] wettig en overtuigend bewezen kan worden. Zij overweegt daartoe dat gelet op de verklaring van [betrokkene], waarin hij onder meer aangeeft dat hij “[betrokkene]” via www.[adres] kent en hij in een zwarte Mercedes reed , het gebruikt[betrokkene]mailadres [adres], het telefoonnummer [nummer] dat bijna dagelijks een telefoonpaal in de nabijheid van de woning van verdachte aanstraalt en dat gekoppeld wordt aan een advertentie voor de verkoop van sigaretten en het op 04 november 2010 aanhouden van verdachte in een donkerkleurige Mercedes voldoende vaststaat dat de “[betrokkene]” waarover [betrokkene] verklaart verdachte is. Dit wordt mede ondersteund door de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 maart 2012. Tijdens de inhoudelijke behandeling heeft verdachte verklaard dat hij wel eens een advertentie voor de verkoop van sigaretten heeft geplaatst. Naast de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen heeft verdachte op 08 december 2010 verklaard dat het e-[betrokkene]adres van [adres] van hem was en dat hij een Walther P99 aan een donker getinte jongen had geleverd.
De rechtbank acht het onder 3. primair, eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde levering aan [betrokkene] en het onder 4. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat het onder 5. ten laste gelegde witwassen niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Zij overweegt daartoe het navolgende.
(Schuld)witwassen is strafbaar gesteld bij artikel 420bis en 420quater van het Wetboek van Strafrecht. Uit de wettekst blijkt dat iemand die een voorwerp verwerft, overdraagt of omzet terwijl hij weet dat het voorwerp afkomstig is van enig misdrijf strafbaar is. De Hoge Raad heeft bepaald dat de persoon die een dergelijk voorwerp voorhanden heeft ook strafbaar is. (HR LJN BA7923). Dit betekent echter niet dat ieder voorhanden hebben de conclusie rechtvaardigt dat er sprake is van (schuld)witwassen.
In casu is verdachte op 04 november 2010 en 08 november 2010 aangehouden. Bij beide aanhoudingen is er geld ( € 11.013,10 en € 10.000, -) aangetroffen. Dit geld is zeer waarschijnlijk afkomstig van de verkoop van illegaal vuurwerk. De rechtbank is echter van oordeel dat het enkele aantreffen van geld bij verdachte dat afkomstig is van illegale vuurwerkhandel niet voldoende is voor witwassen (HR LJN BM4440). Verdachte heeft geen handeling verricht om dit criminele geld veilig te stellen. Derhalve zal de rechtbank verdachte van het onder 5. ten laste gelegde vrijspreken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst, opzettelijk, (totaal) ongeveer 2750 kilogram professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, waaronder
-knalvuurwerk te weten 12.000 vlinders en
-knalvuurwerk te weten 1050 bangers Atomic en
-vuurpijlen te weten 934 signaalraketten zink-902 en
-vuurpijlen te weten signaalraketten zink-901 en
-knalvuurwerk te weten 3 napolitaanse bommen en
-knalvuurwerk te weten 54 bangers Cobra6 en
-knalstrengen te weten 14 Chinese rollen T809 en
-mortierbommen te weten 38 titanio salute 3" en 16 DS04 en 38 titanio salute 4" en 92 4"salute en
-knalvuurwerk te weten 36.000 nitraten Colour Salute BO003 en
-combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen te weten 10 verschillende flowerbeds,
voorhanden heeft gehad in een schuur aan de [adres].
2.
op 04 november 2010 te [adres], opzettelijk 116 kilogram professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, waaronder
- mortierbommen te weten 48 DS03 en
- combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen te weten 2 flowerbeds '37' en
- vuurpijlen te weten 100 signaalraketten zink-2006 en
- knalvuurwerk te weten 200 vlinders en
- knalvuurwerk te weten 30 bangers Cobra6 en
- knalvuurwerk te weten 1000 bangers FP3
voorhanden heeft gehad in een Mercedes met kenteken [nummer].
3.
in de periode van 01 januari 2010 tot en met 08 november 2010 in Nederland, opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik waaronder:
-mortierbommen te weten en/of
-knalvuurwerk te weten banger(s) Cobra6 en/of Fenix FP3 en/of
-knalvuurwerk te weten strijker(s) K208 en/of FP8 en/of '1309' en/of
-vuurpijl(en) te weten signaalraket(ten) Super, zink-901, zink-901 en/of zink-2006,
op 27 januari 2010 te [adres] aan [betrokkene] geboren 19-10-1996 en
op 06 november 2010 in de omgeving van Deventer aan [betrokkene] en
op 08 november 2010 te [adres], gemeente Voorst aan [betrokkene],
ter beschikking heeft gesteld.
4.
op 27 januari 2010 te Harderwijk, opzettelijk,
a. een gaspistool, merk Walther, type P99, zijnde een wapen van categorie III onder 1, en
b. 9 mm patronen, althans munitie van de categorie II en/of III heeft overgedragen aan [betrokkene] geboren [geboortedatum].
Van het meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Feit 1, 2 en 3 telkens:
Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Feit 4:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die de strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten
DE OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren met aftrek van het reeds ondergane voorarrest. In deze strafeis is rekening gehouden met het feit dat het voorhanden hebben van het betreffende vuurwerk extreem gevaarzettend is en de integriteit van het financiële en economische verkeer in gevaar wordt gebracht tengevolge van het witwassen van het geld afkomstig uit de handel in illegaal vuurwerk.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde subsidiair verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de onrechtmatige controle. Voorts heeft de raadsman betoogd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf passend is.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft welbewust gevaarzettend gehandeld door illegaal vuurwerk in omloop te brengen. Het knalvuurwerk, dat hij ook aan een minderjarige heeft verkocht, is professioneel vuurwerk dat krachtige explosies teweeg brengt. De ervaring leert dat bij het afsteken van dit vuurwerk met regelmaat iets mis gaat en dat de gevolgen dan veelal ernstig zijn. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Ten nadele van verdachte weegt de rechtbank bij de hierna op te leggen straf mee dat hij gedurende een langere periode beroepsmatig in vuurwerk heeft gehandeld. De aanzienlijke omvang van de verkoop getuigt daarvan. De rechtbank houdt ook ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij knalvuurwerk en een gaspistool leverde aan een minderjarige en met het hiervoor aangehaalde gevaarsaspect van dergelijk knalvuurwerk.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank ook acht geslagen op straffen die zijn opgelegd in vergelijkbare zaken.
Gelet op de ernst van de strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Om verdachte er van te weerhouden wederom strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank een deel van de straf in voorwaardelijke vorm opleggen.
De officier van justitie heeft voor de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen gevorderd dat de onder 1 genoemde telefoontoestellen teruggegeven worden aan verdachte, de geldbedragen genoemd onder de nummers 2, 3 en 4 verbeurd verklaard worden en het vuurwerk genoemd onder nummer 5 onttrokken wordt aan het verkeer.
De raadsman heeft geen opmerkingen gemaakt aangaande de inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen telefoontoestellen van het merk Nokia genoemd onder nummer 1 op de “Lijst van de inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 15 maart 2012 geretourneerd dienen te worden aan verdachte.
Het in beslag genomen geld genoemd op de “Lijst van de inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 15 maart 2012 onder de nummers 2, 3 en 4 dient verbeurd verklaard te worden, aangezien het geld betreft dat geheel of grotendeels door de bewezen verklaarde feiten is verkregen.
De rechtbank zal het inbeslaggenomen vuurwerk genoemd op de “Lijst van de inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 15 maart 2012 onttrekken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
DE VORDERING TENUITVOERLEGGING
De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke straf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Haarlem d.d. 23 december 2009, te weten 2 weken gevangenisstraf, ten uitvoer zal worden gelegd.
De raadsman heeft primair verzocht de vordering af te wijzen en subsidiair verzocht de toewijzing van de vordering te verdisconteren bij de op te leggen straf.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop kan de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.
Gelet op het voorgaande en het in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht acht de rechtbank termen aanwezig de vordering tot tenuitvoerlegging van de door de politierechter van de rechtbank Haarlem bij vonnis d.d. 23 december 2009 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf toe te wijzen.
DE TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14g, 14h, 14i, 14j, 27, 33, 33a, 36b, 36c. 36d, 57, 91 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, de artikelen 1a.1.3, 1.2.2, 3.1.1 en 5.3.5. van het Vuurwerkbesluit en artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Ten aanzien van de tenlastelegging
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 5. ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1.primair eerste cumulatief/alternatief, 2. eerste cumulatief/alternatief 3.primair eerste cumulatief/alternatief en 4. ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart de verdachte voor de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- heft op het (geschorste) bevel voorlopige hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave van de op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 15 maart 2012 onder nummer 1 genoemde voorwerpen aan verdachte, te weten 2 telefoontoestellen van het merk Nokia;
- beveelt de verbeurdverklaring van de op de “Lijst van de inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 15 maart 2012 voorkomende geldbedragen genoemd onder de nummers 2, 3 en 4;
- beveelt dat het op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 15 maart 2012 voorkomende vuurwerk, genoemd op de beslaglijst onder nummer 5, wordt onttrokken aan het verkeer;
Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 15.667183-08 bij vonnis van de rechtbank Haarlem d.d. 23 december 2009 voorwaardelijk aan verdachte opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mrs. G. Blomsma en A.I. van der Kris, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2012.
Mr. Blomsma, alsook de griffier, voornoemd, zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.