ECLI:NL:RBZLY:2010:BO7869

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
20 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.607287-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging met misdrijf tegen het leven gericht en brandstichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 20 december 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het versturen van dreigbrieven naar een gezondheidsinstelling. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden, met toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De bedreigingen waren gericht aan medewerkers van een bedrijf en omvatten ernstige en gewelddadige taal, wat leidde tot gevoelens van angst en onveiligheid bij de ontvangers.

De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bedreigingen, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Uit een psychiatrisch rapport bleek dat de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, wat haar toerekeningsvatbaarheid beïnvloedde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar was en dat een voorwaardelijke straf passend was, mede gezien de noodzaak voor hulpverlening onder toezicht van de reclassering.

De rechtbank heeft ook de impact van de bedreigingen op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de adviezen van deskundigen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij zij zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt of de bijzondere voorwaarden niet naleeft. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte, aangezien deze niet vatbaar waren voor verbeurdverklaring.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.607287-09
Uitspraak: 20 december 2010
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Overijssel, P.I.V. Zwolle te Zwolle.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 6 december 2010. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. D.G. Nagel, advocaat te Almere.
De officier van justitie, mr. B.E.M. van de Ven, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte ten aanzien van parketnummer 07.607287-09 en 07.662052-10 tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan een gedeelte van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar, met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen haar te geven door of namens de Reclassering, ook indien dit inhoudt het volgen van een behandeling bij De Waag of Stichting MEE.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
zij (op een of meer) tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2009 tot en met 31 augustus 2009 te Almere, (althans) in de gemeente Almere, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een of meer medewerker(s) van een [bedrijfsnaam], genaamd [naam] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, en/of brandstichting, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een of meer brief/brieven en/of email(s) gestuurd naar voornoemd [bedrijfsnaam] met de volgende dreigende woorden:
- "Ik kan jullie onderhand wel wurgen"(bijlage 2) en/of
- "moet ik jullie zeker eerst de hemel inschieten met een 9 mm of met een mes" (bijlage 5)
en/of
- "ik kom zo snel mogelijk naar jullie toe met mijn 9 mm pistool en/of "ik gooi jullie lijken gewoon in het water" en/of "ik begraaf jullie in het bos" en/of "jullie mogen kiezen voor ik de trekker overhaal. Of willen jullie dat het met een mes gebeurd, kies maar"(bijlage 6)
en/of
- "als jullie zo doorgaan dump ik jullie in de sloot" (bijlage 7) en/of
- "Boem en dan met een touw en een steen om je nek, dat je nooit meer boven komt drijven. Of in een koffer in Almere Haven stoppen. In het water daar" (bijlage 8) en/of
- "als jullie mij niet de waarheid vertellen steek ik de boel in de fik met benzine" en/of "of ik gooi een granaat naar binnen"en/of "ik steek jullie overhoop"en/of "snij ik jullie keel door" en/of "of ik schiet een kogel door jullie kop" (bijlage 10),
althans woorden van soortelijke dreigende aard en/of strekking;
BEWIJS
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte het ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
zij op tijdstippen gelegen in de periode van 18 augustus 2009 tot en met 31 augustus 2009 te Almere, meermalen, een of meer medewerker(s) van een [bedrijfsnaam], genaamd [naam] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en brandstichting,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend brieven en emails gestuurd naar voornoemd [bedrijfsnaam] met de volgende dreigende woorden:
- "Ik kan jullie onderhand wel wurgen"(bijlage 2) en
- "moet ik jullie zeker eerst de hemel inschieten met een 9 mm of met een mes" (bijlage 5)
en
- "ik kom zo snel mogelijk naar jullie toe met mijn 9 mm pistool en "ik gooi jullie lijken gewoon in het water" en "ik begraaf jullie in het bos" en "jullie mogen kiezen voor ik de trekker overhaal. Of willen jullie dat het met een mes gebeurd, kies maar"(bijlage 6) en
- "als jullie zo doorgaan dump ik jullie in de sloot" (bijlage 7) en
- "Boem en dan met een touw en een steen om je nek, dat je nooit meer boven komt drijven. Of in een koffer in Almere Haven stoppen. In het water daar" (bijlage 8) en
- "als jullie mij niet de waarheid vertellen steek ik de boel in de fik met benzine" en "of ik gooi een granaat naar binnen"en "ik steek jullie overhoop"en "snij ik jullie keel door" en "of ik schiet een kogel door jullie kop" (bijlage 10).
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met brandstichting, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Het feit en de verdachte zijn deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft naar het [bedrijfsnaam] [naam] een aantal brieven en e-mails gestuurd met bedreigende teksten, gedurende een periode van ongeveer twee weken. Dergelijke brieven en e-mails zullen in het algemeen een grote impact op (het leven van) ontvangers hebben, onder meer in de vorm van gevoelens van angst en onveiligheid. Uit de aangifte van [aangever ] van [naam] blijkt ook dat de medewerkers van het bedrijf angst hadden dat verdachte uitvoering zou geven aan de bedreigingen en zich zou keren tegen hen of hun omgeving. Hoewel de rechtbank ervan uit gaat dat verdachte nooit werkelijk van plan is geweest uitvoering te geven aan de door haar geuite bedreigingen, zoals ook ter terechtzitting door haar is verklaard, neemt dit, mede gezien de wijze waarop de bedreigingen zijn geuit en de inhoud van de bedreigingen, de ernst van de feiten geenszins weg
Daar de voeging van de tegen verdachte aangebrachte dagvaardingen (met het onderhavige parketnummer 07.607287-09 en parketnummer 07.662052-10) niet is gevorderd door de officier van justitie, zal de rechtbank ten aanzien van beide dagvaardingen een aparte beslissing dienen te geven. De rechtbank komt ten aanzien van het onderhavige parketnummer 07.607287-09 tot een bewezenverklaring en zal ook tot strafoplegging overgaan. Derhalve zal de straf wezenlijk van de strafeis van de officier van justitie – die ziet op beide tegen verdachte aangebrachte dagvaardingen – afwijken.
Op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht brengt de rechtbank bij het opleggen van na te melden straf in rekening de straf die de verdachte bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 20 december 2010 ter zake van parketnummer 07.662052-10 is opgelegd.
Bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het psychiatrische rapport d.d. 11 december 2009, uitgebracht door dr. J.W.G. Meissner psychiater.
Het psychologisch onderzoek van de deskundige dr. Meissner houdt als conclusie onder meer in dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling – matige begaafdheid – en ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Bij verdachte is sprake van een aanpassingsstoornis met stoornis in emotie en gedrag. Tevens is een depressieve stoornis nao aanwezig. De combinatie van psychosociale stress en het beperkte oplossende vermogen in de zin van matige begaafdheid leidt tot verhoogde stressgevoeligheid. Dit leidt tot probleemgedrag.
Ook ten tijde van het ten laste gelegde was hiervan sprake. Volgens de psychiater kan verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd voor het delict waarvan zij verdacht wordt. De psychiater heeft geadviseerd verdachte een verplichte hulpverlening op te leggen onder toezicht van de reclassering.
De rechtbank neemt de in voornoemd psychiatrisch rapport d.d. 11 december 2009 vervatte conclusie betreffende de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte op de daarvoor in dat rapport bijeengebrachte gronden over en sluit zich aan bij het door de psychiater gegeven advies.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een geheel voorwaardelijke vrijheidsstraf gepast is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een andere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Daarnaast acht de rechtbank het van belang, mede gelet op de over verdachte uitgebrachte gedragskundige rapportages, om aan deze straf een bijzondere voorwaarde te verbinden.
Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 2 oktober 2009;
- een de verdachte betreffend vroeghulpinterventierapport d.d. 6 oktober 2009 uitgebracht door M. Groeneveld, reclasseringswerker van de Reclassering Nederland;
- een psychiatrisch rapport (Pro Justitia) d.d. 11 december 2009, uitgebracht door dr. J.W.G. Meissner psychiater;
- de overige stukken van het de verdachte betreffende persoonsdossier.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLAG
Met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen, zoals opgenomen op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 6 december 2010 overweegt de rechtbank het navolgende.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan haar toebehorende op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde voorwerpen, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
BESLISSING
Het onder 1 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert het strafbare feit op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
De gevangenisstraf zal niet worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Reclassering Nederland, zulks zolang deze instelling of een door haar aan te wijzen andere reclasseringsinstelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht, ook indien dit inhoudt het volgen van een behandeling bij De Waag en/of Stichting MEE.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 6 december 2010 vermelde nummers 1 tot en met 10, 12 tot en met 31, 33 tot en met 35, 38 tot en met 48, 50 en 53 tot en met 59.
Het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
Aldus gewezen door mr. G. Blomsma, voorzitter, mr. C.E. Buitendijk en mr. S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.G. Dees als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2010.
Mr. S.M. Milani voornoemd was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.