ECLI:NL:RBZLY:2010:BO6808
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Oosterveld
- L.J.C. Hangx
- S. Milani
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde Wajong-uitkering en de toepassing van de nieuwe gedragslijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 13 oktober 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (verweerder) en een eiser die te veel Wajong-uitkering heeft ontvangen. De eiser ontving over de periode van 6 april 2009 tot en met 2 juli 2009 een Wajong-uitkering, maar ook een stagevergoeding van bruto € 1032,70. Verweerder heeft op 13 januari 2010 besloten om het onverschuldigd betaalde bedrag van € 997,57 terug te vorderen. Dit besluit werd later in bezwaar ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder terecht tot bruto terugvordering is overgegaan. Eiser had aangevoerd dat hij bereid was om het extra inkomen van € 645,14 terug te betalen, maar vond het onrechtvaardig dat hij het bruto bedrag van € 997,57 moest terugbetalen. De rechtbank oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, ondanks de excuses van verweerder voor foutieve informatie. De rechtbank benadrukte dat de nieuwe gedragslijn van verweerder, die de memo van 27 maart 2008 verving, niet onredelijk was en dat verweerder voldoende duidelijkheid had gegeven over de opbouw van het terugvorderingsbedrag.
De rechtbank concludeerde dat de terugvordering van het bruto bedrag gerechtvaardigd was, omdat de terugvordering betrekking had op een tijdvak dat in fiscale zin was afgesloten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 september 2010, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerder vertegenwoordigd was door M. van Leeuwen.