ECLI:NL:RBZLY:2009:BL3978
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake het dragen van een vlindermes en niet voldoen aan identificatieplicht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 november 2009, stond de verdachte terecht voor het niet voldoen aan een identificatieplicht en het dragen van een vlindermes. De verdachte, geboren op een onbekende datum in een onbekende plaats en wonende te Almere, werd bijgestaan door advocaat mr. E.I.B. Hoffman. De officier van justitie, mr. B.E.M. van de Ven, eiste een geldboete van € 320, met als alternatief 6 dagen hechtenis, en de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vlindermes. De tenlastelegging werd op de zitting van 2 november 2009 gewijzigd.
De verdachte werd beschuldigd van twee feiten: het niet voldoen aan een bevel tot identificatie en het dragen van een vlindermes. De politierechter oordeelde dat het verweer van de verdachte, dat het mes geen vlindermes was, verworpen moest worden. De definitie van een vlindermes volgens de Wet wapens en munitie werd besproken, en het in beslag genomen mes voldeed aan deze definitie. De politierechter concludeerde dat de verdachte op 7 december 2008 in Almere een vlindermes had gedragen, wat in strijd was met de wet.
De rechter oordeelde dat het bewijs voor het niet voldoen aan de identificatieplicht niet voldoende was, aangezien de verbalisant slechts had geverbaliseerd dat hij inzage had gevraagd en niet dat hij een identiteitsdocument had gevorderd. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het eerste feit. Voor het tweede feit, het dragen van het vlindermes, werd de verdachte wel schuldig bevonden. De rechter legde een geldboete op van € 220, met als alternatief 4 dagen hechtenis bij niet betalen, en verklaarde het vlindermes ontrokken aan het verkeer. De uitspraak werd gedaan door mr. A.W.M. van Hoof, in aanwezigheid van griffier mr. J.M. Weerdhuizen-Loman.