ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6958
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing kinderbijslag aanvraag op basis van verblijfplaats kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 4 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van kinderbijslag. Eiser, die gehuwd is geweest met mevrouw (..), heeft een aanvraag voor kinderbijslag ingediend voor (kind 1) over het eerste kwartaal van 2009. De aanvraag werd afgewezen door de Sociale Verzekeringsbank, omdat (kind 1) volgens een eerdere rechterlijke uitspraak bij de moeder diende te verblijven. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat (kind 1) vanaf 16 november 2008 bij eiser woonde, wat in strijd was met de rechterlijke uitspraak van 12 juli 2007 en het vonnis in kort geding van 19 december 2008. De rechtbank oordeelde dat de feitelijke situatie bepalend is voor de toekenning van kinderbijslag, tenzij er sprake is van een tijdelijke situatie. In dit geval ontbrak de bestendigheid van het verblijf van (kind 1) bij eiser op de peildatum van 1 januari 2009. De rechtbank concludeerde dat (kind 1) op die datum niet tot het huishouden van eiser behoorde, en dat de Sociale Verzekeringsbank op goede gronden had besloten om geen kinderbijslag toe te kennen voor het eerste kwartaal van 2009.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Deze uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2009.