ECLI:NL:RBZLY:2009:BK4762
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Diefstal van geld van verstandelijk beperkte zus door bewindvoerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 november 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van geld van zijn verstandelijk beperkte zus. De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, eiste een taakstraf van 200 uren en een ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van € 32.950,-. De verdachte, die als bewindvoerder over het vermogen van zijn zus fungeerde, had abusievelijk twee keer een bedrag van € 3.100,- ontvangen, terwijl hij slechts recht had op één bedrag. Ondanks dat hij de fout had opgemerkt, heeft hij het teveel ontvangen geld niet geretourneerd. Gedurende zijn bewindvoering heeft hij bovendien aanzienlijke bedragen van de rekening van zijn zus naar zijn eigen rekening overgemaakt.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet overtuigend had aangetoond dat hij de intentie had om het geld terug te betalen, vooral gezien het feit dat een groot deel van het geld niet was gebruikt voor het aflossen van schulden, maar voor luxe-aankopen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de wederrechtelijke toe-eigening van het geld, wat resulteerde in een veroordeling voor verduistering, gepleegd in vereniging.
De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schade had geleden ten gevolge van de bewezen verklaarde feiten, toegewezen. De verdachte werd veroordeeld tot betaling van € 32.950,- aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast kreeg de verdachte een taakstraf van 120 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien hij de taakstraf niet naar behoren verrichtte. De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was geweest.