ECLI:NL:RBZLY:2009:BI4789
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.I. van der Kris
- G.M.J. Vijftigschild
- J.J. Szauer-Bos
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet-woning in gemeente Zwolle
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 15 mei 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. T.H. Dijkstra, en het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) van eiseres over de periode van 1 januari 2005 tot en met 15 februari 2007. Verweerder heeft de uitkering ingetrokken omdat eiseres niet op het door haar opgegeven adres woonachtig zou zijn geweest en dit niet had gemeld. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was dat eiseres op enig moment niet langer haar woonplaats in de gemeente Zwolle had. Dit werd onderbouwd door verklaringen van buurtbewoners en bevindingen van de Sociale Recherche. Eiseres ontkende echter dat zij niet op het opgegeven adres woonde en voerde aan dat zij wel degelijk in Zwolle verbleef. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de buren en het geringe waterverbruik in de woning van eiseres erop wezen dat zij niet meer in Zwolle woonde. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had aangenomen dat eiseres in Nieuwleusen woonde en dat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden door dit niet te melden.
Desondanks oordeelde de rechtbank dat de intrekking van de bijstandsuitkering per 1 januari 2005 niet gerechtvaardigd was, omdat eiseres tot en met 5 januari 2005 kraamzorg had ontvangen op het adres in Zwolle. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van verweerder en droeg hem op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, begroot op € 644, en diende de gemeente Zwolle het griffierecht van € 39 te vergoeden.