ECLI:NL:RBZLY:2009:BH7582
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van bijstandsuitkering op basis van inlichtingenplicht en aangetroffen omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad geoordeeld over de beëindiging van de bijstandsuitkering van eiser, die sinds 1 juni 2004 een WWB-uitkering ontving. De gemeente Almere beëindigde de uitkering per 22 april 2008, omdat eiser niet had voldaan aan zijn inlichtingenplicht volgens artikel 17, eerste lid van de WWB. Eiser had geen melding gemaakt van zijn (catering)werkzaamheden, die hij naar eigen zeggen voor familie en vrienden verrichtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op geld waardeerbare werkzaamheden heeft verricht, maar geen bewijs heeft geleverd dat hij geen inkomsten uit deze werkzaamheden heeft ontvangen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder een huisbezoek door de sociale dienst, waaruit bleek dat eiser in zijn woning twee keukens en een grote hoeveelheid horecagoederen had. Dit leidde tot de conclusie dat eiser nevenwerkzaamheden verrichtte zonder dit aan de gemeente te melden. De rechtbank oordeelde dat het aan eiser was om aan te tonen dat hij geen inkomsten had ontvangen uit deze werkzaamheden, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank heeft de beëindiging van de bijstandsuitkering door verweerder als terecht beoordeeld, omdat het niet nakomen van de inlichtingenplicht het recht op bijstand in gevaar bracht.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij werd benadrukt dat de aanwezigheid van de professionele keuken en de grote hoeveelheid levensmiddelen in combinatie met het hoge water- en energieverbruik niet in overeenstemming waren met de situatie van een alleenstaande met een bijstandsuitkering. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.