ECLI:NL:RBZLY:2009:BH6198
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot handhaving bij onttrekking van grondwater door KWO-installatie zonder vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad geoordeeld over de vraag of het college van burgemeester en wethouders van Raalte handhavend mocht optreden tegen de onttrekking van grondwater door een Koude Warmte Opslag (KWO) installatie die zonder de vereiste vergunning was gerealiseerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de installatie grondwater onttrekt op een diepte van 70 meter en 127 meter beneden maaiveld, en dat hiervoor geen vergunning was aangevraagd of verleend. De rechtbank oordeelt dat de installatie in strijd is met artikel 14 van de Grondwaterwet (Gww), die het onttrekken van grondwater zonder vergunning verbiedt. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat er geen sprake was van onttrekking omdat het water niet boven maaiveld werd gepompt, verworpen. De rechtbank concludeert dat de omstandigheid dat het water niet boven maaiveld uitkomt niet van doorslaggevend belang is voor de kwalificatie als onttrekking. De rechtbank volgt de bevindingen van het KIWA-rapport, dat stelt dat het verplaatsen van grondwater binnen de ondergrond als onttrekking moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de KWO-installatie niet voldoet aan de vereisten voor vergunningverlening, aangezien het gebruik van grondwater voor koelwater niet als hoogwaardig wordt beschouwd. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarmee het handhavend optreden van de gemeente is bevestigd.