ECLI:NL:RBZLY:2009:BH5906
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geldigheid van opt-outverklaring in het kader van de Duisenbergregeling en zaakwaarneming
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 3 maart 2009, staat de geldigheid van een opt-outverklaring centraal die door de gedaagde partij is afgelegd in het kader van de Duisenbergregeling. De eisende partij vordert betaling van een bedrag van € 20.729,42, inclusief incassokosten en wettelijke rente, op basis van aandelenleaseovereenkomsten die door de gedaagde partij met Dexia Bank Nederland N.V. zijn gesloten. De gedaagde partij heeft de vordering betwist en stelt dat de opt-outverklaring niet rechtsgeldig is, omdat deze is gedaan zonder een toereikende volmacht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opt-outverklaring is gedaan door mr. Rebel, die door mr. G. van Dijk was gemachtigd. De vraag of deze volmacht toereikend was, is cruciaal voor de beoordeling van de zaak. De kantonrechter concludeert dat de volmacht niet voldoende was, omdat deze geen expliciete toestemming voor het afleggen van de opt-outverklaring bevatte. Bovendien is de opt-outverklaring door Dexia als ongeldig beschouwd, wat de rechtsgeldigheid verder ondermijnt.
De kantonrechter heeft ook de mogelijkheid van zaakwaarneming overwogen, maar oordeelt dat mr. Rebel niet handelde op basis van een geldige volmacht. De gedaagde partij heeft geen eis in reconventie ingesteld, waardoor de vordering van de eisende partij in beginsel moet worden afgewezen. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting voor verdere uitlating van partijen, waarbij de mogelijkheid van hoger beroep openstaat. De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van duidelijke volmachten in juridische procedures, vooral in complexe zaken zoals aandelenleaseovereenkomsten.