ECLI:NL:RBZLY:2008:BG6480
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.W. Akkerman
- G.M.J. Vijftigschild
- E. de Veij Mestdagh
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens mishandeling zonder voldoende bewijs
In de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mishandeling, heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 4 december 2008 uitspraak gedaan. De officier van justitie, mr. H.C.C. Berendsen, had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van het primair ten laste gelegde en om hem te veroordelen tot een gevangenisstraf van 135 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk. Daarnaast werd er een vordering ingediend door de benadeelde partij voor een schadevergoeding van € 750,00.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. De rechtbank overwoog dat er naast de verklaringen van de aangeefster weinig ondersteunend bewijs aanwezig was. Er ontbrak een gedegen medische verklaring over het (psychisch) letsel dat het slachtoffer zou hebben opgelopen, en de getuigenverklaringen in het dossier waren niet toereikend om de beschuldigingen te onderbouwen.
De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De beslissing van de rechtbank werd genomen na een zorgvuldige afweging van het bewijs en de verklaringen die tijdens de zittingen op 23 augustus 2007 en 20 november 2008 waren gepresenteerd. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, wat aangeeft dat de verdachte niet langer in detentie hoeft te blijven.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. E.W. Akkerman en de rechters mrs. G.M.J. Vijftigschild en E. de Veij Mestdagh, in aanwezigheid van griffier mr. C.C. van Druten. Mr. Akkerman was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.