ECLI:NL:RBZLY:2008:BD9000
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.I. van der Kris
- F. van der Maden
- J.J. Szauer-Bos
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de opzegtermijn in het kader van uitkering bij betalingsonmacht van de werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser A te B en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV waarin de opzegtermijn voor zijn uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) werd vastgesteld op 8 weken. Eiser was van mening dat de opzegtermijn 15 weken moest zijn, gebaseerd op een basistermijn van 6 weken en een verlenging van 9 weken vanwege zijn leeftijd en dienstjaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opzegtermijn van 8 weken correct was, omdat de verlenging voor werknemers ouder dan 45 jaar was vervallen door de Wet Flexibiliteit en zekerheid, die op 1 januari 1999 in werking trad. Eiser had recht op een basis-opzegtermijn van 6 weken en een verlenging van 2 weken, wat resulteerde in de totale opzegtermijn van 8 weken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiser ten onrechte uitging van een langere opzegtermijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij eiser in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. J. Spaargaren, en de verweerder vertegenwoordigd was door A.O. Diepenbroek-Koning. De rechtbank heeft de relevante wetgeving en jurisprudentie in overweging genomen, waaronder artikel 40 van de Faillissementswet en artikel 64 van de WW, en heeft geconcludeerd dat de oude opzegtermijn voor eiser van toepassing was, gezien zijn dienstjaren en leeftijd op het moment van inwerkingtreding van de wet.