ECLI:NL:RBZLY:2008:BC5664
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.H.S. Lebens-de Mug
- E.B.E.M. Rikaart-Gerard
- J.N. Dobben-Bartels
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake letselschade en schadevergoeding door Univé aan eiser
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad is behandeld, gaat het om een letselschadezaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M. van Raaijen en mr. H. Mollema-de Jong, een schadevergoeding vordert van de ONDERLINGE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ UNIVÉ SCHADE B.A., vertegenwoordigd door mr. M.F.H.M. van Haastert en mr. M.T. Spronck. De rechtbank heeft op 23 januari 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, die eerder al een tussenvonnis kende op 8 november 2006. De procedure omvatte verschillende akten en berekeningen van schade, waarbij eiser een schadebedrag van EUR 498.049,00 claimde, terwijl Univé een lager bedrag van EUR 404.876,00 voorstelde. De rechtbank heeft de berekeningen van beide partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de schade als gevolg van verlies aan verdienvermogen EUR 571.494,00 bedraagt, waarvan 70% (EUR 400.045,80) voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de fiscale component niet in de rekenrente van 3% is verdisconteerd, wat door eiser terecht is aangevoerd. Daarnaast zijn er overwegingen gemaakt over de kosten van de berekeningen, de wettelijke rente over het smartengeld, en de verplichtingen van Univé met betrekking tot toekomstige wijzigingen in het sociale zekerheidsstelsel. Uiteindelijk heeft de rechtbank Univé veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van EUR 351.615,29 aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 2006. De proceskosten zijn begroot op EUR 13.603,20, die Univé ook dient te vergoeden.