ECLI:NL:RBUTR:2012:BY7537

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/610155-08 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in een hennepkwekerijzaak

In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 december 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen. De rechtbank heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevolgd zoals deze door de politie was opgesteld. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in totaal drie keer heeft geoogst in twee hennepkwekerijen, met een totaal van 562 hennepplanten per oogst. De opbrengst per plant en de kosten zijn zorgvuldig berekend, waarbij de rechtbank de normen uit het rapport van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie heeft gehanteerd. De totale netto opbrengst per oogst werd vastgesteld op € 32.187,58, wat resulteerde in een totaal wederrechtelijk verkregen voordeel van € 96.562,74 over drie oogsten. De rechtbank heeft de verdachte verplicht tot betaling van dit bedrag aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De beslissing is genomen na het horen van de officier van justitie en de raadsman van de verdachte, waarbij de raadsman geen verweer voerde tegen de hoogte van de vordering.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/610155-08 (ontneming)
beslissing van de rechtbank d.d. 14 december 2012
in de ontnemingszaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats], op [1970]
wonende te [woonplaats], [adres]
raadsman mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht.
1 De procedure
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- de vordering, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/610155-08, waaruit blijkt dat verdachte op
14 december 2012 door de meervoudige kamer is veroordeeld ter zake van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, tot de in die uitspraak vermelde straf;
- het proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting;
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Tevens is de raadsman van verdachte, mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht, gehoord.
De verdachte is behoorlijk opgeroepen, maar niet ter terechtzitting verschenen.
2 De beoordeling
2.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het in het proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel door de politie berekende bedrag juist is. De officier van justitie vordert daarom dat het bedrag van € 96.562,74 in zijn geheel wordt toegewezen.
2.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor de hiervoor genoemde in de hoofdzaak bewezen verklaarde strafbare feiten vrijspraak bepleit en aldus verzocht om de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel af te wijzen. De raadsman heeft de hoogte van de vordering overigens niet betwist en geen draagkrachtverweer gevoerd.
2.3 Het oordeel van de rechtbank
Dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan blijkt uit het door de meervoudige kamer van de rechtbank gewezen vonnis in de hoofdzaak van 14 december 2012 en uit de in dat vonnis opgenomen bewijsmiddelen. De rechtbank ontleent aan de inhoud van die bewijsmiddelen het oordeel, dat de veroordeelde door middel van het begaan van voormelde feiten een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de grondslag voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, neergelegd in het proces-verbaal van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel met nr. PL0930/08-000128, pagina’s 43 tot en met 54, juist is. De politie is voor de berekening uitgegaan van de normen, zoals weergegeven in het rapport “Standaardberekening wederrechtelijk verkregen voordeel bij hennepkwekerijen”, opgesteld op 14 april 2005 door het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie. Bij gebrek aan een verklaring van de zijde van de verdachte heeft de rechtbank geen reden om van deze gebruikte normen af te wijken, en evenmin van de constatering dat verdachte in ieder geval drie keer heeft geoogst.
Bij de bepaling van het wederrechtelijk genoten voordeel hanteert de rechtbank de volgende uit de berekening van de politie overgenomen uitgangspunten:
- verdachte heeft in de twee aangetroffen en in gebruik zijnde hennepkwekerijen 246 en 316 hennepplanten geteeld, derhalve in totaal 562 hennepplanten per oogst;
- de opbrengst per gram hennep bedraagt 28,2 gram;
- de verkoopprijs per gram hennep bedraagt € 2,37;
- er wordt ten aanzien van de kweekinstallatie rekening gehouden met een afschrijvingstermijn van vier jaar;
- op basis van 562 hennepplanten worden de afschrijvingskosten van de investering op
€ 350,00 per oogst gesteld;
- de inkoopprijs per stekje bedraagt € 1,94;
- de kosten van kweekmedium, water en voedingsstoffen bedraagt € 2,45;
- de huurkosten van de woning betreffen een bedrag van € 2.555,00 per oogst;
- verdachte heeft, gelet op de bevindingen van Eneco, in ieder geval in totaal drie maal geoogst;
- de kosten van het stroomverbruik ten behoeve van de hennepkwekerij worden niet in mindering gebracht bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat verdachte het schadebedrag niet aan Eneco heeft betaald.
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot de volgende berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel:
Opbrengst
Aantal planten: 562 planten
Opbrengst per plant: 28,2 gram
Totaal hoeveelheid grammen: 562 x 28,2 gram = 15.848 gram
Verkoopprijs per gram: € 2,37
Bruto opbrengst: 15.848 gram x € 2,37 = € 37.559,76
Kosten per oogst
Afschrijving kweekinstallatie: € 350,00
Inkoopprijs stekjes: € 1,94 x 562 planten = € 1.090,28
Bodem, water en voeding: € 2,45 x 562 planten = € 1.376,90
Huurkosten: € 2.555,00
Totale kosten per oogst: € 5.372,18
Netto opbrengst per oogst: € 37.559,76 - € 5.372,18 = € 32.187,58
Totale opbrengst hennepkwekerijen
3 oogsten x € 32.187,58 = 96.562,74.
De rechtbank overweegt nog dat als verdachte alsnog tot betaling van het in de hoofdzaak gevorderde en toegewezen schadebedrag van € 16.915,21 aan benadeelde partij Stedin BV is overgegaan dan wel overgaat, de kosten van het stroomverbruik ten behoeve van de hennepkwekerij in mindering dienen te worden gebracht op het berekende en te betalen bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel.
3 De beslissing.
De rechtbank stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 96.562,74.
Zij legt de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van
€ 96.562,74 ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter, mr. M.A.A.T. Engbers en mr. D.A.C. Koster, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. K.F. van Dam en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 december 2012.