ECLI:NL:RBUTR:2012:BY7524

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
30 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/120291-02 (beslissing)
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging na advies van reclassering en FPC

In de zaak met parketnummer 16/120291-02 heeft de Rechtbank Utrecht op 30 november 2012 een beslissing genomen over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft, na het horen van de reclassering, de officier van justitie en de raadsman, geconcludeerd dat de dwangverpleging niet langer noodzakelijk is. De terbeschikkinggestelde, die zich goed aan de afspraken met de reclassering houdt, heeft aangegeven bereid te zijn om aan strenge voorwaarden te voldoen. De reclassering heeft in haar rapport van 23 november 2012 geadviseerd om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, onder bepaalde voorwaarden die zijn besproken tijdens de zitting.

De rechtbank heeft de voorwaarden voor de beëindiging van de dwangverpleging vastgesteld, waaronder het niet recidiveren, het niet verhuizen zonder toestemming van de reclassering, en het meewerken aan urinecontroles indien de reclassering dat nodig acht. De terbeschikkinggestelde moet ook openheid van zaken geven over zijn netwerk en financiën, en hij moet zich houden aan de voorwaarden die zijn gesteld door de reclassering. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van het rapport van de reclassering en het verhandelde ter zitting, waarbij de rechtbank de voorwaarden heeft aangepast op basis van de inbreng van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman.

De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, die zich in een resocialisatiefase bevindt en zich moet houden aan de voorwaarden die zijn gesteld om zijn terugkeer in de samenleving te faciliteren. De rechtbank heeft vertrouwen in de mogelijkheden van de terbeschikkinggestelde om zich aan de voorwaarden te houden, en heeft de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd onder de gestelde voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/120291-02
Beslissing voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
thans wonende te [woonplaats], [adres],
heeft de rechtbank op 3 september 2012 de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en de beslissing om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen aangehouden.
1. De procedure
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- de beslissing van deze rechtbank van 3 september 2012, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd voor de duur van één jaar en de beslissing over de voorzetting van de dwangverpleging is aangehouden teneinde de reclassering een rapport op te laten maken over de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging;
- het door Reclassering Nederland opgemaakte rapport d.d. 23 november 2012, opgemaakt door mevrouw M. Hooijer, waarin wordt geadviseerd de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen onder de in dat rapport gestelde voorwaarden.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Michels, advocaat te Utrecht.
Voorts zijn de deskundigen de heer M. Verhees, verbonden aan FPC De Rooyse Wissel, en mevrouw M. Hooijer, verbonden aan Reclassering Nederland, gehoord.
2. Het standpunt van de reclassering
De rechtbank heeft kennis genomen van het standpunt van de reclassering. Mevrouw Hooijer heeft het rapport en het advies van de reclassering toegelicht.
De terbeschikkinggestelde is bezig met zijn resocialisatiefase in zijn oude woonplaats Amersfoort waar hij zelfstandig in een huurwoning woont. Hij heeft veel en goed contact met zijn familie. Indien de dwangverpleging voorwaardelijk wordt beëindigd zal de terbeschikkinggestelde via de Bijstandswet verder moeten re-integreren. De terbeschikkinggestelde zal zich daarbij moeten houden aan strakke voorwaarden die de gemeentelijke sociale dienst stelt. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven hiertoe in staat en bereid te zijn. Indien de terbeschikkinggestelde een relatie krijgt kan hij voor behandeling c.q. systeemtherapie aangemeld worden bij De Waag. FPC De Rooyse Wissel heeft aangegeven bereid te zijn om samen te werken met de reclassering in het kader van het forensisch psychiatrisch toezicht. De reclassering is van de mening dat de resocialisatie nog in de beginfase is en dat de komende periode zal moeten blijken in hoeverre de terbeschikkinggestelde meer ingebed kan worden in de samenleving. Daarbij zal met name aandacht moeten worden besteed aan het vinden van een dagbesteding. In het contact met de reclassering heeft de terbeschikkinggestelde zich tot nu toe meewerkend opgesteld en hij heeft aangegeven dat hij zich wil houden aan de door de reclassering noodzakelijk geachte voorwaarden.
De reclassering adviseert aldus om over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging onder de in het rapport van 23 november 2012 genoemde voorwaarden.
Mevrouw Hooijer heeft ter zitting nog naar voren gebracht dat de terbeschikkinggestelde zich goed aan de afspraken met de reclassering houdt, dat hij openheid van zaken geeft en dat hij op tijd thuis is. Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft mevrouw Hooijer ten aanzien van de gestelde voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde zal meewerken aan urinecontroles om hem op eventueel drugsgebruik te kunnen controleren opgemerkt dat deze voorwaarde, zoals nu in het rapport geformuleerd, betekent dat de terbeschikkinggestelde elke week moet deelnemen aan de urinecontroles. Wat de reclassering betreft mag deze voorwaarde wat flexibeler geformuleerd worden. Ten aanzien van de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde niet bij zijn ouders zal gaan wonen heeft mevrouw Hooijer opgemerkt dat de reclassering zich er in kan vinden als aan deze voorwaarde wordt toegevoegd “behoudens buitengewoon bijzondere omstandigheden”.
3. Het standpunt van FPC De Rooyse Wissel
De heer Verhees heeft ter zitting naar voren gebracht dat de inrichting zich kan vinden in een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging onder de door de reclassering gestelde voorwaarden. Verhees heeft daarbij opgemerkt dat als er iets misgaat de terbeschikkinggestelde in het kader van een time-out tijdelijk in de kliniek terecht kan. De kliniek kan als het nodig is dus snel ingrijpen en wat mis is gegaan recht zetten, aldus Verhees.
4. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat zij de indruk heeft dat de terbeschikkinggestelde van goede wil is. De terbeschikkinggestelde zal zelf moeten bewijzen dat hij zich aan de voorwaarden kan houden. De officier van justitie heeft daar vertrouwen in en vordert aldus dat de dwangverpleging wordt beëindigd onder de door de reclassering gestelde voorwaarden.
5. Het standpunt van de verdediging en de terbeschikkinggestelde
De verdediging heeft aangevoerd dat zij zich kan scharen achter de zienswijze van de reclassering omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De verdediging heeft daarbij ten aanzien van twee voorwaarden een kanttekening geplaatst. Zo wordt door de verdediging verzocht om aan de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde niet bij zijn ouders zal gaan wonen toe te voegen “behoudens buitengewoon bijzondere omstandigheden” en om aan de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde geen drugs zal gebruiken, niet toe te voegen dat hij zal meewerken aan urinecontroles, maar om de urinecontroles op vrijwillige basis te laten plaatsvinden. De verdediging heeft er daarbij op gewezen dat de terbeschikkinggestelde sinds 2005 abstinent is van softdrugs en al zeven jaar lang zijn urine heeft afgestaan. Hem verplichten ook nu nog aan urinecontroles mee te werken is niet opportuun, aldus de verdediging.
De terbeschikkinggestelde heeft nog naar voren gebracht dat hij er geen problemen mee heeft dat de reclassering zich veel met zijn privéleven zal gaan bemoeien. Hij weet dat hij zich aan strenge voorwaarden zal moeten houden en is daar zeker toe bereid.
6. Het oordeel dan de rechtbank
De rechtbank is, gelet op het rapport van de reclassering en het verhandelde ter zitting, met Reclassering Nederland, FPC De Rooyse Wissel, de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat de dwangverpleging dient te worden beëindigd onder de door de reclassering in het rapport van 23 november 2012 gestelde voorwaarden. De rechtbank zal daarbij de voorwaarden die zien op de huisvesting en het meewerken aan urinecontroles naar aanleiding van hetgeen op zitting naar voren is gebracht in aangepaste vorm vaststellen.
7 De beslissing.
De rechtbank beëindigt voorwaardelijk de verpleging van overheidswege van [verdachte], onder de volgende voorwaarden:
1- de terbeschikkinggestelde zal niet recidiveren;
2- de terbeschikkinggestelde zal niet zonder overleg en niet zonder toestemming van de reclassering verhuizen naar een andere woning. De terbeschikkinggestelde zal niet bij zijn ouders gaan wonen behoudens zeer uitzonderlijke omstandigheden en niet langer dan strikt noodzakelijk en alleen met uitdrukkelijke instemming van de reclassering vooraf;
3- de terbeschikkinggestelde heeft een controleerbare dagbesteding van minimaal twintig uur per week en/of spant zich in om deze te vinden. Hij zal niet zonder overleg en toestemming van de reclassering veranderen van werkgever;
4- de terbeschikkinggestelde zal, indien hij een intieme relatie krijgt, openheid van zaken geven over deze relatie en meewerken aan behandeling c.q. systeemtherapie bij De Waag;
5- de terbeschikkinggestelde zal openheid van zaken geven over zijn netwerk;
6- de terbeschikkinggestelde zal geen drugs gebruiken. Hij zal meewerken aan urinecontroles, indien en zolang de reclassering dat geïndiceerd vindt. De terbeschikkinggestelde zal openheid van zaken geven over zijn alcoholgebruik. Dit gebruik mag zijn dagelijkse functioneren op geen enkele wijze belemmeren;
7- de terbeschikkinggestelde zal zijn financiën inzichtelijk maken voor de reclassering. Indien externe begeleiding op het gebied van zijn financiën door de reclassering nodig wordt geacht, zal de terbeschikkinggestelde hieraan zijn medewerking verlenen;
8- de terbeschikkinggestelde zal zich begeleidbaar opstellen en zal zich gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door de reclassering;
9- de terbeschikkinggestelde zal zijn medewerking verlenen aan forensisch psychiatrisch toezicht.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.A.C. Koster, voorzitter, mr. M.A.A.T. Engbers en
mr. P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. K.F. van Dam en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 november 2012.