ECLI:NL:RBUTR:2012:BY7524
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging na advies van reclassering en FPC
In de zaak met parketnummer 16/120291-02 heeft de Rechtbank Utrecht op 30 november 2012 een beslissing genomen over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft, na het horen van de reclassering, de officier van justitie en de raadsman, geconcludeerd dat de dwangverpleging niet langer noodzakelijk is. De terbeschikkinggestelde, die zich goed aan de afspraken met de reclassering houdt, heeft aangegeven bereid te zijn om aan strenge voorwaarden te voldoen. De reclassering heeft in haar rapport van 23 november 2012 geadviseerd om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, onder bepaalde voorwaarden die zijn besproken tijdens de zitting.
De rechtbank heeft de voorwaarden voor de beëindiging van de dwangverpleging vastgesteld, waaronder het niet recidiveren, het niet verhuizen zonder toestemming van de reclassering, en het meewerken aan urinecontroles indien de reclassering dat nodig acht. De terbeschikkinggestelde moet ook openheid van zaken geven over zijn netwerk en financiën, en hij moet zich houden aan de voorwaarden die zijn gesteld door de reclassering. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van het rapport van de reclassering en het verhandelde ter zitting, waarbij de rechtbank de voorwaarden heeft aangepast op basis van de inbreng van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman.
De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, die zich in een resocialisatiefase bevindt en zich moet houden aan de voorwaarden die zijn gesteld om zijn terugkeer in de samenleving te faciliteren. De rechtbank heeft vertrouwen in de mogelijkheden van de terbeschikkinggestelde om zich aan de voorwaarden te houden, en heeft de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd onder de gestelde voorwaarden.