ECLI:NL:RBUTR:2012:BY7523
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mishandeling tijdens carnaval in IJsselstein
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 december 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van twee mishandelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 18 februari 2012 tijdens de carnaval in IJsselstein twee personen, [aangever 1] en [aangever 2], in hun gezicht heeft gestompt. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de verdachte zelf in overweging genomen. Getuige [getuige 1] bevestigde dat hij had gezien hoe de verdachte [aangever 1] een klap gaf, terwijl [aangever 2] verklaarde dat de verdachte haar ook had gestompt. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangevers en getuigen wettig en overtuigend bewijs vormden voor de mishandelingen. De verdachte heeft geen spijt getoond en toonde weinig inzicht in de ernst van zijn daden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, dat meerdere geweldsdelicten bevatte. De reclassering adviseerde om de verdachte te blijven begeleiden in zijn behandeling voor middelengebruik en agressie. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het derde feit, het voorhanden hebben van een gasbusje met pepperspray, wegens gebrek aan bewijs.