ECLI:NL:RBUTR:2012:BY6140
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Perrick
- D.A.C. Koster
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 november 2012 uitspraak gedaan over de voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) voor de veroordeelde, geboren in 1972 en thans verblijvende in Wier. Het onderzoek vond plaats op 6 november 2012, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. A.M.R. van Ginneken, en getuigen-deskundigen aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde gemotiveerd is om de maatregel goed uit te voeren en dat hij verschillende trainingen heeft gevolgd in Wier Plus. Ondanks een terugval in juni 2012, heeft hij met succes zijn traject in Wier Plus voortgezet en is hij inmiddels aangemeld voor een woonvoorziening in Den Dolder.
De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bekeken, waaronder eerdere uitspraken van het gerechtshof en voortgangsverslagen van de ISD-maatregel. De getuigen-deskundigen hebben geadviseerd de maatregel voort te zetten, omdat dit een noodzakelijke stimulans biedt voor de veroordeelde om zijn behandeling en resocialisatie succesvol af te ronden. De officier van justitie steunde dit advies, terwijl de veroordeelde via zijn raadsvrouw aangaf dat hij klaar is voor verdere ontwikkeling, maar dat een passende woonvoorziening essentieel is voor zijn toekomst.
De rechtbank concludeert dat, hoewel de veroordeelde vooruitgang heeft geboekt, er momenteel geen redenen zijn om de maatregel voortijdig te beëindigen. De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht en beslist dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt voortgezet, met het oog op een verantwoorde terugkeer in de maatschappij.