ECLI:NL:RBUTR:2012:BY0672
Rechtbank Utrecht
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 oktober 2012 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. A.G. van Doorn, rechter-commissaris in een strafzaak tegen de verzoeker, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft in de P.I. Utrecht. De verzoeker had op 25 september 2012, tijdens een verhoor, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. Van Doorn, omdat hij meende dat deze niet onpartijdig was. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 oktober 2012, waarbij de verzoeker en zijn raadsman, mr. R.A.E. Bunge, aanwezig waren. Mr. Van Doorn was niet aanwezig bij de behandeling.
De rechtbank overweegt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de rechter vooringenomen is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat mr. Van Doorn jegens de verzoeker vooringenomenheid koestert. De enkele omstandigheid dat mr. Van Doorn een beslissing heeft genomen die onwelgevallig was voor de verzoeker, namelijk de inbewaringstelling, is op zichzelf niet voldoende om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid.
De rechtbank wijst erop dat het wrakingsmiddel niet bedoeld is om te ageren tegen rechterlijke uitspraken die als onjuist worden ervaren. De verzoeker had de mogelijkheid om tegen de beslissing tot inbewaringstelling rechtsmiddelen aan te wenden. De rechtbank concludeert dat het wrakingsverzoek van de verzoeker moet worden afgewezen, omdat er geen objectieve gronden zijn voor de vrees dat mr. Van Doorn aan onpartijdigheid heeft ontbroken. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier is opgedragen om een afschrift van de beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen.