ECLI:NL:RBUTR:2012:BX5763

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
29 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/655692-12; 16/600079-11 (vord.tul)
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van dagvaarding en oproeping in strafzaak wegens niet in acht nemen van dagvaardingstermijn

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 29 juni 2012, is de geldigheid van de dagvaarding en de oproeping van de verdachte aan de orde. De verdachte, geboren in 1964 en woonachtig in [woonplaats], was niet verschenen op de zitting. De verdediging heeft betoogd dat zowel de dagvaarding als de oproeping nietig zijn, omdat deze niet op rechtsgeldige wijze zijn betekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding op 19 juni 2012 op het GBA-adres van de verdachte is aangeboden aan een aldaar aanwezige persoon, die zich bereid verklaarde de dagvaarding aan de verdachte te doen toekomen. Echter, volgens artikel 265, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering moet er tussen de betekening van de dagvaarding en de terechtzitting minimaal tien vrije dagen liggen. Aangezien de dagvaarding op 19 juni 2012 is betekend en de zitting op 29 juni 2012 plaatsvond, is deze termijn niet in acht genomen. De rechtbank concludeert dat de dagvaarding niet rechtsgeldig is betekend, wat leidt tot de nietigheid van de dagvaarding en de oproeping. De rechtbank heeft derhalve de dagvaarding en de oproeping nietig verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.A.E. Somsen, en in aanwezigheid van griffier H.J. Nieboer.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummers: 16/655692-12; 16/600079-11 (vord.tul)
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 juni 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1964] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres] (postadres)
raadsman: mr. S. de Korte, advocaat te Utrecht
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 29 juni 2012. Verdachte is niet verschenen. Ter terechtzitting heeft de verdediging betoogd dat de dagvaarding en de oproeping nietig zijn, dan wel dat het onderzoek ter terechtzitting moet worden geschorst, omdat de dagvaarding en de oproeping niet op rechtsgeldige wijze zijn betekend.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1
Op 16 april 2012 te Maarssen een mobiele telefoon heeft gestolen van [naam], waarbij hij geweld heeft gebruikt tegen zijn zoon en [naam] en die [naam] bovendien heeft bedreigd.
Impliciet is dit tenlastegelegd als een bedreiging van [naam];
2
Op diezelfde datum en plaats twee agenten van politie heeft bedreigd.
3 De voorvragen
De geldigheid van de dagvaarding.
De rechtbank is gebleken dat de dagvaarding op 19 juni 2012 op het GBA-adres van verdachte is aangeboden en uitgereikt aan een aldaar aanwezige persoon die zich bereid heeft verklaard bedoelde dagvaarding aan te nemen en onverwijld aan verdachte te doen toekomen.
Artikel 265, eerste lid, Wetboek van Strafvordering bepaalt dat tussen de dag waarop de dagvaarding aan de verdachte wordt betekend en de dag van de terechtzitting ten minste tien vrije dagen moeten zijn gelegen. Nu de dagvaarding op 19 juni 2012 is betekend en de terechtzitting op 29 juni 2012 is bepaald, constateert de rechtbank dat aan dit vereiste niet is voldaan. Dit betekent dat nu de dagvaardingstermijn niet in acht is genomen en ook overigens niet is gebleken dat verdachte afstand heeft gedaan van die termijn, de dagvaarding niet rechtsgeldig is betekend. De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling heeft de rechtbank geconstateerd dat de oproeping van veroordeelde eveneens niet rechtsgeldig is betekend, zodat de oproeping van veroordeelde eveneens nietig zal worden verklaard.
4 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart de dagvaarding nietig;
- verklaart de oproeping nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.E. Somsen, voorzitter, mr. D.A.C. Koster en mr V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 juni 2012.