ECLI:NL:RBUTR:2012:BX3327
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaarschrift omzetting taakstraf in gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 10 mei 2012 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de omzetting van een opgelegde taakstraf in een gevangenisstraf. De veroordeelde had een taakstraf van 240 uren opgelegd gekregen, met de mogelijkheid van 120 dagen hechtenis als deze niet werd uitgevoerd. De officier van justitie had op 12 januari 2012 besloten de werkstraf om te zetten in hechtenis, omdat de veroordeelde niet was gestart met de uitvoering van de werkstraf. De veroordeelde had bezwaar gemaakt tegen deze omzetting, met als argument dat hij door gezondheidsklachten niet in staat was om de werkstraf uit te voeren.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de omstandigheden van de veroordeelde, waaronder zijn medische beperkingen en de tijd die hij had om de werkstraf uit te voeren. De rechtbank constateerde dat de veroordeelde in de periode waarin hij de werkstraf had moeten verrichten, wel in staat was om andere activiteiten te ondernemen, zoals verhuizen en reizen. De rechtbank oordeelde dat het grotendeels aan de veroordeelde zelf te wijten was dat hij geen aanvang had genomen met de werkstraf. De rechtbank heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard, omdat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die zouden kunnen aantonen dat de veroordeelde geen verwijt kon worden gemaakt voor het niet uitvoeren van de taakstraf.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. De griffier was ook aanwezig bij de uitspraak. De rechtbank heeft de veroordeelde in zijn verzoek om verlenging van de termijn voor de uitvoering van de werkstraf niet kunnen volgen, gezien de omstandigheden die zijn aangevoerd.