ECLI:NL:RBUTR:2012:BW5648

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
10 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/070265-96
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van terbeschikkinggestelde na jarenlange behandeling

Op 10 februari 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, die sinds 1997 onder toezicht stond vanwege ernstige strafbare feiten, waaronder afpersing en bedreiging. De rechtbank heeft besloten tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, na een jarenlange behandeling in verschillende TBS-klinieken. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven vertrouwen te hebben in een goede afloop na de beëindiging van de dwangverpleging, mits hij zich houdt aan de gestelde voorwaarden. De rechtbank heeft de verslavingsreclassering Noord Nederland opgedragen om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen bij het naleven van deze voorwaarden.

De rechtbank heeft de processtukken en rapporten van deskundigen en de reclassering in overweging genomen. De reclassering heeft positief geadviseerd over de beëindiging van de dwangverpleging, onder de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde zich houdt aan afspraken en voorschriften. De deskundige K. de Vries heeft het standpunt van de inrichting toegelicht, dat ook positief is over de beëindiging van de verpleging. De officier van justitie heeft de beëindiging van de verpleging gevorderd, met enkele aanpassingen aan de voorwaarden.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde zich de afgelopen periode goed heeft gedragen en dat de voorwaarden die zijn gesteld, voldoende zijn om de resocialisatie te waarborgen. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de verpleging van overheidswege te beëindigen, onder strikte voorwaarden die gericht zijn op het waarborgen van de veiligheid van anderen en het voorkomen van recidive. De voorwaarden omvatten onder andere het onderhouden van contact met de verslavingsreclassering, het naleven van afspraken omtrent alcohol- en druggebruik, en het verlenen van medewerking aan controles.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/070265-96
Beslissing voorwaardelijke beëindiging verpleging van overheidswege.
Beslissing van de rechtbank te Utrecht, meervoudige kamer voor strafzaken, strekkende tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [1964] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
1 De stukken.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 17 oktober 1997, waarbij [terbeschikkinggestelde] wegens afpersing, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie onder meer ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 1 november 1997;
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 15 november 2011, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling werd verlengd voor de duur van één jaar en waarbij de definitieve beslissing met betrekking tot de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging werd aangehouden voor onbepaalde tijd, teneinde een reclasseringsrapport te kunnen laten opmaken over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van de terbeschikkinggestelde in de maatschappij zou kunnen geschieden;
- het maatregelenrapport van de Verslavingszorg Noord Nederland, locatie Groningen d.d. 18 januari 2012, opgemaakt door W. Bouwsma, reclasseringswerker en R. Nijboer, Teamleider, strekkende tot de beëindiging van de dwangverpleging van [terbeschikkinggestelde] onder voorwaarden.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 10 februari 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens zijn gehoord de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. J.A. Huibers, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige K. de Vries, behandelcoördinator en GZ-psycholoog dr. S. van Mesdagkliniek, en W. Bouwsma, reclasseringswerker.
3 Het standpunt van de inrichting, deskundige en reclassering
De rechtbank heeft kennis genomen van de standpunten van de deskundige en de reclassering.
3.1 Het standpunt van de reclassering
Betrokkene is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken. Betrokkene lijkt, na een jarenlange behandeling en verblijf in verschillende TBS-klinieken, toe aan de vervolgstap gericht op resocialisatie. Ondanks zijn strijdbare houding en frustraties ten opzichte van zijn behandeling is betrokkene bij machte om via de transmurale voorziening van de kliniek zijn leven buiten de poorten van de kliniek op een positieve manier vorm te geven. Betrokkene functioneert de afgelopen maanden goed in zijn eigen woning. Hij houdt zich aan de gemaakte afspraken en de geldende voorwaarden binnen het transmurale verlof. Ook binnen zijn werksituatie zijn de geluiden positief. Betrokkene heeft een geschiedenis waarbij het gebruik van alcohol een grote rol speelde, waarbij rekening gehouden dient te worden met het feit dat de verslaving van betrokkene, onder gecontroleerde omstandigheden, reeds jaren in remissie is.
Gezien de samenwerkingsbereidheid van betrokkene is de reclassering van mening dat de in het rapport genoemde voorwaarden toereikend zijn om het toezicht verantwoord in te vullen en betrokkenen te begeleiden bij zijn resocialisatie.
De reclassering adviseert een beëindiging van de dwangverpleging onder de in het maatregelenrapport genoemde voorwaarden.
3.2 Het standpunt van de inrichting
De deskundige K. de Vries heeft ter zitting d.d. 10 februari 2012 het standpunt en het advies van de inrichting toegelicht. De inrichting en de deskundige sluiten zich aan bij het rapport van de reclassering en het daarin gegeven advies.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de door de reclassering gestelde voorwaarden, met dien verstande dat in de voorwaarde met betrekking tot het contact met AFPN-FPTz de zinsnede “frequent” wordt vervangen door “zo vaak als het AFPN-FPTz nodig acht”.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De raadsman en de terbeschikkinggestelde sluiten zich aan bij voornoemd advies en de door de officier van justitie gevorderde aanpassing van de voorwaarde met betrekking tot het AFPN-FPTz.
6 De beoordeling
Uit het hierboven genoemde maatregelenrapport van de reclassering, het advies van de inrichting en hetgeen op de zitting door de deskundige is toegelicht, blijkt dat zowel de kliniek als de reclassering positief staan tegenover een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Betrokkene heeft zich de afgelopen periode gehouden aan de met hem gemaakte afspraken en de gestelde voorwaarden. Ook het inmiddels opgestarte contact met de reclassering verloopt goed. Door het stellen van voorwaarden, zoals vermeld in het maatregelenrapport, is de continuïteit in de voortgezette behandeling gewaarborgd en kan betrokkene gebruik blijven maken van de back-up die de kliniek biedt. Om de kans op terugval en recidive laag te houden is het belangrijk dat het komende traject zorgvuldig verloopt.
Ook de terbeschikkinggestelde heeft er alle vertrouwen in dat het na de beëindiging van de dwangverpleging onder voorwaarden goed zal gaan met hem. Hij geeft aan dat hij, zoals hij tot nu toe ook heeft gedaan, zich zal houden aan de gestelde voorwaarden.
De rechtbank is, gelet op voornoemde adviezen en standpunten, met alle partijen van oordeel dat een beëindiging van de dwangverpleging onder na te noemen voorwaarden reëel is. Daarbij overweegt de rechtbank nog in het bijzonder dat het voor het slagen van de behandeling en dus voor het laag houden van het recidiverisico noodzakelijk is dat het komende traject zorgvuldig verloopt.
Ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen zullen de hierna te noemen voorwaarden worden gesteld aan het gedrag van de terbeschikkinggestelde, die zich bereid heeft verklaard de op te leggen voorwaarden te zullen naleven.
7 De beslissing.
De rechtbank:
- beëindigt de verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] onder de volgende voorwaarden:
(Algemene voorwaarden)
- betrokkene zal zich houden aan de aanwijzingen en voorschriften hem gegeven door of namens de verslavingsreclassering;
- betrokkene maakt zich niet schuldig aan het plegen van strafbare feiten;
(Specifieke voorwaarden)
- betrokkene onderhoudt een frequent contact met de verslavingsreclassering, waarbij bij aanvang een wekelijks contact wordt aangehouden, en hij stelt zich hierbij begeleidbaar op;
- betrokkene onderhoudt, zo vaak als het AFPN-FPTz dit nodig acht, contact met de medewerker(s) van de AFPN-FPTz;
- betrokkene dient zich op het gebied van alcohol- en druggebruik te houden aan de aanwijzingen hem gegeven vanuit de verslavingsreclassering;
- betrokkene neemt zijn medicatie in volgens voorschrift;
- betrokkene zal zijn medewerking verlenen aan controle op mogelijk gebruik van alcohol en/of drugs middels urinecontroles en ademanalyse;
- indien op enig moment naar inzicht van de verslavingsreclassering ondersteuning nodig is met betrekking tot alcoholgebruik of het verlangen daarnaar, zal betrokkene zich daartegen niet verzetten;
- betrokkene verleent zijn medewerking aan en toestemming tot informatieoverdracht tussen de trajectrelevante instanties en personen;
- betrokkene verandert niet van adres zonder overleg met de verslavingsreclassering;
- betrokkene geeft desgevraagd inzage in zijn financiële situatie;
- betrokkene heeft een gestructureerde dagbesteding van tenminste 20 uren per week. Hij zal niet zonder voorafgaand overleg met en toestemming van de verslavingsreclassering van werkkring veranderen en/of ontslag nemen;
- betrokkene geeft inzicht in zijn vrienden-/kennissenkring en (mogelijke) partnerrelatie en geeft de verslavingsreclassering toestemming om met hen te spreken;
- betrokkene meldt zich voor een time-out opname in het FPC Dr. S. van Mesdag als de verslavingsreclassering en/of de AFPN-FPTz dit geïndiceerd achten. Een time-outplaatsing kan tevens op verzoek van betrokkene zelf plaatsvinden.
Deze time-outplaatsing duurt zolang als nodig is, met een maximum van 2 x 7 weken, om betrokkene op verantwoorde wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaand aan de time-out.
Zij draagt overeenkomstig artikel 38 eerste lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafrecht, de verslavingsreclassering Noord Nederland op [terbeschikkinggestelde] hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, voorzitter, mr. M.A.E. Somsen en mr. D.A.C. Koster, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G. van Engelenburg en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 februari 2012.