ECLI:NL:RBUTR:2012:BV2077

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
1 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
766949 AC EXPL 11-4997 HvB 4088
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over eenzijdige prijsverhoging in gebruikersovereenkomst tussen gemeente en sportvereniging

In deze zaak heeft de gemeente Baarn een vordering ingesteld tegen de vereniging Voetbalvereniging Tot Ons Vermaak (T.O.V.) met betrekking tot een gebruikersovereenkomst voor het gebruik van Sportpark Ter Eem. De gemeente vorderde een betaling van € 2.000,93, bestaande uit een hoofdsom van € 1.616,16, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gemeente stelde dat TOV in verzuim was omdat zij de verhoogde gebruiksvergoeding niet had betaald, welke verhoging volgens de gemeente was doorgevoerd op basis van een Raadsbesluit van 25 november 2009.

TOV verweerde zich door te stellen dat zij altijd de gebruiksvergoeding had betaald en dat de gemeente niet bevoegd was om de vergoeding eenzijdig te verhogen, aangezien er geen eenzijdig wijzigingsbeding in de overeenkomst was opgenomen. De kantonrechter heeft de overeenkomst en de relevante bepalingen, met name artikel 3, eerste lid, van de overeenkomst, zorgvuldig onderzocht. De rechter concludeerde dat de gemeente niet bevoegd was om de prijzen eenzijdig te wijzigen, wat betekende dat TOV geen wanprestatie pleegde door de verhoogde vergoeding niet te betalen.

De kantonrechter heeft de vordering van de gemeente afgewezen en de gemeente veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van TOV, die tot aan de uitspraak op nihil waren begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 1 februari 2012 door kantonrechter L.C. Heuveling van Beek in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
sector handel en kanton
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 766949 AC EXPL 11-4997 HvB 4088
vonnis d.d. 1 februari 2012
inzake
het bij wet rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam de Gemeente Baarn,
zetelend te Baarn,
verder ook te noemen de gemeente,
eisende partij,
gemachtigde: Cannock Chase Incasso,
tegen:
de vereniging Voetbalvereniging Tot Ons Vermaak (T.O.V.),
gevestigd te Baarn,
verder ook te noemen TOV,
gedaagde partij,
gemachtigde: R. Lammertse, bestuurder.
Het verloop van de procedure
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 14 september 2011.
De comparitie is gehouden op 6 december 2011. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
De gemeente heeft vervolgens een akte genomen.
Hierna is uitspraak bepaald.
De feiten
Tussen partijen staat als niet, dan wel onvoldoende, weersproken het navolgende vast.
Tussen partijen is op 23 november 2009 een overeenkomst gesloten, genaamd “Gebruikers-overeenkomst Sportpark Ter Eem te Baarn”, hierna de overeenkomst. Artikel 3 van de overeenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Prijzen
1.De door de vereniging aan de Gemeente verschuldigde vergoeding voor het gebruik van het sportpark bedraagt het bedrag genoemd in de tarievenlijst, uitgaande van de tarieven per 14 april 2007. De in de tarievenlijst genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
…”
De vordering en het verweer
De gemeente vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van TOV om aan de gemeente te voldoen € 2.000,93, bestaande uit € 1.616,16 aan hoofdsom, € 27,77 aan rente tot 21 juli 2011 en € 357,- aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente van 8% over de hoofdsom vanaf 21 juli 2011 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van TOV in de proceskosten.
Ter onderbouwing van die vordering stelt de gemeente dat TOV jegens haar toerekenbaar te-kort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarin het TOV is toegestaan gebruik te maken van Sportpark Ter Eem, door het verschuldigde bedrag ad € 1.616,16, ondanks sommaties, onbetaald te laten. De gemeente voert aan dat zij op basis van een Raadsbesluit van 25 november 2009 een prijsverhoging heeft doorgevoerd en dat zij TOV daarover tijdig heeft geïnformeerd. De gemeente maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten, nu TOV in verzuim is geraakt, respectievelijk de gemeente de vordering uit handen heeft moeten geven.
TOV voert als belangrijkste verweer aan dat zij de tussen partijen overeengekomen gebruiks-vergoeding steeds heeft betaald, maar dat zij weigert de door de gemeente eenzijdig opge-legde verhoging van de gebruiksvergoeding te voldoen.
De beoordeling
De kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt, wordt gevormd door het antwoord op de vraag of de gemeente op basis van artikel 3, eerste lid, van de overeenkomst bevoegd is eenzijdig tot prijsverhoging over te gaan.
Het komt dus aan op de uitleg van dat artikel. Daarbij is niet alleen de taalkundige uitleg van belang, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijker-wijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Ter comparitie is tussen partijen komen vast te staan dat tussen (een stuurgroep) van de sportclubs die gebruik wilden gaan maken van Sportpark Ter Eem enerzijds en de gemeente anderzijds is onderhandeld over de prijsstelling. De gemeente heeft toegegeven dat een een-zijdig wijzigingsbeding niet in de overeenkomst is opgenomen.
De sportclubs hebben aangeboden om akkoord te gaan met een beding waarin prijsverhoging zou worden toegestaan conform de prijsindex, maar dat wilde de gemeente niet. De sport-clubs hebben vervolgens toegezien op de redactie van artikel 3, eerste lid, van de overeen-komst en TOV wijst erop dat in het geldende contract nu juist geregeld is dat de tarievenlijst van 2007 van toepassing is.
Bij deze stand van zaken laat artikel 3, eerste lid, van de overeenkomst niet een uitleg toe op grond waarvan de gemeente bevoegd zou zijn de prijzen eenzijdig te wijzigen. Dat betekent dat TOV geen wanprestatie pleegt door te weigeren de eenzijdig door de gemeente opge-legde prijsverhoging te voldoen.
De vordering van de gemeente moet daarom worden afgewezen.
De overige stellingen en verweren hoeven dan verder niet meer te worden besproken.
De gemeente zal, als in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het geding worden veroordeeld, welke tot aan deze uitspraak aan de zijde van TOV worden begroot op nihil.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt de gemeente tot betaling van de proceskosten aan de zijde van TOV, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. Heuveling van Beek, kantonrechter, en is in aanwezig-heid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2012.