Ten aanzien van het tenlastegelegde witwassen:
Verdachte en haar echtgenoot [medeverdachte 1] maken gebruik van vier bankrekeningnummers. Uit onderzoek is gebleken dat op deze rekeningen regelmatig contante stortingen en opnamen plaatsvonden.
In de periode van 31 december 2004 tot en met 22 november 2010 blijkt dat er een bedrag van in totaal 229.563,41 euro aan contante stortingen en een bedrag van in totaal 118.483,65 euro aan contante opnames is geweest. Per saldo is in genoemde periode een contante uitgaande geldstroom geweest van 111.079,76 euro.
Uit de bevindingen van de Belastingdienst en de verklaringen van verdachte en haar echtgenoot blijkt dat in de periode 31 december 2004 tot en met 22 november 2010 alleen legale inkomsten zijn ontvangen vanuit dienstverband, uitkeringen en een persoonsgebonden budget. Deze inkomsten werden gestort op de bankrekeningen van verdachte en haar echtgenoot. Er is in de genoemde periode geen sprake van legale contante inkomsten.
Bij de huiszoeking op 22 november 2010 zijn onder meer bankafschriften in beslag genomen. Uit een analyse van deze afschriften blijkt dat in de periode van januari 2005 tot en met 22 november 2010 met regelmaat grote contante bedragen zijn gestort op de bankrekening van medeverdachte [medeverdachte 1], echtgenoot van verdachte, met nummer [rekeningnummer] en ook op de bankrekening van verdachte met nummer [rekeningnummer].
Uit de gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat sinds 7 maart 2009 een personenauto, merk Audi A4 met kenteken [kenteken] op naam staat van de medeverdachte [medeverdachte 1].
De aanschafprijs van deze auto bedroeg 35.000,00 euro. Bij de aankoop werd door medeverdachte een BMW met kenteken [kenteken] ingeruild en moest hij 10.000,00 euro bijbetalen. Dit bedrag werd door hem contant voldaan.
Op 13 juli 2007 werd door de medeverdachte een BMW M3 cabrio aangekocht met inruil van een Kia Picant. Er moest een bedrag van 35.000,00 euro worden bijbetaald. Dit bedrag werd contant voldaan.
Tijdens de huiszoeking in de woning van verdachte zijn diverse facturen aangetroffen. Deze facturen zijn hoogstwaarschijnlijk contant betaald, aangezien de bedragen van die facturen niet terug te vinden zijn op de bankafschriften van de rekeningen van verdachte en haar echtgenoot. Het gaat in casu om een bedrag van in totaal 21.294,41 euro in de periode van januari 2005 tot en met oktober 2010.
De medeverdachte, en tevens echtgenoot van verdachte, heeft verklaard dat hij het geld dat hij met de handel in hennep verdiende, stortte op zijn bankrekening nummer [rekeningnummer]. Van dit geld heeft hij onder meer de BMW en de Audi A4 gekocht, die hij contant heeft afgerekend.
Voorts heeft hij verklaard dat van dit geld onder meer een keuken en kunststofkozijnen zijn aangeschaft.