ECLI:NL:RBUTR:2011:BV2694
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Krol
- M.J. Veldhuijzen
- P.L.C.M. Ficq
- Rechtspraak.nl
Witwassen van gelden en de beoordeling van de dagvaarding
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 30 juni 2011, stond de verdachte terecht voor het witwassen van gelden. De rechtbank oordeelde dat het geld niet op legale wijze was verkregen en afkomstig was uit een misdrijf. De verdachte had geprobeerd een schijnbaar legale herkomst te verschaffen aan de opbrengst van dit geld. De rechtbank achtte de dagvaarding geldig en voldoende duidelijk, ondanks de verdediging die stelde dat deze nietig was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich had kunnen verweren tegen de beschuldigingen en dat de dagvaarding voldeed aan de eisen van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldwitwassen, meermalen gepleegd, en legde een werkstraf op van 120 uur, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis. De rechtbank weigerde de vordering tot verbeurdverklaring van een bedrag van € 13.500,--, omdat er geen beslag op dit bedrag rustte en niet vaststond of de verdachte nog over dit bedrag beschikte. De uitspraak benadrukte de ontwrichtende werking van witwassen op het economisch verkeer en de ernst van de gepleegde feiten. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad, bij het bepalen van de straf.