ECLI:NL:RBUTR:2011:BV1650
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van jeugddetentie na inbraak in huisartsenpraktijk
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 23 december 2011, stond de verdachte terecht voor inbraak in een huisartsenpraktijk en een school. De rechtbank oordeelde dat het misdrijf, gepleegd op 8 maart 2011, niet van zodanige ernst was dat het opleggen van een Gedragsmaatregel (GBM) gerechtvaardigd was. De verdachte, bijgestaan door raadsvrouwe mr. S.M.J. van de Ven, werd vrijgesproken van de inbraak in de school, maar schuldig bevonden aan de inbraak in de huisartsenpraktijk. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 77 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg. De rechtbank oordeelde dat de schade van € 1.470,73 aan de benadeelde partij, Huisartsenpraktijk Vogelhoed, voldoende aannemelijk was gemaakt en kende deze schade toe. De rechtbank besloot dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk was, en dat deze vordering bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend. De uitspraak benadrukte de noodzaak van begeleiding voor de verdachte, gezien zijn eerdere betrokkenheid bij vermogenscriminaliteit en de impact van zijn daden op de slachtoffers.