ECLI:NL:RBUTR:2011:BU1954
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.G. van Doorn
- D.A.C. Koster
- M.H.L. Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging van een straf na voorwaardelijke veroordeling
In de zaak met parketnummer 16/600105-09 heeft de rechtbank Utrecht op 8 september 2011 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een aan de veroordeelde opgelegde straf. De officier van justitie heeft tijdens de zitting de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf van vier maanden gevorderd. De verdediging heeft primair verzocht om afwijzing van deze vordering en subsidiair om de vordering gedeeltelijk toe te wijzen en de gevangenisstraf om te zetten in een werkstraf. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat deze niet heeft voldaan aan de informatieplicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende informatie beschikbaar was over de contacten tussen de veroordeelde en de reclassering, ondanks een eerdere opdracht van de rechtbank om deze informatie te verstrekken. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij zich hierdoor onvoldoende voorgelicht achtte om een beslissing te nemen over de vordering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de rechters A.G. van Doorn, D.A.C. Koster en M.H.L. Schoenmakers, in aanwezigheid van griffier G. van Engelenburg. De beslissing is openbaar uitgesproken op 22 september 2011.