ECLI:NL:RBUTR:2011:BU1943
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde met ernstige delicten
In de zaak met parketnummer 16/604437-06 heeft de rechtbank Utrecht op 8 september 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de verdachte, die gediagnosticeerd is met schizofrenie van het paranoïde type en afhankelijkheid van verschillende middelen. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de TBS met twee jaar, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank overwoog dat de behandeling van de verdachte goed verloopt, maar dat hij nog aan het begin van zijn behandeltraject staat. De verdachte heeft momenteel onvoldoende ziektebesef en inzicht in zijn risicofactoren, wat een verlenging van de TBS noodzakelijk maakt. De verdediging had verzocht om een toetsingsmoment na een jaar, maar dit verzoek werd afgewezen door de rechtbank, die oordeelde dat een dergelijk moment niets zou toevoegen aan de behandeling en onrealistische verwachtingen zou kunnen scheppen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte langdurige zorg en begeleiding nodig zal hebben, ook na de beëindiging van de TBS. De deskundige heeft aangegeven dat de behandeling zich richt op het vergroten van het ziektebesef en inzicht in risicofactoren, en dat de verdachte bij een toename van vrijheden moet worden gemonitord om te zien hoe hij daarmee omgaat. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de TBS met twee jaar te verlengen, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen in het geding zijn. De toegepaste artikelen zijn 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.