ECLI:NL:RBUTR:2011:BR6218
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.A. Messer
- J.E. Kruijff-Bronsing
- E.A.A. van Kalveen
- Rechtspraak.nl
Medeplichtigheid aan gewapende overval op speelgoedwinkel in Utrecht
Op 30 augustus 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende overval op een filiaal van Bart Smit in Utrecht op 27 augustus 2010. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die op dat moment werkzaam was in de winkel, als mededader bij de overval betrokken was. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen. De verdachte had op de bewakingscamera's een ontspannen lichaamstaal en leek samen te werken met de overvallers. De rechtbank oordeelde dat het handelen van de verdachte en haar mededaders gericht was op het plegen van een feit als omschreven in artikel 312 of 317 van het Wetboek van Strafrecht, wat duidt op afpersing of diefstal met geweld.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van een eerdere overval op 13 augustus 2010, omdat er onvoldoende wettig bewijs was voor haar betrokkenheid bij dat feit. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte op 27 augustus 2010, samen met anderen, onder bedreiging met geweld een geldbedrag had afgenomen van de winkel. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd gesteld dat de bedreiging met geweld niet afhankelijk is van de subjectieve ervaring van het slachtoffer. De verdachte werd veroordeeld tot een jeugddetentie van 232 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en haar positieve ontwikkeling sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis.