ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9499
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.G. van Doorn
- D.A.C. Koster
- E.C.A. Bakker
- Rechtspraak.nl
Openbaar Ministerie deels niet-ontvankelijk op grond van ne bis in idem
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 13 mei 2011, is de verdachte beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol, wat resulteerde in een ongeval met zwaar lichamelijk letsel voor twee inzittenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat er geen reden was voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie heeft gevorderd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard voor de feiten waarvoor de verdachte al eerder is veroordeeld. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd, omdat de feiten overeenkomen met eerdere veroordelingen, en heeft het Openbaar Ministerie ontvankelijk verklaard voor de overige tenlasteleggingen.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de meer of anders ten laste gelegde feiten, maar heeft het subsidiair ten laste gelegde feit bewezen verklaard. De verdachte had op 27 juni 2009 een motorrijtuig bestuurd terwijl zij meer alcohol had gedronken dan wettelijk toegestaan. De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van de verdachte en de ernst van het feit bij het bepalen van de straf. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 20 uur, subsidiair 10 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de voorwaardelijke ontzegging niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.