ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ4264
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating schuldsanering op grond van onverantwoord groot risico
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 11 mei 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling op basis van artikel 288 van de Faillissementswet. De verzoeker, een ex-ondernemer, had een totale schuldenlast van € 268.917,33, waaronder aanzienlijke leningen van ABN-Amro en een particuliere lening van de heer [A]. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker niet te goeder trouw was geweest in het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden, omdat hij onaanvaardbaar grote risico's had genomen bij zijn ondernemingsactiviteiten. De verzoeker had een eenmanszaak die zich bezighield met de import van medische instrumenten uit Pakistan, maar had te maken met aanzienlijke financiële verliezen door afgekeurde leveringen en mislukte productielijnen. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker had gekozen voor een eigen risico van 50% op de waarde van de zendingen, wat als onverantwoord werd beschouwd. Bovendien werd de lening van de heer [A] als niet te goeder trouw aangemerkt, gezien de hoge bedragen in verhouding tot de omzet van de onderneming. De rechtbank wees het verzoek tot schuldsanering af, omdat er onvoldoende bijzondere omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De schulden waren ontstaan uit gebrekkig zakelijk inzicht en er waren geen maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.