ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0946
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot diefstal en oplegging van ISD-maatregel
Op 31 maart 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot diefstal. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank op basis van de beschikbare bewijsmiddelen tot de conclusie kwam dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de poging tot diefstal van een tas. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet als heer en meester over het weggenomen goed had beschikt, waardoor hij van het primair ten laste gelegde feit werd vrijgesproken. De bewezenverklaring van de poging tot diefstal was gebaseerd op verklaringen van getuigen die de verdachte in de klimhal te Nieuwegein hadden gezien met de tas van een benadeelde. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals met het strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare misdrijven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een ISD-maatregel moest krijgen, gezien zijn recidive en het risico dat hij opnieuw een misdrijf zou begaan. De maatregel werd opgelegd voor de maximale termijn van twee jaar, met een tussentijdse toets na negen maanden. De rechtbank benadrukte dat de maatregel niet alleen bedoeld was ter bescherming van de maatschappij, maar ook om de verdachte te helpen met zijn verslavingsproblematiek en hem een kans op rehabilitatie te bieden.