ECLI:NL:RBUTR:2011:BP9107

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
2 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2976751 HA ZA 10-2581
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.C. Hagedoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in documenten in het kader van laboratoriumonderzoeken

In deze zaak vorderde Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. inzage in documenten van Medisch Centrum Rhijnauwen, die ten grondslag lagen aan laboratoriumonderzoeken. Zilveren Kruis stelde dat het merendeel van de gedeclareerde kosten voor deze onderzoeken onterecht was, omdat de verwijzingen niet door een huisarts of medisch specialist waren gedaan. De rechtbank diende te beoordelen of Zilveren Kruis rechtmatig belang had bij de gevraagde inzage op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De rechtbank oordeelde dat Zilveren Kruis voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij een rechtmatig belang had bij inzage in de documenten. Medisch Centrum Rhijnauwen betwistte echter dat aan de vereisten van artikel 843a Rv was voldaan en stelde dat de vordering prematuur was. De rechtbank weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat de vordering van Zilveren Kruis op dat moment moet worden afgewezen. De documenten maken deel uit van een medisch dossier, en de rechtbank oordeelt dat een vordering tot afgifte of verstrekking van kopieën niet zomaar kan worden toegewezen.

De rechtbank wijst de incidentele vordering af en veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten van het incident. De zaak wordt opnieuw op de rol gezet voor conclusie van antwoord op 13 april 2011. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.C. Hagedoorn op 2 maart 2011.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector Civiel
zaaknummer rolnummer: 2976751 HA ZA 10-2581 Vonnis in incident van 2 maart 2011
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V., gevestigd te Utrecht,
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J.A. Schuman,
tegen
de stichting
STICHTING MEDISCH CENTRUM RHIJNAUWEN, gevestigd te Bunnik,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. H.C. Sauer.
Partijen zullen hierna Zilveren Kruis en Medisch Centrum Rhijnauwen genoemd warden. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering ex artikel 843a Rv,
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2 De beoordeling in het incident
2.1 Zilveren Kruis vordert in de hoofdzaak dat Medisch centrum Rhijnauwen wordt veroordeeld om aan haar een bedrag van € 1.375.595,58 te betalen op grond van ten onrechte hij haar gedeclareerde kosten voor laboratoriumonderzoeken. De betreffende onderzoeken moesten, aldus Zilveren Kruis, de resultante zijn van een verwijzing door een huisarts of medisch specialist. Naar nu, op basis van een steekproef, is gebleken zijn volgens Zilveren Kruis het merendeel van de laboratoriumonderzoeken over de periode 2007 tot en met 2010 ten onrechte gedeclareerd. De verwijzing heeft niet plaatsgevonden door een huisarts of medisch specialist. In het incident vordert Zilveren Kruis, op straffe van verbeurte van een dwangsom, inzage in en afgifte van de verwijzingen, dan wel de aanvraagformulieren, die aan alle in de genoemde laboratoriumonderzoeken (hierna de documenten) ten grondslag liggen. Medisch Centrum Rhijnauwen voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2. Op grond van artikel 843a van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een partij bij een juridische procedure inzage, afgifte of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden wanneer hij daarbij een rechtmatig belang heeft en de bescheiden betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij hij partij is. Medisch Centrum Rhijnauwen heeft gesteld dat niet aan de vereisten van dit artikel is voldaan. De rechtbank is van oordeel dat Zilveren Kruis voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een rechtmatig belang heeft bij inzage in de documenten. Medisch Centrum Rhijnauwen heeft niet weersproken dat in de documenten moet zijn opgenomen wie om de laboratoriumonderzoeken heeft gevraagd. De documenten kunnen aldus voor het bewijs van de stellingen van Zilveren Kruis van groot belang zijn. Ook aan het vereiste dat het verzoek zich moet richten op exhibitie van bepaalde bescheiden is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. Zilveren Kruis vraagt om exhibitie van een groot aantal documenten, maar dat valt terug te leiden op de aard van de vordering en staat op zich aan toewijzing van het gevorderde niet in de weg. Zij heeft voldoende duidelijk omschreven welke documenten zij wenst te verkrijgen. Medisch Centrum Rhijnauwen heeft niet gesteld dat Zilveren Kruis vraagt om het verstrekken van documenten die niet terzake dienend zijn. De rechtbank is derhalve van oordeel dat aan dit vereiste van artikel 843a Rv is voldaan. Ook aan het vereiste dat sprake moet zijn van een rechtsbetrekking is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. Medisch Centrum Rhijnauwen heeft in dit verband aangevoerd dat niet ondenkbaar is dat bepaalde documenten zich niet in haar administratie, maar in de administratie van een andere vennootschap, Europees Laboratorium voor Nutriënten B.V., bevinden. Dat is een omstandigheid die naar het oordeel van de rechtbank voor rekening en risico van Medisch Centrum Rhijnauwen komt. Medisch Centrum Rhijnauwen heeft niet betwist dat zij om vergoeding van de laboratoriumonderzoeken door Zilveren Kruis heeft gevraagd, dat maakt dat ook van haar verlangd kan worden dat zij beschikt over, dan wel toegang heeft tot, de aan die declaraties ten grondslag liggende stukken.
2.3. Artikel 843a Rv bepaalt echter in lid 4 dat Medisch Centrum Rhijnauwen niet gehouden is om aan de vordering te voldoen als zulks niet nodig is voor een behoorlijke rechtsbedeling. In dat kader kan de rechter de belangen van partijen afwegen. Medisch Centrum Rhijnauwen heeft gesteld dat het incident onnodig is en in ieder geval prematuur. Zij heeft erop gewezen dat Zilveren Kruis haar nooit om inzage of afschrift van stukken heeft gevraagd. Voorts heeft zij gesteld dat eerst moet worden vastgesteld of zij ten onrechte declaraties voor laboratoriumonderzoeken heeft Ingediend Dat laatste betwist zij. Medisch Centrum Rhijnauwen betwist eveneens dat zij de overeenkomsten die door Zilveren Kruis in het geding zijn gebracht door de parijen zijn gesloten. Zo die overeenkomstig van toepassing zouden zijn dan volgt daaruit niet dat Zilveren Kruis recht heeft op de afschriften van de documenten, maar dat medisch Centrum Rhijnauwen door Zilveren Kruis ingeschakelde controlerende artsen inzage in de documenten dient te geven. Ook heeft Medisch Centrum Rhijnauwen erop gewezen dat zij door de toewijzing van de vordering onevenredig zwaar in haar belangen wordt geschaad omdat het verzamelen van kopieën van de gevraagde documenten zeer veel tijd in beslag zal nemen.
2..4 de rechtbank is van oordeel dat een afweging van de belangen van parijen maakt dat de vordering van Zilveren Kruis op dit moment moet worden afgewezen. De stukken waarvan zij afschrift vordert, maken onderdeel uit van een medisch dossier en dit maakt dat een vordering tot afgifte of tot het verstrekken van kopieën van de documenten reeds op die grond niet zomaar kan worden toegewezen. Voor zover de rechtbank de vordering zou opvatten als een vordering tot het verkrijgen van inzage door controlerend artsen, zoals uit de door Zilveren Kruis gestelde overeenkomsten zou blijken, geldt dat naar het oordeel van de rechtbank eerst de door Medisch Centrum Rhijnauwen opgeworpen vragen ten aanzien van de grondslag van de vordering van Zilveren Kruis dienen te worden beantwoord. In een later stadium kan dan, eventueel, de inzage aan de orde komen. De rechtbank kan zich voorstellen dat dit een punt is dat op een comparitie van partijen aan de orde kan komen. De rechtbank zal derhalve de incidentele vordering afwijzen.
2.5. Zilveren Kruis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
De beslissing
De rechtbank in het incident
3.1. wijst het gevorderde af,
3.2. veroordeelt Zilveren Kruis in de kosten van het incident, aan de zijde van Medisch Centrum Rhijnauwen tot op heden begroot op EUR 452,00,
3.3. verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, in de hoofdzaak
3.4. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 13 april 2011 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoorn en in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2011.
PvT