ECLI:NL:RBUTR:2011:BP5393

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
21 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
302151 / JE RK 11-484
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van kinderbescherming

Op 21 februari 2011 heeft de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht, verzocht om de minderjarige, geboren in 1996, voorlopig onder toezicht te stellen van Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht. Dit verzoek was gebaseerd op de dringende noodzaak om de minderjarige te beschermen tegen onmiddellijk en ernstig gevaar. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige met ingang van 21 februari 2011 voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van drie maanden, tot 21 mei 2011. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de maatregel onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele beroepsprocedures.

De kinderrechter heeft in zijn beschikking aangegeven dat het verhoor van de belanghebbenden niet kan worden afgewacht, gezien de urgentie van de situatie. De zitting voor het verhoor is gepland op 4 maart 2011. De vader van de minderjarige is alleen belast met het ouderlijk gezag, terwijl de moeder is overleden. De kinderrechter heeft de beschikking op 21 februari 2011 gegeven en deze is ondertekend op 22 februari 2011 door de kinderrechter, mr. H.J.H. van Meegen, in aanwezigheid van de griffier G.M.W.H. van der Velden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector Familie & Toezicht
Voorlopige ondertoezichtstelling
Zaaknummer: 302151 / JE RK 11-484
beschikking van 21 februari 2011 van de kinderrechter met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats], op [1996],
kind van
[de vader], wonende te [woonplaats],
en
[de moeder] (overleden),
de vader is alleen belast met het ouderlijk gezag.
1. Verloop van de procedure
Op 21 februari 2011 heeft de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht (hierna te noemen de Raad), eerst telefonisch en vervolgens schriftelijk verzocht de voornoemde minderjarige onder toezicht te stellen van Stichting Bureau Jeugdzorg voor de duur van 12 maanden. Omdat de maatregel dringend en onverwijld noodzakelijk is heeft de Raad verzocht de minderjarige alvast en wel met ingang van 21 februari 2011, voorlopig onder toezicht te stellen van Stichting Bureau Jeugdzorg te Utrecht voor de duur van ten hoogste drie maanden.
2. Beoordeling van het verzochte
Uit de verkregen informatie blijkt dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarige, hangende een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen.
Het verhoor van de belanghebbenden kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige.
Dit verhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van 4 maart 2011 te 13.00 uur.
3. Beslissing
De kinderrechter stelt de minderjarige voorlopig onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht met ingang van 21 februari 2011 voor de duur van drie maanden, te weten tot 21 mei 2011.
Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.
Het verzoek wordt voor het overige aangehouden.
Deze beschikking is gegeven op 21 februari 2011 en ondertekend op 22 februari 2011 door mr. H.J.H. van Meegen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van G.M.W.H. van der Velden als griffier.