RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
zaaknummer: 670232 AC EXPL 09-10228 CTH 4065
vonnis d.d. 16 februari 2011
1. de naamloze vennootschap de naamloze vennootschap Agis Zorgverzekeringen N.V.,
2. de naamloze vennootschap Agis Ziektekostenverzekeringen N.V.,
beiden gevestigd te Amersfoort,
verder ook te noemen Agis c.s.,
eisende partij,
gemachtigde: GGN Gerechtsdeurwaarders Utrecht,
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J. Brakke, advocaat te Zeewolde,
1. Het verloop van de procedure
Agis c.s. heeft een vordering ingesteld;
[gedaagde] heeft geantwoord op de vordering;
Agis c.s. heeft voor repliek geconcludeerd en haar eis verminderd;
[gedaagde] heeft voor dupliek geconcludeerd.
[gedaagde] heeft een tegeneis ingediend;
Agis c.s. heeft geantwoord op de tegeneis;
[gedaagde] heeft voor repliek en Agis c.s. heeft voor dupliek geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
2.1. Agis c.s. heeft met [gedaagde] een verzekeringsovereenkomst gesloten terzake een ziektekostenverzekering, als bedoeld in de Zorgverzekeringswet. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde] gehouden om maandelijks premie aan Agis c.s. te betalen.
2.2. [gedaagde] heeft op of omstreeks een bedrag van € 855,89 per bank aan Agis c.s. voldaan.
3. De vordering en het verweer
3.1. Na vermindering van eis vordert Agis c.s. bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan haar te voldoen een bedrag van € 109,18, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 december 2009 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure. Deze vordering is als volgt samengesteld:
Hoofdsom premie basisverzekering € 628,25
Hoofdsom premie aanvullende verzekering € 133,40 +
€ 761,65
Buitengerechtelijke incassokosten € 178,50
Wettelijke rente tot 8 december 2009 € 7,92
Overige kosten € 17,00 +
€ 965,07
Betaling d.d. 23 december 2009 € 855,89 -/-
Restant vordering € 109,18
3.2. Agis c.s. legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen partijen een verzekeringsovereenkomst is gesloten en dat [gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichting jegens Agis c.s. door het verschuldigde bedrag aan eigen risico 2009, premiekosten basisverzekering over de periode juli tot en met november 2009 en de premiekosten aanvullende verzekering voor de periode juli tot en met oktober 2009 onbetaald te laten.
3.3. [gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Agis c.s. in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.5. [gedaagde] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Agis c.s. om aan hem te voldoen een bedrag van € 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van opeisbaarheid, dan wel de datum der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, tevens te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten. Tevens vordert [gedaagde] veroordeling van Agis c.s. in de kosten van de procedure.
3.6. [gedaagde] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij zich genoodzaakt heeft gezien zich tot een advocaat te wenden nu de dagvaarding, zoals deze door Agis c.s. is uitgebracht, geen roldatum vermeldde en de dagvaarding zodoende nietig is.
3.7. Agis c.s. voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde] in zijn vorderingen, althans tot afwijzing daarvan.
3.8. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. De stelling van [gedaagde] dat het aan hem betekende en gelaten exploit van dagvaarding geen roldatum vermeldt waartegen [gedaagde] is opgeroepen is door Agis c.s. niet weersproken. Hoewel Agis c.s. aanvoert dat de door haar aangebrachte dagvaarding wel een roldatum vermeldt, is – uitgaande van de juistheid van deze stelling – hiermee niet gegeven dat op het aan [gedaagde] betekende, dan wel gelaten, exploit van dagvaarding een roldatum staat vermeldt, zodat de kantonrechter dit standpunt verwerpt. Agis c.s. bestrijdt niet de stelling van [gedaagde] dat op exploit van dagvaarding dat aan [gedaagde] is betekend, dan wel gelaten, geen roldatum staat vermeld, zodat de kantonrechter van de juistheid van de stellingen van [gedaagde] op dit punt uitgaat.
4.2. Artikel 111 lid 2 onder f Rv eist dat het exploit de roldatum vermeldt, zodat de dagvaarding in deze procedure op grond van artikel 120 lid 1 Rv in beginsel nietig is. Overeenkomstig artikel 122 lid 1 juncto 128 lid 3 Rv dient een gedaagde partij zich op straffe van verval bij de conclusie van antwoord op de nietigheid van de dagvaarding te beroepen.
4.3. Nu [gedaagde] in deze procedure verschenen is en hij – nadat zijn raadsman hiertoe uitstel heeft verkregen – bij conclusie van antwoord op de vordering verweer heeft kunnen voeren, zich bij die gelegenheid op de nietigheid van de dagvaarding heeft beroepen en inhoudelijk verweer heeft gevoerd, is in deze procedure niet gebleken dat [gedaagde] in enig rechtens relevant procesbelang is geschaad. De nietigheid van de dagvaarding is door het vorenstaande gedekt. De kantonrechter zal de zaak inhoudelijk beoordelen.
4.4. Agis c.s. vordert thans nog betaling van buitengerechtelijke incassokosten tot een hoogte van € 109,18 – het restant van de oorspronkelijke vordering, verminderd met de door [gedaagde] verrichte betaling (zoals hiervoor onder 3.1. is weergegeven) – gebaseerd op de stelling dat een dergelijke vergoeding in de overeenkomst tussen partijen is bedongen. Agis c.s. heeft echter de desbetreffende bepaling niet overgelegd of in de dagvaarding geciteerd, zodat de kantonrechter niet kan toetsen of en op welke wijze deze vergoeding daadwerkelijk is bedongen. Een dergelijke (ambtshalve) toetsing op een mogelijk onredelijk bezwarend beding is echter, gelet op de aard van de door Agis c.s. met [gedaagde] als consument gesloten overeenkomst en van het beding waar Agis c.s. zich kennelijk op wenst te beroepen, aangewezen op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. Pannon-arrest, 4 juni 2009, C-243/08). Bij gebreke van afdoende onderbouwing van de stellingen van Agis c.s. gaat de kantonrechter daaraan voorbij. Op grond hiervan kunnen deze stellingen van Agis c.s. niet tot toewijzing van het gevorderde leiden.
Subsidiair heeft Agis c.s. dit onderdeel van de vordering gebaseerd op artikel 6:96 lid 2 sub c BW. Voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten dient te worden gesteld en onderbouwd op grond waarvan deze verschuldigd zijn en voorts dat genoemde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Daarbij hanteert de kantonrechter conform het rapport Voorwerk II het uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Agis c.s. heeft ter onderbouwing van de gestelde buitengerechtelijke incassokosten een zestal standaard sommatiebrieven van zowel haarzelf als haar gemachtigde overgelegd en een opsomming gegeven van een aantal standaard werkzaamheden dat in het kader van een incassozaak moet worden verricht. Daarmee is niet althans onvoldoende gesteld en onderbouwd dat daadwerkelijk verdergaande buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt voor verrichtingen als hiervoor omschreven. De kosten waarvan Agis c.s. vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten, reden waarom de kantonrechter dit onderdeel van de vordering zal afwijzen.
4.5. Hoewel de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, zal [gedaagde] in de kosten van de procedure in conventie worden veroordeeld. Nu vaststaat dat [gedaagde] aan Agis c.s. een bedrag van € 761,65 verschuldigd was ter zake van premies basisverzekering en aanvullende verzekering en hij met betaling van dit bedrag in verzuim was gekomen was Agis c.s. gerechtigd een procedure te starten om haar vorderingsrecht te effectueren. Dat [gedaagde], zoals hij stelt doch Agis c.s. betwist, onmachtig was te betalen doet aan het voorgaande niet af.
4.6. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in conventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Agis c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 92,55
- vast recht 158,00
- salaris gemachtigde 200,00 (2,0 punten × tarief € 100,00)
Totaal € 440,55
4.7. [gedaagde] stelt dat hij zich genoodzaakt heeft gezien zich te wenden tot een advocaat nu aan hem een dagvaarding is uitgebracht waarop geen datum stond vermeld. Hij voert aan dat hij zelf contact heeft gezocht met Agis c.s. en Agis c.s. bij die gelegenheid niet bereid bleek de procedure in te trekken of een regeling te treffen.
4.8. Agis c.s. bestrijdt zowel de verschuldigdheid als de hoogte van de door [gedaagde] gevorderde schadevergoeding. Agis c.s. stelt dat het doen stellen van een advocaat niet noodzakelijk was aangezien aan [gedaagde] uitstel is verleend voor het indienen van een conclusie van antwoord. Voorts betoogt Agis c.s. dat [gedaagde] ook zonder advocaat uitstel had kunnen verkrijgen voor het indien van zijn conclusie. Agis c.s. is van mening dat [gedaagde] de hoogte van zijn vordering onvoldoende heeft onderbouwd.
4.9. De kantonrechter begrijpt de stellingen van [gedaagde] aldus dat hij voornemens was in persoon te procederen, maar zich op grond van het feit dat een dagvaarding, waarin geen roldatum was vermeld, aan hem werd gelaten genoodzaakt zag een advocaat in de arm te nemen. Het volgende wordt overwogen.
4.10. Vaststaat dat het optreden van de gemachtigde van [gedaagde] ertoe heeft geleid dat [gedaagde] in deze procedure is verschenen en de procedure, die is ingeleid met een nietige dagvaarding, welke nietigheid is gedekt doordat de raadsman van [gedaagde] heeft geïnformeerd, uitstel heeft verkregen en een inhoudelijk verweer heeft gevoerd. [gedaagde] heeft in redelijkheid kunnen besluiten een gemachtigde c.q. advocaat in de arm te nemen teneinde informatie te verkrijgen omtrent de geldigheid van de dagvaarding, alsmede de gevolgen van (eventuele) nietigheid te beoordelen. Immers, indien de aan [gedaagde] gelaten dagvaarding – zoals de wet eist – een roldatum had vermeld zou [gedaagde] hebben geweten wanneer hij moest verschijnen om verweer te voeren. De kosten die dit rechtskundig advies in deze met zich brengt dienen dan ook voor rekening en risico te komen van Agis c.s.. Het betreft in redelijkheid gemaakte kosten waarbij de kantonrechter deze ex aequo et bono zal vaststellen op een bedrag van € 750,00. Nu niet is gesteld of gebleken dat [gedaagde] deze kosten reeds heeft voldaan aan zijn advocaat zal de wettelijke rente, als voor het overige niet weersproken, worden toegewezen vanaf de datum van dit vonnis.
4.11. [gedaagde] heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Niet althans onvoldoende gesteld en onderbouwd is dat het gaat om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan [A] vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten, reden waarom de kantonrechter dit onderdeel van de vordering zal afwijzen.
4.12. Agis c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde (2,0 punten × tarief € 100,00).
5.1. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Agis c.s., tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 440,55, waarin begrepen € 200,00 aan salaris gemachtigde,
5.2. verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
5.3. wijst het meer of anders gevorderde af,
5.4. veroordeelt Agis c.s. om aan [gedaagde] tegen bewijs van kwijting te betalen € 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
5.5. veroordeelt Agis c.s. tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde,
5.6. verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. Heuveling van Beek, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2011.