ECLI:NL:RBUTR:2011:BP3298

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
2 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
600232 UC EXPL 08-15958 AW/321
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Reflexwerking van de Colportagewet ten behoeve van de kleine ondernemer; overeenkomst tot stand gekomen onder invloed van dwaling door onjuiste en misleidende mededelingen van de vertegenwoordiger

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 2 februari 2011, staat de reflexwerking van de Colportagewet centraal, met betrekking tot een overeenkomst die door de eiseres, een kleine ondernemer, is aangegaan met Proximedia Nederland B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.J. van de Wijnckel, stelt dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, veroorzaakt door onjuiste en misleidende mededelingen van de vertegenwoordiger van Proximedia. De kantonrechter verwijst naar eerdere tussenvonnissen en constateert dat de eiseres niet is geslaagd in haar bewijslevering dat zij op 11 januari 2008 telefonisch aan Proximedia heeft laten weten de overeenkomst te willen annuleren. De kantonrechter oordeelt dat de vertegenwoordiger van Proximedia onjuiste informatie heeft verstrekt over de kosten en de eigendom van de laptop en website, en dat de eiseres door deze misleidingen de overeenkomst heeft gesloten. De kantonrechter concludeert dat de eiseres is geslaagd in het bewijs dat de vertegenwoordiger heeft gezegd dat de laptop en website gratis waren en dat zij het contract een jaar mocht proberen. De overeenkomst wordt vernietigd wegens dwaling, met terugwerkende kracht. De vordering van Proximedia in reconventie tot betaling van maandelijkse termijnen wordt afgewezen, evenals de vordering tot betaling van een beëindigingsvergoeding. Proximedia wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres worden begroot op € 341,80.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 600232 UC EXPL 08-15958 AW/321
vonnis d.d. 2 februari 2011
inzake
[eiseres], h.o.d.n. [bedrijf],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [eiseres],
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. B.J. van de Wijnckel,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Proximedia Nederland B.V.,
gevestigd te De Meern,
verder ook te noemen Proximedia
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. L.B. Melcherts.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 20 januari 2010, waarbij aan [eiseres] een bewijsopdracht is verstrekt.
[eiseres] heeft twee getuigen doen horen. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
Proximedia heeft afgezien van het doen horen van getuigen in tegenverhoor.
Partijen hebben zich schriftelijk uitgelaten.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. Het geschil en de verdere beoordeling daarvan
In conventie en in reconventie
2.1. De kantonrechter verwijst naar en blijft bij hetgeen is overwogen in de tussenvonnissen van 22 juli 2009 en 20 januari 2010.
2.2. Aan [eiseres] is de opdracht verstrekt om te bewijzen dat zij op 11 januari 2008 telefonisch aan Proximedia heeft laten weten dat zij de overeenkomst wilde annuleren.
Voor het geval zij in die bewijslevering niet slaagt is aan haar bewijs opgedragen van feiten en omstandigheden die de gevolgtrekking rechtvaardigen:
1e. dat de vertegenwoordiger van Proximedia in het verkoopgesprek dan wel in het telefoongesprek daaraan voorafgaand heeft gezegd:
en/of dat de laptop, internetaansluiting, router, website met webshop en technische ondersteuning gratis zijn;
en/of dat de foto’s worden gemaakt door een professionele fotograaf;
en/of dat zij bezoek en ondersteuning krijgt van een professionele webdesigner;
en/of dat zij de overeenkomst op korte termijn weer kan opzeggen en/of dat hij haar vraag of zij het voor een jaartje mag proberen, bevestigend heeft beantwoord;
2e. dat de vertegenwoordiger van Proximedia tijdens het verkoopgesprek de schriftelijke overeenkomst voor ondertekening niet met haar heeft doorgelopen en met name niet heeft genoemd dat de overeenkomst een looptijd heeft van ten minste 48 maanden en dat [eiseres] bij tussentijdse opzegging een vergoeding verschuldigd is van 60% van de resterende maandtermijnen, terwijl haar evenmin de gelegenheid is geboden de overeenkomst voor ondertekening door te lezen en haar bedenktijd is geweigerd.
2.3. Ter voldoening aan de bewijsopdracht heeft [eiseres] zichzelf en haar echtgenoot [echtgenoot eiseres], hierna te noemen [echtgenoot eiseres], als getuige doen horen.
[eiseres] is aan te merken als partij-getuige. Dit betekent dat haar verklaring omtrent door haar te bewijzen feiten geen bewijs in haar voordeel kan opleveren, tenzij die verklaring strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs (artikel 164 lid 2 Rv).
Daarnaast geldt dat een getuigenverklaring slechts als bewijs kan dienen, voor zover zij betrekking heeft op aan de getuige uit eigen waarneming bekende feiten (artikel 163 Rv).
2.4. Wat betreft het eerste deel van de bewijsopdracht overweegt de kantonrechter dat Proximedia heeft betwist dat er op 11 januari 2008 telefonisch contact is geweest tussen een van haar medewerkers en [eiseres]. Daartegenover staat de getuigenverklaring van [echtgenoot eiseres] dat zijn echtgenote op 11 januari 2008 in zijn aanwezigheid een telefoongesprek heeft gevoerd met een medewerker van Proximedia.
Als het gaat om de inhoud van dat gesprek heeft [echtgenoot eiseres] verklaard dat hij niet heeft kunnen horen wat aan de andere kant van de lijn werd gezegd. Hij stelt te hebben gehoord dat zijn echtgenote in dat telefoongesprek de medewerker van Proximedia heeft gewezen op de gemaakte afspraak met de vertegenwoordiger dat zij binnen een jaar zou kunnen opzeggen. Dit komt niet overeen met wat [eiseres] op dit punt heeft verklaard. Zij verklaart immers dat zij de medewerkster van Proximedia heeft voorgehouden dat het contract volgens de afspraak met de vertegenwoordiger één jaar zou duren en geen 48 maanden. De medewerkster vroeg vervolgens of zij dat zwart op wit had. Zij antwoordde daarop dat zij dat niet zwart op wit had en dat zij het contract wilde beëindigen. Daarvoor werd zij door de receptioniste doorverwezen naar een ander bedrijf. Met dat bedrijf heeft zij direct telefonisch contact opgenomen. [echtgenoot eiseres] was ook bij dit telefoontje aanwezig, aldus [eiseres].
[echtgenoot eiseres] verklaart dat hij zich niet kan herinneren dat [eiseres] na dit telefoongesprek met Proximedia, zoals zij stelt, een tweede telefoontje heeft gepleegd met een ander bedrijf over de door haar gewenste beëindiging van het contract.
Mede gelet op het feit dat Proximedia betwist dat [eiseres] op 11 januari 2008 telefonisch contact met haar heeft opgenomen, levert de verklaring van [echtgenoot eiseres] niet zodanig sterk bewijs dat deze de partijgetuigenverklaring van [eiseres] voldoende geloofwaardig maakt.
De kantonrechter concludeert dat [eiseres] niet is geslaagd in het bewijs van haar stelling dat zij op 11 januari 2008 telefonisch aan Proximedia heeft laten weten dat zij de overeenkomst wilde annuleren. Dat zij de overeenkomst op 11 januari 2008, een dag na het sluiten daarvan, heeft geannuleerd is in rechte niet komen vast te staan. Haar beroep op de reflexwerking van de Colportagewet kan om die reden niet slagen.
2.5. Nu [eiseres] niet is geslaagd in de bewijslevering met betrekking tot het eerste deel van de bewijsopdracht komt de kantonrechter toe aan het tweede deel daarvan, te weten de precieze inhoud van het telefoongesprek tussen de vertegenwoordiger en [eiseres], waarbij een afspraak is gemaakt voor een verkoopgesprek bij [eiseres] thuis, en de gang van zaken tijdens dat verkoopgesprek.
Behalve de partijgetuigenverklaring van [eiseres] zelf heeft zij geen aanvullend bewijs geleverd omtrent de inhoud van het telefoongesprek met de vertegenwoordiger van Proximedia. Daarom kan aan haar verklaring geen bewijs worden ontleend.
2.6. Wanneer het gaat om de gang van zaken tijdens het verkoopgesprek bij haar thuis heeft naast [eiseres] ook [echtgenoot eiseres] op grond van eigen waarneming kunnen verklaren.
[echtgenoot eiseres] verklaart dat de vertegenwoordiger van Proximedia tijdens dat verkoopgesprek, waar behalve zijn echtgenote ook hij aanwezig is geweest, heeft gezegd dat de laptop en/of de internetaansluiting en/of de router en/of de website en/of de webshop en/of de technische ondersteuning gratis zouden zijn. De vertegenwoordiger had een formulier, het zogenaamde “bolletjesformulier”, dat tijdens het gesprek werd nagelopen. De vertegenwoordiger liep de posten op dat papier langs en zei vervolgens dat het gratis was. Ook zei hij dat er foto’s zouden worden gemaakt door een professionele fotograaf en dat ondersteuning zou worden geboden door een professionele webdesigner. [echtgenoot eiseres] kan zich niet herinneren dat zijn echtgenote in dat verkoopgesprek heeft gezegd dat zij de zaak over een jaar wilde beëindigen. Wel hebben hij en zijn echtgenote een aantal keren aan de vertegenwoordiger gevraagd of zij de overeenkomst voor een jaar konden afsluiten. De vertegenwoordiger heeft dat bevestigd. Hij verklaart voorts dat de vertegenwoordiger niet heeft gezegd dat de overeenkomst een looptijd had van 48 maanden en dat bij tussentijdse beëindiging een vergoeding van 60% van de resterende maandtermijnen is verschuldigd. Hij kan zich niet herinneren dat zijn echtgenote om bedenktijd heeft gevraagd. Wel herinnert hij zich dat er meteen moest worden getekend, omdat de vertegenwoordiger anders naar de buurman zou gaan, en dat zijn echtgenote geen gelegenheid kreeg om de overeenkomst door te lezen, aldus [echtgenoot eiseres].
2.7. Een ongebruikt exemplaar van het zogenaamde “bolletjesformulier” is door Proximedia bij akte van 16 september 2009 in het geding gebracht. [eiseres] heeft verklaard dat het volgens haar niet de bedoeling was dat zij dit formulier zou tekenen. Zij verklaart voorts dat de vertegenwoordiger de posten één voor één doorliep. Hij vroeg: weet u hoeveel een breedband laptop kost?” en dan werd het bedrag genoemd dat op het formulier stond. Vervolgens werd dat bedrag doorgestreept en werd gezegd: dat kost u niets. Er werd niet uitgelegd waarom het haar niets zou kosten. Hetzelfde gebeurde ook bij de posten “standaard website”, “promopagina + catalogus”, “back-up online” en “levering, installatie, opleiding”. Dat was dus allemaal gratis. Bij de post “hosting” kwam een bedrag te staan van € 5,-- per dag.
De vertegenwoordiger vertelde dat er een professionele fotograaf zou langskomen om foto’s te maken van de zaak. Daarvoor zou een aparte afspraak worden gemaakt. Ook zou zij bezoek en ondersteuning krijgen van een professionele webdesigner. Zij heeft de vertegenwoordiger gevraagd of zij het voor een jaartje mocht proberen en of zij de overeenkomst op korte termijn kon opzeggen. Zij heeft uitgelegd dat zij over een jaartje met de zaak zou willen stoppen. Volgens de vertegenwoordiger was dat allemaal geen probleem. Die afspraak is toen niet opgeschreven.
De schriftelijke overeenkomst is aan het einde van het verkoopgesprek door haar ondertekend. Die overeenkomst is niet van tevoren met haar doorgenomen. Voor zover zij zich herinnert heeft zij alleen de laatste pagina gezien en getekend. Zij heeft nog wel om bedenktijd gevraagd, maar de vertegenwoordiger zei dat als zij te lang zou nadenken het niet door zou gaan en dat hij anders naar de buren zou gaan of naar iemand anders die interesse had. Toen heeft zij toch getekend. Haar echtgenoot is tijdens het verkoopgesprek aanwezig geweest. Hij had vooral belangstelling voor de computer en de router. Hij was ook geïnteresseerd in de website, aldus [eiseres].
2.8. De kantonrechter overweegt dat Proximedia het specifieke bolletjesformulier dat tijdens het verkoopgesprek met [eiseres] is gebruikt en dat volgens Proximedia door [eiseres] is ondertekend, niet in het geding heeft gebracht.
Zowel [echtgenoot eiseres] als [eiseres] hebben verklaard dat de vertegenwoordiger het verkoopgesprek heeft gehouden aan de hand van dit bolletjesformulier. Ook Proximedia stelt in haar conclusie na getuigenverhoor dat de vertegenwoordigers van Proximedia de hoofdpunten van het contract doornemen mede aan de hand van het bolletjesformulier.
Daarmee is voldoende komen vast te staan dat dit formulier ook tijdens het verkoopgesprek met [eiseres] door de vertegenwoordiger is gebruikt.
2.9. Proximedia heeft niet althans onvoldoende weersproken de wijze waarop de vertegenwoordiger het bolletjesformulier volgens [echtgenoot eiseres] en [eiseres] tijdens het verkoopgesprek heeft gebruikt. Dat was volgens [eiseres] door de diverse posten met daarachter de prijs na te lopen en deze prijzen vervolgens door te strepen onder de mededeling “dit kost u niets”. Dit betreft de posten in de kolom “materiaal”: standaard laptop, standaard website, promo pag. + catalogus, backup online en levering, installatie, opleiding. Daarna schreef de vertegenwoordiger volgens [eiseres] in de kolom “services” bij “hosting”: € 5,-- per maand. De kolom “services” op het bolletjesformulier vermeldt: hosting website, 3 wijzigingen per jaar, eigen domeinnaam, gegevens back-up, onderhoudscontract, helpdesk ter beschikking, all-risk verzekering, technische interventie, Proximedia-poort, eigen provider, 1 x aanmelden zoekmachine, promo via site 1500 adres. Dit betreft derhalve de ondersteunende diensten die Proximedia aanbiedt. Ook [echtgenoot eiseres] verklaart dat de vertegenwoordiger dit formulier doorliep, vroeg hoeveel dat kostte en vervolgens zei dat het gratis was.
Proximedia betwist niet dat de laptop en de website feitelijk niet gratis zijn. De klant betaalt daarvoor immers door middel van de maandelijkse termijnen. Bovendien blijft de computer eigendom van Proximedia en mag de klant deze alleen gebruiken. Door op deze wijze het product van Proximedia te presenteren heeft de vertegenwoordiger [eiseres] onjuist ingelicht (onder andere) als het gaat om de kosten en de eigendom van de laptop en de kosten van de website.
Het verweer van Proximedia dat [eiseres] blijkens haar verklaring wist dat zij
€ 5,-- per dag moest betalen en dat zij dus ook wist dat de laptop en de website niet gratis waren, kan gelet op het vorenstaande niet slagen. De vertegenwoordiger heeft immers doen voorkomen dat zij € 5,-- per dag verschuldigd was alleen voor de ondersteunende diensten en dat zij daarbij gratis van Proximedia een laptop en website zou krijgen.
De verklaring van [echtgenoot eiseres] in samenhang met het door de vertegenwoordiger gebruikte bolletjesformulier ondersteunt voldoende de verklaring van [eiseres] zelf omtrent de gang van zaken tijdens het verkoopgesprek en de mededeling van de vertegenwoordiger dat de laptop en de website gratis zijn.
De kantonrechter neemt mede in aanmerking dat Proximedia het nodig heeft gevonden om in de schriftelijke overeenkomst op te nemen dat de klant door ondertekening van de overeenkomst bevestigt dat de mondeling verkregen informatie in geen enkel opzicht in strijd is met de bepalingen van de overeenkomst en met de eventueel door Proximedia verspreide documentatie (artikel 1.2 van de overeenkomst). Zij sluit kennelijk zelf niet uit dat haar vertegenwoordigers aan de klant mondeling informatie verstrekken die niet overeenkomt met hetgeen in de schriftelijke overeenkomst is vermeld.
De kantonrechter concludeert dat [eiseres] is geslaagd in de bewijslevering van het door haar gestelde feit dat de vertegenwoordiger tijdens het verkoopgesprek heeft gezegd dat de laptop en de website gratis zijn.
2.10. Zowel [echtgenoot eiseres] als [eiseres] verklaren dat de vertegenwoordiger tijdens het verkoopgesprek op hun herhaalde vragen of zij het contract voor een jaar mogen proberen bevestigend heeft geantwoord en dat hij niet heeft gesproken over een contractsduur van 48 maanden of over een verschuldigde vergoeding van 60% van de resterende maandtermijnen bij een tussentijdse beëindiging van het contract.
Proximedia wijst er in haar conclusie na getuigenverhoor op dat het bolletjesformulier in de kolom “5 belangrijke referentiepunten” onder meer vermeldt: “Samenwerking 48/MD”. De contractsduur van 48 maanden was volgens haar daarom één van de punten die de vertegenwoordiger in het gesprek aan de orde heeft gesteld. [eiseres] heeft dit bolletjesformulier bovendien getekend, zo stelt Proximedia.
De kantonrechter overweegt dat de enkele vermelding van een aantal aandachtspunten op een formulier ten behoeve van de vertegenwoordiger nog niet betekent dat deze in het concrete geval ook feitelijk die punten aan de orde heeft gesteld. Uit de woorden “Samenwerking 48/MD” heeft [eiseres], aangenomen dat zij het bolletjesformulier heeft gelezen en ondertekend, in elk geval niet kunnen en hoeven begrijpen dat het contract een duur had van 48 maanden en dat zij bij tussentijdse beëindiging een vergoeding zou zijn verschuldigd van 60% van de resterende maandtermijnen.
De kantonrechter neemt ook hier mede in aanmerking dat Proximedia het nodig heeft gevonden om in de schriftelijke overeenkomst op te nemen dat de klant door ondertekening van de overeenkomst bevestigt dat de mondeling verkregen informatie in geen enkel opzicht in strijd is met de bepalingen van de overeenkomst en met de eventueel door Proximedia verspreide documentatie (artikel 1.2 van de overeenkomst). Zij sluit kennelijk zelf niet uit dat haar vertegenwoordigers mondeling informatie verstrekken aan de klant die niet overeenkomt met hetgeen in de schriftelijke overeenkomst is vermeld.
De kantonrechter concludeert dat [eiseres] is geslaagd in de bewijslevering van het feit dat de vertegenwoordiger heeft gezegd dat zij de overeenkomst een jaar mag proberen en dat niet gesproken is over een contractsduur van 48 maanden en een tussentijdse beëindigingsvergoeding van 60% van de resterende maandtermijnen.
2.11. Proximedia heeft voorts niet althans onvoldoende weersproken dat de schriftelijke overeenkomst eerst aan het einde van het verkoopgesprek aan de klant ter ondertekening wordt aangeboden. De overeenkomst, die bij dagvaarding in het geding is gebracht, behelst vier pagina’s met een groot aantal bepalingen in een heel klein lettertype. [echtgenoot eiseres] verklaart dat [eiseres] niet de gelegenheid heeft gehad die overeenkomst vóór ondertekening door te nemen en dat zij direct moest tekenen, anders ging het niet door en zou de vertegenwoordiger naar een ander gaan. Deze feiten en omstandigheden bieden voldoende steun voor de verklaring van [eiseres] zelf dat zij de overeenkomst aan het einde van het verkoopgesprek op aandringen van de vertegenwoordiger direct heeft ondertekend, zonder dat zij de gelegenheid kreeg deze eerst door te lezen.
2.12. Voldoende is komen vast te staan dat de vertegenwoordiger van Proximedia aan [eiseres] in het verkoopgesprek een aantal onjuiste en misleidende mededelingen heeft gedaan: hij heeft gezegd dat de computer en de website gratis waren en dat [eiseres] het contract een jaartje mocht proberen. Hij heeft haar daarbij echter niet gewezen op de contractsperiode van 48 maanden en de door haar verschuldigde vergoeding bij tussentijdse beëindiging ter hoogte van 60% van de resterende maandtermijnen.
De kantonrechter overweegt dat de vertegenwoordiger van Proximedia heeft kunnen begrijpen en ook had behoren te begrijpen dat [eiseres] door deze onjuiste en misleidende mededelingen de overeenkomst onder invloed van dwaling zou sluiten, temeer omdat zij de schriftelijke overeenkomst, die uit vier pagina’s tekst bestaat, grotendeels opgesteld in een heel klein lettertype, op zijn aandringen direct heeft ondertekend zonder deze vooraf door te lezen. Ook heeft hij kunnen begrijpen en had hij ook behoren te begrijpen dat [eiseres], indien zij een juiste voorstelling van zaken had gehad, de overeenkomst niet was aangegaan. Dit geldt met name voor het feit dat zij heeft gedwaald omtrent de kosten en de eigendom van de computer en de kosten van de website alsook voor het feit dat zij heeft gedwaald omtrent de contractsduur van 48 maanden en de verschuldigdheid door haar van een beëindigingsvergoeding ter hoogte van 60% van de resterende maandtermijnen bij tussentijdse beëindiging van de overeenkomst. Nu de dwaling het gevolg is van onjuiste en misleidende mededelingen van haar vertegenwoordiger en deze daarnaast heeft aangedrongen op directe ondertekening van de overeenkomst, zonder dat [eiseres] de gelegenheid had deze door te lezen, kan Proximedia [eiseres] niet tegenwerpen dat zij ondanks de dwaling aan de schriftelijke overeenkomst is gebonden, omdat zij deze immers heeft ondertekend. Evenmin kan Proximedia onder voornoemde omstandigheden worden gevolgd in haar stelling dat het feit dat [eiseres] de overeenkomst niet voor ondertekening heeft doorgelezen voor haar rekening en risico komt.
De gedragingen van de vertegenwoordiger van Proximedia moeten aan Proximedia worden toegerekend. Dit betekent dat het beroep van [eiseres] op de vernietigbaarheid van de overeenkomst wegens dwaling slaagt. Die vernietiging heeft terugwerkende kracht.
2.13. Het vorenstaande leidt ertoe dat de vordering van [eiseres] in conventie, strekkende tot terugbetaling door Proximedia van het bedrag van € 90,-- dat zij aan Proximedia reeds heeft voldaan, moet worden toegewezen, met de wettelijke rente daarover als gevorderd.
2.14. [eiseres] heeft daarnaast een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten dient te worden gesteld en onderbouwd op grond waarvan deze verschuldigd zijn en voorts dat genoemde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
Daarbij hanteert de kantonrechter conform het rapport Voorwerk II het uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
[eiseres] heeft ter onderbouwing van de gestelde buitengerechtelijke incassokosten een sommatiebrief overgelegd en een aantal werkzaamheden opgesomd die ter voorbereiding van een gerechtelijke procedure moeten worden verricht.
Daarmee is niet althans onvoldoende gesteld en onderbouwd dat daadwerkelijk verdergaande buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt voor verrichtingen als hiervoor omschreven. De kosten waarvan [eiseres] vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten, reden waarom de kantonrechter dit onderdeel van de vordering zal afwijzen.
2.15. De primaire vordering van Proximedia in reconventie strekkende tot (door)betaling van de maandelijkse termijnen dient te worden afgewezen, evenals de subsidiaire vordering inhoudende betaling door [eiseres] aan haar van 60% van de resterende maandelijkse termijnen, naast de achterstallige termijnen.
Proximedia heeft meer subsidiair gevorderd dat [eiseres] aan haar € 3.838,60 betaalt in verband met de investering van € 4.000,-- die zij doet per contract. Zij legt aan die vordering ten grondslag dat zij schade lijdt nu [eiseres] zo snel beëindiging van de overeenkomst wenst.
Proximedia heeft die vordering echter onvoldoende onderbouwd. Voor zover zij de bedoeling heeft gehad zich te beroepen op artikel 3:53 lid 2 BW heeft zij dit onvoldoende duidelijk gedaan. [eiseres] heeft daartegen geen verweer kunnen voeren. Het meer subsidiair gevorderde zal daarom eveneens worden afgewezen.
2.16. Proximedia is zowel in conventie als in reconventie aan te merken als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij. Zij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten.
In conventie worden deze kosten aan de zijde van [eiseres] begroot op:
- explootkosten € 71,80
- vast recht € 90,00
- salaris gemachtigde € 180,00 (6 punten x tarief € 30,00)
Totaal € 341,80
Gelet op de nauwe samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie worden de kosten aan de zijde van [eiseres] in reconventie begroot op € 600,-- aan salaris gemachtigde (dat is 3 punten x het tarief van € 200,--).
De beslissing
De kantonrechter:
In conventie
veroordeelt Proximedia om aan [eiseres] tegen bewijs van kwijting te betalen € 90,-- met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 augustus 2008 tot de voldoening;
veroordeelt Proximedia tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 341,80, waarin begrepen € 180,-- aan salaris gemachtigde;
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt Proximedia tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 600,-- aan salaris gemachtigde;
In conventie en in reconventie
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. Heuveling van Beek, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2011.