ECLI:NL:RBUTR:2010:BO9873

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
30 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-440542-10 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak van strafbare feiten

In deze ontnemingszaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht, is op 30 november 2010 uitspraak gedaan door een meervoudige kamer. De zaak betreft de vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte, die eerder was vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten, waaronder het kweken van hennep en diefstal van elektriciteit. De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft verkregen, aangezien hij op dezelfde dag door de rechtbank was vrijgesproken van de strafbare feiten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 25 oktober 2010 was ingediend, afgewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. A.J. Reitsma, en is openbaar uitgesproken. De zaak is geregistreerd onder parketnummer 16/440542-10.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/440542-10 (ontneming)
beslissing van de rechtbank d.d. 30 november 2010
in de ontnemingszaak tegen
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], aan de [adres],
overigens niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland.
1 De procedure
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- de vordering, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/440542-10 waaruit blijkt dat verdachte op 30 november 2010 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Utrecht is vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten;
- het proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting;
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. De verdachte is behoorlijk opgeroepen naar niet ter terechtzitting verschenen.
2 De beoordeling
Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij zich in vereniging schuldig zou hebben gemaakt aan het kweken van hennep, dan wel het aanwezig hebben van die hennep en aan diefstal van elektriciteit in vereniging door middel van braak. Verdachte is door de rechtbank bij vonnis van 30 november 2010 vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten. Gelet op deze vrijspraak kan niet worden vastgesteld dat verdachte wederrechtelijk voordeel heeft verkregen zoals is uiteengezet in het proces-verbaal inzake wederrechtelijk verkregen voordeel, zodat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.
3 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie d.d. 25 oktober 2010, strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, af.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Wassing, voorzitter, mr. J. Ebbens en mr. S. Wijna, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.J. Reitsma en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 november 2010.