ECLI:NL:RBUTR:2010:BN6270
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A.C. Koster
- J.P. Killian
- R.P.G.L.M. Verbunt
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen en medeplichtigheid aan gewapende overval
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 13 augustus 2010, is de verdachte vrijgesproken van zowel medeplegen als medeplichtigheid aan een gewapende overval die op 10 november 2009 plaatsvond op een winkel in Amersfoort. De verdachte ontkende enige betrokkenheid bij de overval en de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte behulpzaam was geweest bij de overval door inlichtingen te verstrekken, maar de rechtbank vond de verklaringen van de medeverdachten niet betrouwbaar genoeg om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 2] kritisch beoordeeld, gezien zijn geestelijke toestand en het feit dat hij onder invloed was van drugs tijdens de overval. De rechtbank concludeerde dat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid. De verdachte werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, en de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere straffen werden afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van betrouwbare getuigenverklaringen en de noodzaak voor de aanklager om voldoende bewijs te leveren voor een veroordeling.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook gekeken naar de telefonische contacten tussen de verdachte en de medeverdachte, alsook naar de kleding en tas die bij de overval zouden zijn gebruikt. Ondanks de belastende verklaringen van de medeverdachten, was de rechtbank van mening dat er alternatieve scenario's mogelijk waren die de betrokkenheid van de verdachte niet aannemelijk maakten. De uitspraak is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met bewijs en de rol van getuigen in strafzaken.