ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1603

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
9 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-072190-95
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van dwangverpleging en verlenging van terbeschikkingstelling

In de zaak met parketnummer 16/072190-95 heeft de rechtbank Utrecht op 9 april 2010 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van de terbeschikkinggestelde, die sinds 19 december 1995 ter beschikking was gesteld wegens ernstige delicten, waaronder verkrachting. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, maar met de toevoeging van strikte voorwaarden voor de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde zich sinds het ingaan van het proefverlof op 4 maart 2009 positief heeft ontwikkeld en dat er geen problemen zijn opgetreden. De deskundigen, waaronder psychiaters en reclasseringswerkers, hebben unaniem geadviseerd om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, mits er toezicht en begeleiding blijft bestaan. De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde onder toezicht van de reclassering en de forensisch psychiatrische polikliniek De Tender moet blijven, en dat hij zich aan de voorwaarden moet houden, waaronder het gebruik van medicatie en het vermijden van alcohol en drugs. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te stellen dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, maar dat de noodzaak voor dwangverpleging niet meer aanwezig is. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder het blijven gebruiken van medicatie en het volgen van begeleidingsafspraken. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/072190-95
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging verpleging van overheidswege
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkingsgestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [1957],
verblijvende te Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 2 maart 2010, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkingsgestelde] met één jaar;
- het adviesrapport van FPC Veldzicht d.d. 4 februari 2010, opgemaakt door F. Bos, eerste geneeskundige en J.B. Blekkink, hoofd van de inrichting, dat strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
- het advies van psychiater Bakkeren d.d. 16 maart 2010, dat strekt tot voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling;
- het maatregelrapport van Reclassering Nederland d.d. 17 maart 2010, opgesteld door
J. Peddemors, reclasseringswerker, waarin de voorwaarden zijn opgenomen waaronder de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zou kunnen plaatsvinden,
- de voortgangsverslagen van Reclassering Nederland d.d. 3 april 2009, 4 juni 2009,
3 augustus 2009, 7 oktober 2009 en 2 december 2009.
2 De procesgang
[terbeschikkingsgestelde] is bij vonnis van deze rechtbank van 19 december 1995 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens verkrachting en het meermalen met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 3 april 1996.
Bij beslissing van deze rechtbank van 8 april 2009 is de termijn van de terbeschikking-stelling voor het laatst verlengd voor de duur van één jaar.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.Th. Hummels, advocaat te Utrecht.
Voorts zijn de getuige-deskundigen W. Veldsema en J. Peddemors gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De getuige-deskundige Veldsema heeft het rapport en het advies van de inrichting ter terechtzitting toegelicht.
Uit het adviesrapport van de inrichting blijkt dat betrokkene op 7 mei 2008 in het kader van transmuraal verlof naar de forensisch psychiatrische afdeling De Boog van GGNet in Warnsveld is overgeplaatst. Op 4 maart 2009 is het proefverlof ingegaan, waarbij het toezicht van Veldzicht werd overgenomen door de reclassering. Het proefverlof verloopt positief. Op basis van het functioneren van betrokkene worden er ook geen problemen verwacht tijdens de onbegeleide verloven en het proefverlof. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat zich steeds weer situaties zullen voordoen waarbij betrokkene door zijn beperkingen in de problemen komt in het intermenselijke verkeer. Betrokkene is zich hier niet van bewust. De risico’s zullen toenemen op het moment dat de begeleiding en controle worden verminderd. Betrokkene zal dan snel afglijden naar onbetrouwbaar gedrag en het zich niet houden aan regels en afspraken. Daarbij kan een beperkt sociaal netwerk en vrijetijdsbesteding leiden tot eenzaamheid. Dit alles zou ertoe kunnen leiden dat betrokkene alcohol gaat gebruiken en daardoor minder remming heeft. Dit maakt dat betrokkene in de toekomst blijvend moet worden begeleid en gecontroleerd. Als hem structuur wordt aangeboden zal het risico in de maatschappij op de lange termijn dalen. Met voldoende alertheid wordt het risico bij onbegeleid verlof en proefverlof ingeschat als gering/matig en bij een verblijf op FPA Warnsveld zowel op de korte als de lange termijn als gering/matig.
Op 3 februari 2010 heeft GGNet een risicotaxatie afgenomen bij betrokkene en op basis van de uitkomsten van deze risicotaxatie wordt een uithuisplaatsing op termijn verantwoord geacht, mits wordt voldaan aan de voorwaarden dat de begeleiding van betrokkene wordt gewaarborgd en de relatie met zijn vriendin wordt gevolgd.
De keerzijde van een langdurige maatregel van terbeschikkingstelling is dat betrokkene daarvoor niet noodzakelijk in een TBS-kliniek hoeft te verblijven. Structuur en begeleiding zijn noodzakelijk en niet verwacht mag worden dat betrokkene zelf hierin een buffer kan vormen. Zeker in het licht van de komende veranderingen in zijn woon- en leefsituatie is daarom een direct toezicht geïndiceerd. Om die reden is een voortzetting van de terbeschikkingstelling noodzakelijk. De maatregel biedt thans een nog onmisbaar kader om betrokkene te begeleiden en op te kunnen treden bij ongewenst gedrag, tekenen van onbetrouwbaarheid en delictrisico’s.
Een voorzetting van de dwangverpleging is niet noodzakelijk. Een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is voor betrokkene een belangrijke stap vooruit en waarborgt de verplichtende hulpverlening in de vorm van reclasseringscontact en hulpverlening vanuit de forensisch psychiatrische polikliniek De Tender en biedt de mogelijkheid voor de kliniek om betrokkene in geval van crisis weer op te nemen.
Het advies luidt verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Ter terechtzitting heeft de getuige-deskundige aangegeven dat structuur en toezicht langdurig nodig zijn. Er moeten voldoende waarborgen gesteld worden aan de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging om betrokkene niet uit het oog te verliezen. De reclassering en De Tender zouden goed voor de uitvoering van het toezicht en de begeleiding kunnen zorgen.
Het traject bij De Tender bevindt zich in de intakefase. Het is zeker dat het traject bij De Tender ook na de intakefase wordt voortgezet.
De getuige-deskundige heeft aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben als het gebruik van medicatie als aparte voorwaarde wordt toegevoegd.
3.1 De standpunten van de externe deskundigen
3.1.1 Het standpunt van psychiater G.J.A.M. Bakkeren
Het standpunt van psychiater Bakkeren blijkt uit de door hem opgemaakte rapportage.
Betrokkene heeft zich een goede plek in de behandelsetting verworven over het laatste jaar 2009 en verkeert hij nu in de resocialisatiefase van de behandeling. Eigenlijk is er bij hem geen sprake meer van behandeling en therapie. Er is enkel af en toe nog een gesprek en zijn verblijf bij De Boog bestaat uit enkele nachten binnen het instituut.
In de persoonlijkheid valt op hoe betrokkene zijn verleden en zijn delict toch wel wat bagatelliseert, maar anderzijds er ook niet voor wegloopt. De openheid is oprecht. In de seksualiteit is hij onder de huidige omstandigheden niet pedofiel te noemen.
Betrokkene slikt Seroxat voor het libidoverlagend effect naast het antidepressieve effect van de medicatie.
De psychiater concludeert dat de behandeling binnen De Boog, gericht op de pedofilie, geslaagd is te noemen. Sinds de start van de behandeling in De Boog is er geen sprake geweest van het overtreden van voorwaarden, zoals die nu zijn gesteld binnen het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Het verdient naar de mening van de psychiater aanbeveling om de verdere resocialisatie te voltooien, waarbij de te stellen voorwaarden een waarborg bieden en ook haalbaar zijn voor betrokkene.
De psychiater adviseert de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen.
3.1.2 Het standpunt van psychiater Hummelen
Het standpunt van psychiater Hummelen blijkt uit het door de heer Veldsema overgelegde email d.d. 31 maart 2010.
Hummelen concludeert dat de behandeling goed verloopt, maar dat in de gaten moet worden gehouden hoe betrokkene reageert als er stress ontstaat. Toezicht en controle blijven een belangrijke voorwaarde. Hummelen geeft aan dat er geen bezwaar bestaat tegen een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, mits de voorwaarden worden gesteld dat betrokkene contact houdt met De Tender en de reclassering toezicht houdt op het type werk van betrokkene.
3.1.3 Het standpunt van de reclassering
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het standpunt van de reclassering. De getuige-deskundige J. Peddemors heeft ter terechtzitting aangegeven dat de reclassering tevreden is over de houding en de inzet van betrokkene. De getuige-deskundige adviseert de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en daaraan de voorwaarden te verbinden zoals genoemd in het rapport van 17 maart 2010. De getuige-deskundige heeft daarbij aangegeven dat het gebruik van medicatie als extra voorwaarde zou kunnen worden toegevoegd.
4. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting betoogd dat aan de formele vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. Op basis van de gelijkluidende rapportages en adviezen vordert de officier van justitie de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen onder de voorwaarden, zoals gesteld in het rapport van Reclassering Nederland van
17 maart 2010. De officier van justitie vordert het gebruik van de medicatie Seroxat aan de voorwaarden toe te voegen.
5. Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting aangegeven een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met beide handen aan te pakken en dat hij bereid is zich aan de daaraan door de rechtbank te stellen voorwaarden te houden. De terbeschikkinggestelde heeft daarbij aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het gebruik van medicatie als voorwaarde.
De raadsman heeft aangegeven dat zijn cliënt het liefst een beëindiging van de terbeschikkingstelling wil, maar dat als dat niet aan de orde is zijn cliënt bereid is zich te houden aan de voorwaarden. De raadsman heeft verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar en de verpleging van overheidswege te beëindigen onder de door de rechtbank nader te noemen voorwaarden.
6. De beoordeling
Uit het voormelde vonnis van de rechtbank Utrecht van 19 december 1995 blijkt dat de terbeschikkinggestelde zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting en aan het meermalen met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt plegen van ontuchtige handelingen.
Gelet hierop en in het bijzonder op voormelde rapportages en adviezen en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen, eist dat de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd, waarbij de verpleging van overheidswege, onder de in de beslissing te noemen voorwaarden, voorwaardelijk zal worden beëindigd. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Gebleken is dat de maatregel van terbeschikkingstelling thans nog een onmisbaar kader is om de terbeschikkinggestelde te kunnen begeleiden en op te kunnen treden bij ongewenst gedrag, tekenen van onbetrouwbaarheid en delictrisico’s. De noodzaak om in de kliniek te verblijven is echter niet meer aanwezig. Sinds 4 maart 2009 is het proefverlof ingegaan. Sindsdien hebben zich geen problemen voorgedaan en op basis van het functioneren van de terbeschikkinggestelde worden ook geen problemen verwacht tijdens het proefverlof en onbegeleide verloven. Gebleken is wel dat structuur en gefaseerd toezicht en begeleiding noodzakelijk zijn om te voorkomen dat er problemen ontstaan, waardoor de terbeschikkinggestelde weer afglijdt en zich niet aan regels en afspraken houdt. De risico’s op ongewenst gedrag zullen toenemen als de begeleiding en controle worden verminderd. Als hem de juiste structuur wordt geboden zal het recidiverisico op de lange termijn dalen. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege betekent voor de terbeschikkinggestelde een belangrijke stap vooruit. Daarnaast waarborgen de te stellen voorwaarden de verplichtende hulpverlening in de vorm van reclasseringscontact en hulpverlening vanuit de forensisch psychiatrische polikliniek De Tender.
De rechtbank is van oordeel dat verplicht gebruik van de medicatie Seroxat in verband met het libidoverlagende effect aan de voorwaarden moet worden toegevoegd.
Het voorgaande maakt dat de rechtbank het in dit stadium te vroeg acht om de noodzakelijke begeleiding op basis van vrijwilligheid voort te zetten.
4 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkingsgestelde] voornoemd met een periode van één jaar toe.
De rechtbank bepaalt dat de verpleging van overheidswege van [terbeschikkingsgestelde] voorwaardelijk wordt beëindigd.
De rechtbank verbindt daaraan de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde:
- zal verblijven op de Forensisch Psychiatrische Afdeling van GGNet te Warnsveld. Het vervolgtraject zal in overleg met en na toestemming van de reclassering plaatsvinden;
- zich zal houden aan de begeleidingsafspraken en het behandelplan van de Forensisch Psychiatrische Afdeling van GGNet en zich begeleidbaar zal opstellen;
- zijn verblijf bij GGNet op de Forensisch Psychiatrische Afdeling zal vervolgen. Er zal gefaseerd worden toegewerkt naar een vorm van ambulante woonbegeleiding door het AFPT-team van De Tender;
- zijn werkzaamheden zal voortzetten bij de WSW Delta te Zutphen;
- niet zonder toestemming van de reclassering van werk zal veranderen;
- geen alcohol en/of drugs zal gebruiken;
- zal meewerken aan controles op middelengebruik, zoals uitgevoerd door GGNet, die op indicatie en steekproefsgewijs zullen plaatsvinden. Bij geconstateerd gebruik wordt onmiddellijk contact opgenomen met Reclassering Nederland dan wel het Openbaar Ministerie;
- geen onbegeleide verloven zal praktiseren in [geboorteplaats] in verband met het belang van de slachtoffers;
- zich niet zal verzetten tegen een time-out in FPC Veldzicht voor de duur van zeven weken indien daarvoor indicaties aanwezig zijn. Deze periode kan zonodig met een zelfde periode worden verlengd;
- de medicatie Seroxat zal blijven gebruiken, zolang de behandelaars dat nodig achten.
De rechtbank draagt overeenkomstig artikel 38 eerste lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafrecht Reclassering Nederland op [terbeschikkingsgestelde] hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.G. van Doorn, voorzitter, mr. D.A.C. Koster en
mr. A. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. K.F. van Dam en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 9 april 2010.