ECLI:NL:RBUTR:2010:BM8182
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Maanen
- P. Wagenmakers
- S. Wijna
- Rechtspraak.nl
Woninginbraak met DNA-bewijs en verboden wapenbezit
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 3 juni 2010 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van woninginbraak en verboden wapenbezit. De verdachte werd ervan beschuldigd op 19 juni 2009 omstreeks 02:15 uur in Utrecht een woning te zijn binnengekomen door middel van braak, waarbij hij diverse goederen, waaronder een laptop en fietsen, heeft gestolen. Het bewijs voor de woninginbraak was voornamelijk gebaseerd op DNA-onderzoek. Een druppel bloed, aangetroffen op een glasdeel van de vernielde tuindeur, bleek overeen te komen met het DNA-profiel van de verdachte. De kans dat een willekeurig individu hetzelfde DNA-profiel heeft, werd door het NFI geschat op minder dan één op één miljard, wat de rechtbank overtuigde van de schuld van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aannemelijk had gemaakt dat hij op het moment van de inbraak op vakantie was, aangezien hij deze stelling niet had onderbouwd met bewijs.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het voorhanden hebben van een alarm-pistool, wat hij tijdens de zitting had bekend. De rechtbank achtte beide feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat woninginbraken een ernstige inbreuk op de privacy van de bewoners vormen en dat de verdachte in het verleden al vaker was veroordeeld voor gewelds- en vermogensdelicten. Gezien de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte, werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden opgelegd. De rechtbank besloot dat de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf.